Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- Drie vormen van Aanwezigheid (26 mei 2024).

28 december 2023

Terugblik op een donker jaar (30-31 december 2023)

Wanneer het jaar op haar einde loopt, hebben we de neiging om eens achterom te kijken. Wat heeft 2023 ons gebracht? Welke gebeurtenissen zijn ons bijgebleven binnen de wereld van het christelijk geloof? We mogen het afgelopen jaar zonder aarzelen een ‘annus horribilis’ noemen. Het is waar: de één herinnert zich vooral positieve anekdotes, en ziet het glas eerder halfvol, terwijl de ander van nature meer geneigd is om negatieve gedachten bij te houden, met een half leeg glas. Dit jaar is het helaas moeilijk om naast de pijnlijke en negatieve verhalen te kijken. Tijd voor een editoriaal, uitzonderlijk.

Misbruik

Voorop in ons geheugen zit ongetwijfeld nog de reportagereeks ‘Godvergeten’ over seksueel misbruik in de Kerk. Het vertelde langs getuigenissen de kwetsuren door wandaden doorheen de twintigste eeuw en door de respectloze houding waarmee de Kerk als instituut hierop keer op keer heeft gereageerd. Het zijn geen feiten van gisteren, maar uit het verleden, waar mensen wel enige kennis van hadden intussen, maar de omvang en de intensiteit tot dusver wellicht nooit hebben beseft.

Er kwam een welgemeende reactie van de bisschoppen Johan Bonny en Lode Aerts namens de Vlaamse Kerk, en van de Belgische bisschoppen. Er waait wel degelijk een nieuwe wind doorheen het beleid. Dat blijkt ook uit wat onze nieuwe aartsbisschop Terlinden verwoordt. 

In de media werd bij momenten een ongenuanceerd, vijandig discours gevoerd, met een sterk emotionele lading. Een nieuwe generatie heeft zich moeten verantwoorden voor de fouten uit het verleden. Daarbij werd wijlen kardinaal Danneels meermaals herleid tot zijn onvermogen om deze crisis degelijk aan te pakken, en met hem de hele Vlaamse Kerk: hiërarchie en geloofsgemeenschap. Er klinkt al te vaak een passief-agressieve bromtoon doorheen het onderwerp.

Zo lijkt er weinig ruimte over voor nuance: de debatten zijn heel emotioneel gevoerd. De rede lijkt soms niet in de weg te mogen staan van een vurig, verbolgen debat. De nieuwe journalistiek verslaat emotioneel in het nu-moment, priemt naar schokkend nieuws en vult aan met (zelfverklaarde) deskundige analyses, die niet objectief of volledig hoeven te zijn. Dat is jammer, zowel voor het thema als voor de journalistiek zelf. Het verdient de overweging of de media voldoende inzien hoeveel macht ze bezitten.

Heden en verleden

We moeten ons de vraag stellen waarom de feiten nu pas zo expliciet in beeld zijn gebracht. Een argument dat luid klinkt, is dat de tijd er nog niet rijp voor was voorheen. Er was onvoldoende maatschappelijk bewustzijn rond de ernstige gevolgen van misbruik. Vroeger werd maatschappelijk inderdaad soms geringschattend gesproken over seksueel misbruik. In de Kerk, die veel te weinig affiniteit heeft met de complexe wereld van de seksualiteit, zal het ongemak, het taboe en de onderschatting in nog grotere mate hebben meegespeeld. Bovendien nam de Kerk nog een prominente plaat in de samenleving in, met een grotere steun vanuit de massa, die soms iets té volgzaam was misschien.

Het verleden wordt echter bekeken en beoordeeld doorheen de bril van het heden. Er wordt geen rekening gehouden met de rol van de de tijdsgeest en de toenmalige taboes en evidenties binnen de samenleving. Dergelijke nuancering wordt steevast verdacht van ontkennen of goedpraten. De samenleving schopt zich een nieuw geweten en rekent af met de zeden van het verleden. Zoals vaker, zwaait de slinger ondoordacht snel weg van het vorige. Het menselijk enthousiasme heeft vaak de neiging om het totaalbeeld uit het oog te verliezen.

Dat de wereld terecht de Kerk moreel op de vingers heeft moeten tikken, is wel een vaststelling die tot denken aanzet. 

