Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- Drie vormen van Aanwezigheid (26 mei 2024).

25 juli 2023

Oud en nieuw tevoorschijn brengen (29-30 juli 2023)

In een schatkamer berg je geen rommel op. Zo stel ik mij dat toch voor. Ik ben niet rijk, en zal het ook nooit worden. Jezus spreekt niet over een schatkamer om ons te doen streven naar exuberante geldelijke rijkdom. Hij vergelijkt het geloof met een schatkamer en de geloofsinhoud met schatten die getuigen van geestelijke rijkdom. Het feit dat Hij die vergelijking maakt, betekent dat Hij de geloofsinhoud van het Joodse volk naar waarde schat. Het is een schat die gekoesterd moet worden. 

Jezus omschrijft de Schrift als een schatkamer waaruit we parels van verzen en verhalen mogen bewonderen. Hij richt zich immers tot de Schriftgeleerden vandaag. Het oude en het nieuwe weet Jezus naar waarde te schatten. Het oude wordt niet uitgewist of overschreven of weggegooid, maar krijgt een nieuw aanzien samen mét het nieuwe.

Verbond en testament

Hij spreekt vandaag over oude en nieuwe schatten (in het Grieks: ‘kaina kai palaia’), maar bevestigt daarmee meteen dat Hij geen jota van de Schrift zal aanpassen. (Matteüs 5, 18) De teksten van Mozes en de Profeten zijn heilig en dat blijven ze ook na Jezus’ komst op aarde. Met Jezus begint het Nieuwe Verbond. Dat zal neergeschreven worden in het Nieuwe (Tweede) Testament, maar daarin levert Hij geen bijdrage. Een verkondiger is Hij, geen schrijver. In Hem begint iets nieuws: een Nieuw Verbond.

Verbond en testament mogen in de Bijbelse context eigenlijk door elkaar gebruikt worden. Het Hebreeuwse woord voor verbond is ‘beriet’. Het verwijst naar een plechtig beëdigde wederzijdse afspraak. In het Grieks wordt ‘verbond’ eigenlijk vertaald als ‘suntèkè’. In de Griekse Schriftvertaling wordt dit begrip echter (op één uitzondering na) niet gebruikt. Wanneer een testament wordt bedoeld, dat een nalatenschap of overdracht regelt, zoals wij dat ook nu kennen, dan wordt in het Grieks de term ‘diatèkè’ gebruikt. Maar ‘diatèkè’ wordt ook als vertaling voor het woord ‘verbond’ gebruikt. We kunnen stellen dat verbond en testament in onze christelijke lezing onderling uitwisselbaar zijn. De band tussen God en mens en de overdracht van Goddelijke wijsheid vormen één geheel. Het geloof en de geloofsinhoud vormen een eenheid, net zoals sacrale rituelen en dagelijkse gewone handelingen bij elkaar aan horen te sluiten. Misschien kunnen we deze nuance poneren: het Verbond leidt tot een Testament.

Het Oude

Met het ‘oude’ bedoelt Jezus de geschriften van (of beter: over) Mozes en de Profeten, die het Oude Verbond verhalen. Abraham bevestigt op rituele wijze Gods belofte die Hij in een verschijning aan Abraham heeft gedaan. Er wordt een altaar gebouwd en een offer opgedragen. (Genesis 12, 7b) Het is een ritueel dat een bijzonder plechtig en sacraal verhaal afrondt. (Genesis 12, 1-7) Mozes en het volk erkennen later het Verbond, dat concreet vorm krijgt in de tien geboden, eveneens met een ritueel. (Exodus 24, 1-8) Het volk bevestigt gezamenlijk en volmondig de geboden te zullen onderhouden. (Exodus 24, 3) Daarna bekrachtigt Mozes het Verbond met offerbloed (Exodus 24, 8) Dat zal Jezus tijdens het Laatste Avondmaal op rituele wijze niet toevallig overdoen, of beter: overtreffen.

In het Eerste Testament wordt gemeld dat het heilig Verbond tussen God en zijn volk verbroken wordt. God verklaart op voorhand nochtans klaar en duidelijk wat er gebeurt wanneer men het Verbond niet onderhoudt. (Leviticus 26, 14-16) De Heer vertrouwt aan Mozes al toe dat het Verbond verbroken zal worden, dat het volk andere goden zal eren. (Deuteronomium 31, 16-20) Alles verandert in de lange crisisperiode van de val van het verenigde rijk en de ballingschappen. 

Het Verbond is verbroken, en God doet voorzichtig al de belofte dat de dag zal komen van een Nieuw Verbond. Hij spreekt dit uit langs profeten. Het zal geen verbond zijn dat op steen is gebeiteld maar in het hart van de mensen. (Jeremia 31, 31-34 – Hebreeën 8, 8-13) Het zal een eeuwig Verbond zijn, met hart en ziel, een Verbond van Liefde. (Jeremia 32, 40 – Jesaja 54, 9-10) God zal iets nieuws beginnen. Sterker nog: het begint al te ontkiemen. (Jesaja 43, 18-19)

