Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- Drie vormen van Aanwezigheid (26 mei 2024).

29 november 2021

Advent: verlangend uitzien naar het onverwachte (27-28 november 2021)

Advent is een tijd van verwachting. Wat mogen we dit jaar verwachten? Voor een tweede jaar op rij wordt december sterk bepaald door de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus. Mogen we dan nog veel verwachten?

  • Voor de lezingen van de eerste zondag van de advent, C: klik hier.

Hoe gaan we Kerstmis vieren dit jaar? Het blijft voorlopig allemaal nog vaag, afhankelijk van veel factoren. Kunnen we ons voorbereiden op een vaag idee? Het antwoord is: jazeker. 

Misschien is net dat de diepste bedoeling van de advent: dat we niet in de gewoonte rollen van alles lang op voorhand gepland en netjes georganiseerd te hebben, maar dat we juist het onverwachte verwachten en op ons af laten komen. Net zoals Jozef en Maria geen idee hadden van wat er precies komen zou.

Jezus zegt over de verwachting van de komst van de Heer bij de voleinding van de tijden: “Pas op dat jullie hart niet afgestompt raakt door de zorgen van het dagelijks leven.” (Lucas 21,34) Die verwachting is gelijkaardig aan onze verwachting van het Geboortefeest in de advent. 

Jezus zegt hier niet, zoals sommigen iets te gretig interpreteren, dat we ons moeten afkeren van de wereld en van de zorgen die ons bezig houden. We verlangen naar zijn komst vanuit ons aardse bestaan

Ook corona maakt deel uit van ons bestaan momenteel. De andere kant op kijken en doen alsof het niet ons probleem is, dat is alleszins niet de oplossing. Integendeel, dan maken we deel uit van het probleem zelf in plaats van mee te bouwen aan de oplossing. De twee belangrijkste geboden van het Nieuwe Testament luiden: “Bemin God, en je naaste zoals jezelf.” (Matteüs 22, 36-40) Zorg dus voor je naasten, bescherm hen tegen dit virus zoals je jezelf er tegen tracht te beschermen.

Misschien zullen we advent en Kerst voor een tweede keer met beperkingen moeten vieren. Dat betekent op zich niet dat we deze tijden minder gelovig moeten doormaken. Jezus roept ons immers op om ons geloof intens te beleven, maar daarom niet theatraal: “Wees waakzaam en bid,” zegt Hij (Lucas 21,36a). En dat is uiteindelijk het allerbelangrijkste. We blijven met elkaar verbonden in gebed, en bijgevolg blijven we ook verbonden in de verwachting en verbonden in de vervulling van de belofte. Laat ons bidden dat we samen waakzaam uitzien naar een nieuw begin.

13 november 2021

Wanneer komt de Heer terug? (13-14 november 2021)

Eens zal de Heer terugkeren, op de laatste dag. In meerdere passages in het Nieuwe (Tweede) Testament komt deze ultieme belofte aan bod. Wanneer dat is, blijft een mysterie. Maar de dag komt, en we moeten klaar zijn voor die dag.

De eindtijd is een ingewikkelde materie, op veel vlakken. Aanvankelijk gaat men er van uit dat dit alles eerstdaags zou gebeuren. Jezus zegt immers dat we op onze hoede moeten zijn want dat de laatste dag nog in dit geslacht zal gebeuren (Marcus 13, 30)

Het ego van de mens

Later is dit eschatologisch verlangen, het verlangen naar de eindtijd, op geregelde momenten teruggekomen. Dat is op zich niet vreemd: Jezus roept ons op om te allen tijde waakzaam te zijn (Marcus 13, 33). Ook tijdens deze coronacrisis hoor je hier en daar dreigende boodschappen. Nochtans zijn de sterren niet uit de hemel gevallen en hebben zon en maan niet opgehouden licht te geven, zoals Jezus voorspelt (Marcus 13, 24)

Eigenlijk heeft het iets egocentrisch om te verwachten dat de eindtijd in ons leven zal aanbreken. Waarom moet het nu ineens wel gebeuren, en in de bijna 2000 jaren daarvóór niet?  Alsof wij zo belangrijk zijn dat er een persoonlijke erkenning zou moeten komen van Godswege. Er zit soms wat ongezonde pretentie vermengd in de goede bedoelingen.