Andere agenda

Let wel: dat slachtoffers geen genoegen nemen met excuses en met welgemeende empathie, mag nooit als onredelijk worden beschouwd. Er is hun een mensonterend onrecht aangedaan. Ze zijn onverdiend en ongevraagd ten diepste gekwetst door mensen in wie ze hun diepste vertrouwen stelden. Daarom hebben zij ook het recht om woedend en verontwaardigd te blijven. De kernvraag is of de samenleving die verontwaardiging zomaar mag 'copy-pasten' in dezelfde vorm en intensiteit. 

Plots gaan er allerlei cynische ballonnetjes op: "Moet er zoveel geld naar dat instituut gaan?", "Kunnen we de financiering van de Kerk afschaffen?", en: "Waarom schrappen we de uitzendingen van eucharistievieringen niet gewoon?" Die geluiden komen dan vooral van politici en bekende Vlamingen die hun kans zien om hun afkeer voor de Kerk te verzilveren met enkele minuten algemene aandacht en bekendheid. Wellicht zit er inderdaad een eerlijke, welgemeende opinie achter. Maar waarom sleurt men de slachtoffers mee in hun discours? 

Helaas wordt er teveel beweerd dat ‘de slachtoffers’ zich zus of zo ‘moeten voelen’. Laat het duidelijk zijn: de slachtoffers moeten niets. Het zou een nieuw onrecht zijn wanneer ‘de slachtoffers’ als een soliede entiteit worden beschouwd en mocht hun leed voor een totaal andere politieke of sociale agenda worden aangevoerd. Het leed van ieder slachtoffer en de wijze waarop hij of zij ermee omgaat, is hoogst individueel. Ze zijn allen heel persoonlijk geschonden in hun diepste intimiteit, dat hebben ze helaas allen gemeen. En dat dient dan ook met het allergrootste respect te worden benaderd en benoemd.

Er kwamen enkele diepzinnige en fragiele getuigenissen van enkele (gelovige) politici en journalisten, die met veel respect het onderwerp ter sprake brachten. Jammer dat die nuance amper lijkt te bestaan buiten de Kerk. Het duidt op een dieper liggende problematiek: toen de verzuiling is verdwenen, kwam er polarisatie voor in de plaats...

Nefast

Laat er geen twijfel bestaan: seksueel misbruik had nooit ofte nimmer mogen gebeuren. En al zeker niet binnen de Kerk, waar de morele standaard zo hoog en heilig zou moeten zijn. Een Kerk die de zeden van de mensen hoog wil houden, moet dat in al haar geledingen ook uitstralen. Dergelijke inbreuken tegen de authenticiteit van de christelijke Boodschap zijn nefast voor de geloofwaardigheid en de heiligheid van het instituut. Er blijft een diep wantrouwen hangen. En afschuw blijft vele malen langer kleven dan respect.

Onder gelovigen heerst er een sfeer van diepe, plaatsvervangende schaamte. Er groeit ook een ongemak: men lijkt zich te moeten verantwoorden waarom men nog gelovig is en zich identificeert met de Kerk. Soms wordt de trouw aan de Kerk zelfs als 'medeplichtigheid' beschouwd, omdat men het instituut 'blijft steunen en dus goedpraat'. Dat is jammer en frustrerend, zeker in een maatschappelijk klimaat dat sowieso soms al neerkijkt op traditionele vormen van zingeving. Men wil de nuance niet begrijpen dat de Kerk van mensen niet samenvalt met de daders en de beschermingsmechanismen binnen de klerikale hiërarchie uit het verleden. Het is daarom in deze cynische tijden bijzonder moeilijk om te houden van de Kerk die zichzelf zo ongeliefd heeft gemaakt.

En in december kwam er nog een schandaal bij: ongehuwde moeders werden gedwongen tot adoptie. De kinderen werden verkocht aan families. De openbare omroep beweert zelfs dat het ‘systematisch’ gebeurde tussen de jaren ’40 en de jaren ’80.

Het is moeilijk om trots te zijn op de Kerk, wanneer ze tot zo'n afschuwelijk en wansmakelijk onrecht in staat is. De Kerk wordt geleid door mensen, dat klopt, maar wat er gebeurd is, kan niet eens 'menselijk' genoemd worden. Ook niet toen het gebeurde. En dat is géén kwestie van nuance. Het kwaad waar mensen toe in staat zijn, overstijgt de meest gruwelijke verbeelding. Er moeten grondige veranderingen gebeuren om dergelijke mistoestanden te vermijden in de toekomst. We moeten zeker niet terug naar het verleden.

