Eens zal de Heer terugkeren, op de laatste dag. In meerdere passages in het Nieuwe (Tweede) Testament komt deze ultieme belofte aan bod. Wanneer dat is, blijft een mysterie. Maar de dag komt, en we moeten klaar zijn voor die dag.
- Lezingen van deze zondag: klik hier.
De eindtijd is een ingewikkelde materie, op veel vlakken. Aanvankelijk gaat men er van uit dat dit alles eerstdaags zou gebeuren. Jezus zegt immers dat we op onze hoede moeten zijn want dat de laatste dag nog in dit geslacht zal gebeuren (Marcus 13, 30).
Het ego van de mens
Later is dit eschatologisch verlangen, het verlangen naar de eindtijd, op geregelde momenten teruggekomen. Dat is op zich niet vreemd: Jezus roept ons op om te allen tijde waakzaam te zijn (Marcus 13, 33). Ook tijdens deze coronacrisis hoor je hier en daar dreigende boodschappen. Nochtans zijn de sterren niet uit de hemel gevallen en hebben zon en maan niet opgehouden licht te geven, zoals Jezus voorspelt (Marcus 13, 24).
Eigenlijk heeft het iets egocentrisch om te verwachten dat de eindtijd in ons leven zal aanbreken. Waarom moet het nu ineens wel gebeuren, en in de bijna 2000 jaren daarvóór niet? Alsof wij zo belangrijk zijn dat er een persoonlijke erkenning zou moeten komen van Godswege. Er zit soms wat ongezonde pretentie vermengd in de goede bedoelingen.
Waakzaam en geduldig
Want op zich is deze verwachting niet abnormaal te noemen. Jezus roept ons verschillende keren op om alert te zijn, dag en nacht. De wereld zoals wij die kennen, zal plots niet meer voortbestaan, zo wordt voorspeld (Matteüs 24, 29). Sommigen die deze boodschap van Hem horen, zullen dit nog meemaken (Marcus 9, 1). We worden opgeroepen om te bidden dat we niet afstompen maar waakzaam blijven (Lucas 21, 36). We moeten vooruitziend zijn, zoals de slimme meisjes die een reserve aan olie meenemen om hun lampen brandend te houden tot de Bruidegom komt (Matteüs 25, 1-13).
Tegelijk klinkt er ook terughoudendheid. Geloof niet iedereen die zegt: 'De tijd is gekomen'. Alleen de Heer weet wanneer de tijd gekomen is (Lucas 21, 8). Ook in één van de brieven komt deze boodschap terug (2 Tessalonicenzen 2, 2-8): de tijd is vastgesteld door de Heer, niet door mensen.
Dramatiek alom
Er komt veel dramatische beeldspraak bij te pas om te omschrijven wat er dan komt. Het heeft menig donderpreek gevoed met de nodige tragiek. Wat we mogen verwachten, is complete chaos, het einde van de wereldorde zoals wij die kennen. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dat werd in het Oude (Eerste) Testament trouwens ook al voorspeld (Jesaja 65, 17).
Samen met de verrijzenis en de opstanding uit de dood hoort de eindtijd bij de meest complexe geloofsinhoud.
Dit dramatisch eindbeeld is echter niet enkel typerend voor het Christendom. Zo gaat de evolutietheorie er van uit dat het heelal uit een oeratoom is ontwikkeld via een proces van uitzetting, een proces dat momenteel nog steeds aan de gang is. Die expansie is niet eindeloos. Er komt een keerpunt waarna het heelal terug krimpt tot het beginsel. Ook dat is uiteindelijk geen geruststellend vooruitzicht, al zullen wij het zelf niet meer meemaken op deze aarde.
De eigenlijke boodschap
Wat Jezus ons wil bijbrengen, is in de eerste plaats hoop. Het is geen schrikbeeld, maar in de eerste plaats een bevestiging dat trouw aan God wordt beloond. God sluit een Nieuw Verbond in Christus. Ons antwoord daarop is geloof, hoop en liefde. Het is onze taak als christenen om ons geloof trouw te bewaren tijdens ons leven hier op aarde. Wie dat doet, zal beloond worden door de Heer (Marcus 13, 27). Hoe moeilijk het ook is om te geloven in een samenleving die sterk bepaald wordt door kritiek op religie, het blijft de moeite waard om vol te houden en te blijven groeien in geloof. Dat is de kernboodschap.