Waakzaam en geduldig

Want op zich is deze verwachting niet abnormaal te noemen. Jezus roept ons verschillende keren op om alert te zijn, dag en nacht. De wereld zoals wij die kennen, zal plots niet meer voortbestaan, zo wordt voorspeld (Matteüs 24, 29). Sommigen die deze boodschap van Hem horen, zullen dit nog meemaken (Marcus 9, 1). We worden opgeroepen om te bidden dat we niet afstompen maar waakzaam blijven (Lucas 21, 36). We moeten vooruitziend zijn, zoals de slimme meisjes die een reserve aan olie meenemen om hun lampen brandend te houden tot de Bruidegom komt (Matteüs 25, 1-13).

Tegelijk klinkt er ook terughoudendheid. Geloof niet iedereen die zegt: 'De tijd is gekomen'. Alleen de Heer weet wanneer de tijd gekomen is (Lucas 21, 8). Ook in één van de brieven komt deze boodschap terug (2 Tessalonicenzen 2, 2-8): de tijd is vastgesteld door de Heer, niet door mensen.

Dramatiek alom

Er komt veel dramatische beeldspraak bij te pas om te omschrijven wat er dan komt. Het heeft menig donderpreek gevoed met de nodige tragiek. Wat we mogen verwachten, is complete chaos, het einde van de wereldorde zoals wij die kennen. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dat werd in het Oude (Eerste) Testament trouwens ook al voorspeld (Jesaja 65, 17)

Samen met de verrijzenis en de opstanding uit de dood hoort de eindtijd bij de meest complexe geloofsinhoud. 

Dit dramatisch eindbeeld is echter niet enkel typerend voor het Christendom. Zo gaat de evolutietheorie er van uit dat het heelal uit een oeratoom is ontwikkeld via een proces van uitzetting, een proces dat momenteel nog steeds aan de gang is. Die expansie is niet eindeloos. Er komt een keerpunt waarna het heelal terug krimpt tot het beginsel. Ook dat is uiteindelijk geen geruststellend vooruitzicht, al zullen wij het zelf niet meer meemaken op deze aarde.

De eigenlijke boodschap

Wat Jezus ons wil bijbrengen, is in de eerste plaats hoop. Het is geen schrikbeeld, maar in de eerste plaats een bevestiging dat trouw aan God wordt beloond. God sluit een Nieuw Verbond in Christus. Ons antwoord daarop is geloof, hoop en liefde. Het is onze taak als christenen om ons geloof trouw te bewaren tijdens ons leven hier op aarde. Wie dat doet, zal beloond worden door de Heer (Marcus 13, 27)Hoe moeilijk het ook is om te geloven in een samenleving die sterk bepaald wordt door kritiek op religie, het blijft de moeite waard om vol te houden en te blijven groeien in geloof. Dat is de kernboodschap.

06 november 2021

Twee muntjes in de offerkist (6-7 november 2021)

Een echte geestelijke leider herken je aan zijn of haar oprechtheid, aan zijn of haar aanstekelijke, inspirerende gulheid in goedheid. Jezus is ontegensprekelijk het ultieme voorbeeld daarvan. Hij laat zich niet groeten met 'grand égard', Hij tooit zich niet als een aardse koning of bekende persoon, Hij verzamelt geen schatten en bouwt zich geen protserig paleis. Jezus doet niets voor de schone schijn, voor het uiterlijk vertoon. Hieraan herken je een echte geestelijke leider. 

  • Evangelie van deze zondag: Marcus 12, 38-44

Welnu, de schriftgeleerden blinken niet bepaald uit in oprechtheid. Ze laten zich groeten op straat, ze lopen bijzonder graag in de kijker, ze zeggen lange gebeden op, en wel het liefste wanneer veel mensen toekijken. Ze schooien ook rijkdom van weerloze, gehoorzame mensen af. Neen, dat is geen godsdienst. Dat is zelfverrijking. God staat niet centraal, integendeel: de schriftgeleerden laten zichzelf vereren. Als Gods Boodschap ergens totaal niét over gaat, dan is het jezelf verrijken en de ander verarmen.

Niet anti-geld

Let wel, Jezus veracht het offeren niet. Dat is opmerkelijk. Jezus spreekt er fundamenteel geen enkel oordeel over uit. Het is de manier waarop het gebeurt, die Hij hekelt. Rijken doen met veel tamtam grote schenkingen. Dan staat de schenking niet centraal, maar de beloning, die zich uit in bewondering en respect. Bovendien is de schenking nietszeggend. Schenken van je overschot, dat voel je niet. Dat is geen offer maar een verstandige investering.