Synode van Rome

Zo komen we bij een ander onderwerp: eerder dit jaar is er veel aandacht naar de synode in Rome gegaan. De vragen en bezorgdheden van de lokale gemeenschappen, van zowel gewijden als leken, werden via een grote bevraging opgelijst en daaruit volgde in de synode een diepgaand overleg. In uitkomsten bleef het overleg helaas eerder karig. Misschien komt er volgend jaar meer duidelijkheid, klinkt het voorzichtig-hoopvol. Paus Franciscus werd naar het einde van de synode toe duidelijk ongeduldig en pleitte met grote bezorgdheid voor een Kerk die bovenal verwelkomt, dient en liefheeft, in plaats van te veroordelen en uit te sluiten.

“Vandaag zien we nog niet de volle vruchten van dit proces,” concludeerde paus Franciscus. Hij is een wijs man, hij verdient het voordeel van de twijfel met dit inzicht. We zijn nog niet toe aan een volwaardig synodale en missionaire Kerk. Eigenlijk is dat jammer. Er zijn enkele deuren voorzichtig op een kier gezet, bijvoorbeeld het in vraag stellen van het verplichte celibaat en de mogelijk tot vrouwelijk diaconaat. Anderzijds blijven er ook enkele spookonderwerpen hangen: de wijding van vrouwen en gedeelde verantwoordelijkheid bijvoorbeeld. Een meer open en diverse structuur zou de Kerkelijke hiërarchie zeker ten goede komen.

Goede bedoelingen ten spijt, moeten we vaststellen dat onze Kerk heel traag evolueert, bijna onzichtbaar traag. Veel thema’s van 50 jaar geleden staan nog steeds onveranderd en onbeslist op de agenda. Er verandert wel degelijk iets, maar eerder in werkvormen dan in afgeklopte besluiten. Aan conservatieve zijde wordt er intussen veel lobbywerk verricht om de klok vooral terug te draaien, vaak met de idylle van een voorgoed verleden tijd voor ogen. En wat wordt bedoeld door de geloofsgemeenschap als men vraagt om meer inspraak? Zijn we klaar voor een synodaal kerkmodel, of verwachten wij eigenlijk een democratisch model? Is er in onze streken nog voldoende cohesie om synodaal te werken?

Lokaal verzanden?

Ondertussen verschraalt het aanbod bij ons zienderogen. Daar zit volle vaart in. Parochies werden federaties, federaties zijn intussen pastorale eenheden geworden. Die fusioneren nu tot nog grotere eenheden. Het aantal actieve priesters is in vijf jaar tijd met een vierde gedaald, net als het aantal wekelijkse kerkgangers trouwens. Is dit gewoon een parallelle evolutie of wordt de kerkgang toch ook beïnvloed door het afnemen van het aantal vieringen en door de toenemende afstand naar de dichtstbijzijnde kerk? Er is heel lang op gewoonte aangemodderd.

Hoe kan een pastorale eenheid in haar huidige vorm een warme gemeenschap zijn? Zijn priesters tegen wil en dank vooral overbevraagde managers geworden? Hoe aantrekkelijk is dat voor een jongere met een roeping? Kan de Westerse Kerk het klassieke priesterkerkmodel nog verder hanteren zonder voorgoed te verzanden? 

Wordt een geloofsgemeenschap verder gedefinieerd door de aanwezigheid van een priester? Of is er een ander model nodig, met aanvullende wijdingen en zendingen?

Zoals de toekomst er nu uitziet, blijven er wellicht nog kleine eilandjes over. Hoe relevant is de Kerk dan nog? Hoeveel tijd rest er nog om tot een werkbare oplossing te komen? Misschien zijn er constructieve mogelijkheden die de Kerk in een gewijzigde samenleving toegankelijk houden. Omarmt de Kerk het digitale tijdperk voldoende? Heeft de lokale gemeenschap nog voldoende voeling met de armsten en de zwaksten?

Vooruitblik

Deze kritische, negatieve en open bedenkingen kunnen een uitnodiging zijn tot reflectie, voor ieder van ons. In iedere teleurstelling schuilen er kansen en mogelijkheden. We hoeven niet in zak en as te zitten en klagend verder te stappen met de moed in de schoenen. Tegelijk is het moeilijk om vurige vreugde te ervaren binnen de huidige omstandigheden. 