Jezus zit nabij de offerkist de mensen rustig te bekijken. Een arme weduwe schenkt twee kleine muntjes. Het is wat ze op dat moment bezit. En dat schenkt zij aan God, zonder toeters en bellen, zonder begeleidende uitleg. Ze doet het gewoon, omdat ze God haar offer wil brengen.

Prioriteit

Ze heeft twee muntjes in haar hand. Ze zou er eentje kunnen houden als ze dat wou. Dat zou een verstandige, beredeneerde keuze zijn. Niemand zou het haar kwalijk nemen, ook Jezus niet. God al zeker niet. Dan heeft ze nog iets voor morgen. Haar liefde voor God is echter sterker dan haar verstand. Ze kan de muntjes zelfs gewoon allebei houden. Morgen komt nog een dag. Wie wat bewaart, die heeft wat. Maar dat interesseert de weduwe niet. Ze komt God lof brengen, niet halfslachtig maar helemaal. 

Jezus maakt aan zijn leerlingen duidelijk wat er werkelijk toe doet. Hij zegt niet dat die arme weduwe  haar plicht doet. Hij zegt wel dat haar schenking zoveel meer waard is dan wat de rijken met veel luister komen schenken. Jezus eert haar eerlijke intentie. Wat ze doet is puur en echt. Daar gaat het om.

Liefde

Geld en geloof zijn altijd een moeilijke combinatie. Geld brengt een logica van macht binnen, van beredeneerde voorzichtigheid. Tegelijk kan de eredienst ook niet voortbestaan zonder geld. Geld is aan alles gelinkt, of we dat nu willen of niet. Jezus veroordeelt dat niet. Wel maakt Hij duidelijk dat geld op zich voor God niets zegt. 

De liefde, daar gaat het om: de liefde voor je naasten, de liefde voor God. Egoïsme en egocentrisme kunnen God nooit behagen. Toen niet, en nu evenmin. Diezelfde liefde zal de Mensenzoon doen sterven aan het kruis. Hij zal zichzelf offeren, niet half-half, net zoals de arme weduwe. Hij zal zijn aardse leven opofferen omwille van ons allen.

01 november 2021

Leven, sterven en Leven: een verhaal van hoop (2 november)

De verdroogde, oranjebruine bladeren ritselen over de grond in de wind. De laatste bloemen zijn uitgebloeid en opgekruld. Ze hebben hun kleur ingeruild voor bruine tinten. De bomen worden elke dag wat kaler. De lucht is guur en de striemende regen maakt de grond tot een natte pulp. Alles in de natuur fluistert hetzelfde refrein: alles is tijdelijk, alles vergaat. 

Verlies

Althans, bijna alles. Coniferen blijven op hun eigenzinnige wijze gewoon sober groen. Van de ander bomen blijven de stam en de ranke takken een herinnering aan de fiere groene weelde van weleer. We weten ook dat de zaden voor komend jaar in de najaarswind al rijkelijk zijn verspreid. Na de winter komt weer een voorjaar, maar intussen moeten we toch afscheid nemen van het leven rondom ons. En zo gaat het ook in ons mensenleven.

We verliezen mensen die ons dierbaar zijn, die ons leven kleur en betekenis hebben gegeven. Er komt ook nieuw leven, vergezeld van scherp gekrijs, leven dat nog helemaal van af moet beginnen. Alles is tijdelijk, alles vergaat, maar er komt weer nieuw leven. Prediker zei het zoveel eeuwen geleden al. Maak je geen illusies in het leven. Je mag nog zoveel rijkdom verzamelen als je wil, je kan in een prachtig huis wonen met alle gemakken. Het is ijdel te denken dat je er eeuwigheid mee hebt gekocht. Alles vergaat, niets blijft. "Er is een tijd voor alles wat er is onder de hemel." (Prediker 3, 1b) 

Genieten

Prediker heeft hiermee wereldpoëzie en diepe wijsheid neergeschreven. Het tijdelijke en het eeuwige worden in welgekozen woorden omschreven. De tekst heeft mij altijd geïntrigeerd. In de verzen na het gedicht worden we - tegen alle verwachtingen in - niet geworpen in de hopeloosheid en reddeloosheid. Integendeel: er wordt gewezen op de kracht van het leven. Het leven is niet louter een tranendal: we mogen dankbaar genieten en vrolijk zijn (Prediker 3, 12-13). We zijn het aan God verschuldigd. God zij dank!

Het neemt niet weg dat het verlies van onze dierbaren bijna onmenselijk pijnlijk is. Het is de liefde die de pijn veroorzaakt, maar ook de liefde die het heelt, net door de transformatie van die liefde. Er huist geen meerwaarde in de pijn te vermijden door bewust niét te investeren in liefde, in haar vele verschijningsvorm: solidariteit, vriendschap of een relatie. Wanneer je je aan niemand hecht, blijf je alleen. En alleen is maar alleen (Prediker 4, 8-12). Dan bespaar je je misschien de pijn en de teleurstelling, maar tegelijk ook de vreugde en het levensgenot die je leven zoveel meer inhoud geven.

Prediker is niet zomaar geschreven. De vraag achter dit filosofisch werk is ontegensprekelijk: "Waarom?". Het is de vraag die ook in elk van ons soms weerklinkt. Waarom takelen we af? Waarom sterven we? Waarom is het leven eindig? Rouw en verdriet veroorzaken zoveel pijn. Wij, mensen, hebben de onophoudelijke drang om te behouden, te herstellen, te bewaren, te overleven. Het leven volgt ons daar niet in. Het is een merkwaardige tegenstrijdigheid. 

Verrijzenis
Onze haren worden grijs, we ontdekken af en toe een nieuwe rimpel of een diepere groef. Hoewel onze cultuur ons tevergeefs de eeuwige jeugd tracht te verkopen, kunnen we de realiteit niet ontlopen. Onze cellen vernieuwen zich constant. Zoals bij het telkens opnieuw kopiëren met een antiek fotokopieerapparaat sluipen er onnauwkeurigheden en fouten in ons celmateriaal. Dat is het verouderingsproces in een notendop.

Toen God besliste om onder ons te komen wonen in de Mensenzoon Jezus Christus, werd Hij volkomen mens. De Zoon was dus net als wij sterfelijk. Dat stemde Hem niet ongelukkig. Met zijn komst zou er ook iets veranderen aan ons levensperspectief. We mogen sinds Jezus onze blik verruimen naar het leven na dit aardse bestaan. Jezus is voor ons de Weg, de Waarheid en het Leven (Johannes 14, 6). Dat klinkt als beeldspraak vrij abstract. Wat kunnen we ons hier bij voorstellen? Heel weinig, al bij al. We worden niet op onze wenken bediend, er wordt niet uitvoerig omschreven wat we mogen verwachten. Maar de dood heeft niet het laatste woord, zoveel is duidelijk. Onze dierbaren zijn niet voorgoed verdwenen. Jezus is immers de verrijzenis en het leven (Johannes 11, 25-26). Hij is bij zijn Vader in de hemel.

Voorbij het weten

Misschien zijn we met z'n allen te veel gericht op dit aardse leven. We willen zo veel bereiken, we verwachten zo veel van het leven. Het is als mens niet vanzelfsprekend om je ontvankelijk op te stellen en Jezus' boodschap te omarmen. Je wordt algauw als naïef bestempeld omwille van je geloof. Als een visie niet objectief-wetenschappelijk onderbouwd is, dan is het onzin, een fabeltje om de mensen dom te houden. Bij het verlies van een dierbare komen er echter bij iedereen veel vragen naar boven en een ongemakkelijk gevoel. We botsen op de grenzen van onze kennis en ons inzicht. We kunnen maar zover zien al de horizon reikt. Onze kennis is ondanks de hoogmoed die er mee gepaard gaat, heel sterk beperkt omwille van ons perspectief. We denken vanuit ons zelfbewustzijn. Wat ligt er achter de horizon van ons perspectief? Voor sommigen niets, anderen twijfelen en aarzelen, sommigen geloven. 

Toch gunt God ons zoveel kansen om te vertrouwen op zijn Woord en te geloven in de boodschap van de verrijzenis. De Schepping is ons gegeven, de wereld waarop wij wonen. De prachtige finesse van de natuur is een bron van eindeloze verwondering. En Jezus is op de aarde gekomen, onder ons, om te verduidelijken waar het echt om gaat. Waarom heeft Hij niet haarfijn uitgelegd wat we na dit leven mogen verwachten? Omdat God van ons geloof verwacht. Geloof eindigt waar weten begint. Wanneer het geen inspanning meer vraagt om op God te vertrouwen, wanneer alles zeker en duidelijk is, dan is het geen geloof meer. Dat is alles wat God van ons verwacht: geloof in Hem, geloof in de verrijzenis.