Misschien zijn bepaalde wonden nog niet voldoende gesloten om aan verandering te denken. Misschien brengt het komende jaar loutering en sereniteit. Er is nood aan heling, aan sereniteit: bij de slachtoffers bovenal, maar ook bij de gekwetste Kerkgemeenschap, en in de samenleving. Mag ik dat toewensen aan ons en onze Kerk voor 2024? Sereniteit en inkeer.

22 december 2023

Kerstmis: het hoogfeest van de eenvoud (24-25 december 2023)

God merkte dat de mensen Hem niet begrepen. De farizeeën waren vooral met zichzelf bezig, en met de schone schijn. De mensen volgden allerlei zelfgemaakte regels en geloofden dat ze God daarlangs gelukkig maakten. Het werd tijd dat de voorspelling van de profeten in vervulling ging en zijn Zoon op aarde geboren werd. God laat zijn Volk niet in de steek omdat ze de Boodschap niet begrijpen. Ze krijgen de kans om het Woord van zijn eniggeboren Zoon aan te nemen. 

Méér dan dat

Is dat wat we vieren met Kerstmis? Ja… en nee. Er is meer. We vieren inderdaad dat God ons niet in de steek laat, dat Hij ons nabij blijft, ook wanneer wij denken dat we in de steek gelaten zijn; dat Hij ons begrijpt, ook wanneer wij Hem niet begrijpen.

Een belangrijke vaststelling is dat God Maria niet op een heilige berg heeft geleid zodat ze in de overdadige luxe van een tempel of paleis haar Zoon kon baren. Voor de Zoon van God is de grootste eenvoud goed genoeg. Wat volstaat voor de minsten onder ons, dat volstaat ook voor Jezus. Geen warme kamer, geen zacht bed, geen koninklijke praal, maar een voederbak met prikkend stro. Jezus wordt ten volle opgenomen in het menszijn.

Eenvoud

En juist daarom gaat Kerstmis ten diepste helemaal niet over gezelligheid en over een fonkelend, knipperend en blinkend interieur. Het is geen feest van luxe en van culinaire finesse. Er is natuurlijk niets verkeerd aan samen gezellig tafelen, maar dat is niet waar Kerstmis over gaat. De kern van het Geboortefeest van Jezus is pure, onversneden eenvoud. De Messias wordt in de grootste eenvoud geboren, uit een heel gewone Moeder zonder adellijke afkomst, in een ongezellige stal. 

Laten wij zoals de herders langsgaan bij de stal en het wonder aanschouwen. Net als de herders mogen wij ons meest kostbare bezit schenken: onze aandacht en aanwezigheid, onze bewondering, onze aanbidding, onze warmte. Oprechte eenvoud als meest hartelijk geschenk.

Levensecht

Kerstmis is een feest van vreugde en dankbaarheid, en die mogen we delen met elkaar. Let wel: de Kerstvreugde brengt geen spookjesachtig ‘lang en gelukkig’. Jezus wordt geboren in een stal en zal sterven aan een kruis. Gods gulle genade wordt lang niet altijd in dank afgenomen. Ook in ons leven ontmoeten we onbegrip, ziekte, uitdagingen en tegenslagen. Het zijn geen straffen. Ze horen bij ons menszijn, bij ons leven.

Liefde

De Kerstvreugde is een diepe blijdschap, uit dankbaarheid om Gods geschenk: zijn Zoon. En gedeelde vreugde is inderdaad dubbele vreugde. Vreugde werkt niet volgens de regels van de economie, maar volgens de liefde. Liefde delen maakt haar sterker. Die liefde is niet wollig of naïef, maar puur en oprecht.

Kerstmis daagt ons uit om ons geloof te versterken en te verdiepen: in ons denken, spreken én handelen. Laten we dus gul zijn met de Kerstvreugde, niet om iets terug te krijgen, maar uit pure vrijgevigheid. Laten we de essentie van dit feest vieren. Laten we de Boodschap van vrede verspreiden om ons heen en oog hebben voor wie troost of hulp nodig heeft. Laten we bouwen aan de wereld waar Gods Zoon over spreekt: een vredevolle wereld, waar mensen luisteren naar elkaar en zorgen voor elkaar. 

Ik wens je een zalig Kerstfeest!

15 december 2023

Een vrolijk verlangen (16-17 december 2023)

De advent is een tijd van inkeer, van stil gebed. Er wordt niet uitbundig gedaan. We bereiden ons ingetogen voor op de komst van Jezus. Toch is de advent geen hoogfeest van strak afgelijnde soberheid. De advent wordt gekleurd door een hartelijk verlangen, door een gevoel van gezamenlijk perspectief, een gedragen groei naar nieuwheid.

Zwaarwichtig

We hebben soms de neiging om in ons religieus denken en spreken alles zwaarwichtig te maken. Ook in onze liturgie zijn we soms aanzienlijk opgewekter op papier dan in de praktijk. Uiteraard is er ook een heel ernstige en respectvolle kant aan ons geloof. Onze diepste geloofsinhoud is beslist geen lachertje. Dat wil echter niet zeggen dat we als gelovigen niet vrolijk en opgewekt mogen zijn. 

God brengt zijn Volk een bevrijdende Boodschap. Steeds weer is Hij zijn Volk nabij. Hij staat hen bij met raad en daad. Wat kan er meer vertederend zijn dan een pasgeborene? Wat is er mooier dan God die ons zijn Eniggeboren Zoon zendt om ons meer dan ooit nabij te kunnen zijn? Hoe kan je daar niét blij van worden?

Geheel en al

De uitbundigheid van de zwangere Maria bij haar nicht Elisabet is een aanstekelijke uiting van blijheid en dankbaarheid. Haar 'Magnificat' is een bevlogen, vurig loflied dat ons  herinnert aan de spontane en opgewekte kant van ons geloof. (Lucas 1, 46-48) 

De profeet Jesaja weet zich begeesterd en gezonden om de blijde Nieuws te verkondigen, een boodschap van hoop en bevrijding. (Jesaja 61, 1) Bij die boodschap horen vreugdeolie en een feestgewaad. (Jesaja 61, 3) Ons geloof is niet enkel Woord en rede. Onze spiritualiteit is onlosmakelijk verbonden met onze geest, ons lichaam én onze ziel, geheel en al. (1Tessalonicenzen 5, 22)

En komt Johannes de Doper niet om te getuigen van het Licht? (Johannes 1, 6) Zijn nieuws is zeker hoopvol. Het licht maakt ons blij en dankbaar. Jezus wordt immers geboren als Zoon van God, als Heiland en Redder. Ja, we mogen ons verheugen omwille van dit Goddelijk Geschenk.

Gaudete

Daarom vieren we in de advent Gaudete-zondag. Het liturgische paars wordt even roze: een mengeling van paars en wit. Deze derde zondag van de advent is namelijk iets minder sober en ingetogen. Er klinkt een eerste kleine jubel van vreugde, nu Kerstmis nadert. Wat ingehouden klinkt in de klassieke Latijnse introïtuszang: "Wees blij in de Heer, nogmaals: wees telkens weer blij!" (Filippenzen 4, 4) Gods komst kan niet enkel in stil verlangen voorbereid worden.

Maak je nergens zorgen om, zo gaat het lied verder, vraag aan de Heer wat je nodig hebt. (Filippenzen 4, 6) Er klinkt een onbezorgde luchtigheid, een bijna kinderlijk enthousiasme: de Heer is nabij, Hij zal voor je zorgen.

Volwassen

Dat wil hoegenaamd niet zeggen dat ons geloof naïef of infantiel zou zijn. Wel mogen we ons telkens weer openstellen voor Gods genade, voor zijn Boodschap, voor zijn wijsheid. Een volwassen geloof veronderstelt een volwassen vreugde in de Heer: blijheid van hart. Geen blijheid om een verkregen traktatie, maar blijheid uit dank, uit ontzag, uit bewondering en aanbidding. 

Voor een nuchtere Westerling, met polderaarde klevend in de nerven van de zolen, kan dat wat kinderachtig en onnozel klinken. Wie echter niet verwonderd blijft in het leven, wie niet gedreven wordt door onbevangen interesse, die verschrompelt stilaan en verdort. Teveel mensen vervallen in passieve, gelaten negativiteit. Het is alleszins geen christelijke grondhouding. En daarom is Gaudete-zondag een 'reminder'. Enthousiasme in woord en daad en blijheid van hart geven kleur aan je geloof! 

We mogen in deze advent opgewekt verlangen.

08 december 2023

Een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont (9-10 december 2023)

Advent is een tijd van dromen, of juister gezegd: actief hopen. Hopen op een betere wereld en er zelf al mee aan bouwen. Dromen verglijdt algauw in een feeëriek verlangen dat geen aarding in de realiteit meer vindt. In de hoop zit een realistisch verlangen naar beter. Het kan, maar enkel met een gezamenlijke juiste ingesteldheid. 

Droombeeld

In de advent kijken we uit naar de geboorte van Jezus met Kerstmis, maar er is ook een diepere laag: we verlangen naar de wederkomst van Christus, ooit. We zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. (2Petrus 3, 13) In Openbaring horen we hetzelfde visioen. Gods belofte zal werkelijkheid worden: Hij maakt alles nieuw, want Hij is Alfa en Omega. (Openbaring 21, 5-6) De tijdelijke aarde is dan voorbij, waar we verdriet lijden en pijn, waar we rouwen en sterven. (Openbaring 21, 4)  

Het adventslied 'Nu gaan de bloemen nog dood' verwoordt de troost en het verlangen naar een nieuwe tijd op een diepzinnige wijze. (Om te beluisteren in de wat theatrale, maar niettemin inspirerende uitvoering door het Christelijk Mannenkoor 't Harde en sopraan Femmy Van der Weg: klik hier) Onterecht, naar mijn aanvoelen althans, wordt dit een 'kinderliedje' genoemd.

Vertrouwen

We verlangen in de advent vol vertrouwen naar een Nieuwe Tijd. Toegegeven, we benaderen hiermee een bijzonder zwaar theologisch thema: de eschatologie, de leer over de eindtijd. Hierbij moeten we de ons bekende en vertrouwde aarde onder onze voeten volledig loslaten en ons denken doen opstijgen naar het ongrijpbare. Omdat het Gods belofte betreft aan de mensheid, is het geen projectie of melige vlucht. (2Petrus 3, 9 en Openbaring 21, 1-5) De advent is de tijd bij uitstek om niet alleen te verlangen naar de komst, maar ook naar de wederkomst van Christus.

In de eerste lezing wordt door de profeet Jesaja het 'eschaton', het allerlaatste, al aangekondigd: lang vóór de geboorte van Jezus. Het mag vanaf de hoogste berg geroepen worden: God is op komst, en zijn beloning gaat vóór Hem uit. (Jesaja 40, 10) Heeft God in zijn oneindige goedheid zijn Eniggeboren Zoon niet onder ons laten wonen? De Belofte van de Eeuwige is al deels in vervulling gegaan. Dit is de advent ten diepste. 

Nu al

De profeten Jesaja en Johannes de Doper wijzen niet enkel met hun vinger in het oneindige. De nieuwe aarde is niet alleen een kwestie van passief ontvangen. De aarde moet voorbereid worden, en dat is een kwestie van volledige inzet van elkeen die op Gods Woord zijn vertrouwen stelt.

Onze taak? In ons doen en laten horen we de weg klaar te maken in het dorre land voor de Heer, in ons denken en ons spreken een pad te effenen in de wildernis voor onze God. Er zijn duidelijk grote obstakels op aarde die de komst van God verhinderen: diepten en hoogten, ruig land en oneffen hellingen. (Jesaja 40, 2-3 en Marcus 1, 3) Dit zijn uiteraard beeldspraken. De oneffenheden zijn de onze, niet die van de grond waarop we staan.

Zoals Christus

De profeten hebben het over heuvels van hebzucht, bergen van eigengereidheid en diepten van kwaadheid. Het zijn de ingrediënten voor ruzie en voor oorlog, voor onrecht en ongelijkheid op onze aarde.

Wanneer Thomas a Kempis in 'Over de navolging van Christus' (De imitatione Christi) schrijft wat de diepste vrede bewerkstelligt, dan vernoemt hij vier prioriteiten: je moet de wil van de ander voorop stellen, steeds minder gericht zijn op bezit, steevast de laatste plaats opzoeken, en bidden dat Gods wil volbracht mag worden in jou. Hij zet hiermee aan tot zelfbewust en zelfkritisch handelen in navolging van Christus. 

Wanneer wij groeien in wijsheid, bouwen aan eerlijke standvastigheid, meer gericht zij op het duurzame en in alles streven naar vrede, dan kunnen we van deze wereld het begin van Gods Rijk waar maken. Deze eigenschappen zullen we met Kerstmis ook terug horen uit de mond van de profeet Jesaja: "Deze namen zal Hij dragen: Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige, Vredevorst." (Jesaja 9, 5b) 

Wanneer we samen bouwen aan dat Rijk, dan wordt de wereld een meer leefbare plaats, waar vrede, naastenliefde en gerechtigheid bloeien, waar God zich welkom weet. Dat is een kwestie van samen werken, samen bouwen.