Het Nieuwe

Wanneer God als Mens, kwetsbaar en aan ons gelijk, op aarde is komen wonen, in onze wereld en in onze tijd, is iets totaal nieuws begonnen. Met Jezus vangt het langverwachte Nieuwe Verbond aan. Jezus’ verkondiging geschiedt in de naam van de Vader in de hemel. Jezus’ liefde tot het uiterste toe, in zijn lijden, zijn dood en verrijzenis, bezegelt dat Nieuwe Verbond zoals Mozes met offerbloed het Eerste Verbond had bekrachtigd, maar dan in de opperste overtreffende trap

De belangrijke aanvulling die Jezus doet op de Wet is het centraal plaatsen van de Liefde: we dienen God lief te hebben, en onze naaste als onszelf. (Matteüs 22, 37-40 – Marcus 12, 29-31 – Lucas 10, 27) De band met de traditie van de Wet en de Profeten is duidelijk aanwezig. Daarin is het fundament van de liefde voor God en de liefde voor de naaste immers al gelegd. (Deuteronomium 6, 5 en Leviticus 19, 18) Deze Liefde draagt Jezus zijn volgelingen op. Jezus vertrekt daarbij uit de Liefde van de Vader voor de Mensenzoon. (Johannes 15, 9-17) Deze Liefde is een bron van diepe vreugde.

Het authentieke

Deze vreugde stralen de farizeeën en Schriftgeleerden hoegenaamd niet uit. Hun geloof is tot een gewoontegodsdienst verworden. Ze zijn te allen tijde omringd door zwermen van zelfgemaakte regeltjes die ze nauwgezet moeten volgen en die ze alle gelovigen opleggen. De kern van het geloof is niet meer belicht. De aandacht is verschoven naar bijkomstigheden.

Wanneer gezegd wordt hoe mooi de tempel wel is, voorspelt Jezus al dat geen steen meer op een andere zal blijven, dat alles zal worden afgebroken. (Lucas 21, 5-6) Hij doet ook de gewaagde uitspraak dat men de tempel man afbreken. In drie dagen zal Jezus hem heropbouwen. (Johannes 2, 19) Net zoals het oude Verbond in zijn oorspronkelijke vorm, onderweg in de woestijn, zal ook het Nieuwe Verbond niet gebonden zijn aan stenen gebouwen, zelfs niet aan stenen tafelen, maar aan het hart van een volk onderweg.

Het perspectief van waaruit Jezus het geloof belicht, is eigenlijk niet zozeer nieuw, maar vooral authentiek. Het Licht dat Hij straalt op de eeuwige Wet, is dat van de Liefde, die men eigenlijk al had moeten herkennen in Gods Naam: “Ik ben er voor u”. (Exodus 3, 14)

Parabel

“Heb je dit alles verstaan?”, vraagt Jezus aan zijn leerlingen (Matteüs 13, 51) Hij heeft immers in parabels gesproken en voegt er nog eentje toe. Wanneer Jezus spreekt over de huiseigenaar die oude en nieuwe kostbaarheden uit zijn schatkamer haalt, dan spreekt Hij opnieuw in een gelijkenis. 

Het is één van de kortste parabels, waarmee Hij de opdracht verheldert van de Schriftgeleerden, maar bij uitbreiding van iedereen die leerling is geworden in het Koninkrijk van de hemel. Oud en Nieuw zijn waardevol en vormen samen de grootste rijkdom die we in het leven mogen koesteren in haar zuiverste vorm: ons geloof in God, onze Schepper en Bevrijder. Oud en nieuw brengen we tevoorschijn wanneer we uit de Schrift lezen. Kaina kai palaia.

19 juli 2023

Kiemen van een positieve theologie (22-23 juli 2023)

In de katholieke traditie klonk vroeger wel eens de leuze: "wat niet verplicht is, dat is verboden" om de benepenheid van de geloofsinhoud en geloofsbeleving te verwoorden. Er was scrupuleus gedetailleerd uitgewerkt in een gesloten systeem hoe de ideale werkelijkheid nagestreefd moest worden in ons aardse tranendal. Ook vandaag bestaat die gewaarwording nog. De christelijke praktijk kan er onbereikbaar moeilijk door lijken. Een ethiek gebaseerd op negatieve principes bespreekt alles wat niét mag. Dit stimuleert de neiging om anderen terecht te wijzen en bevordert een gesloten ethiek, die defensief is ten opzichte van alles wat nieuw of anders is. Is er een andere kijk in het evangelie te vinden?

Nieuwe kansen

De lezingen vandaag geven nochtans aan dat God niet herleid kan worden tot een strenge Rechter, steeds klaar om te straffen en te veroordelen. Het basisprincipe van Gods rechtvaardigheid is immers zachtheid en hoop. (Wijsheid 12, 18) God is mild en zachtmoedig omdat Liefde het beginsel is. Liefde vertrekt niet uit het negatieve maar juist uit welwillendheid en optimisme. Liefde heeft niet als eerste intentie om te begrenzen en te beperken maar juist te inspireren en aan te zetten om deze liefde met onze naasten te delen (Wijsheid 12, 19). Liefde trekt ons omhoog, naar God toe. Negativiteit duwt ons omlaag.

God blijft niet staren op wat verkeerd is gegaan, maar geeft nieuwe kansen en schenkt vergiffenis. Parallel is de kern van Jezus' Boodschap niet zijn lijden en sterven maar zijn verrijzenis. Niet het kwaad staat centraal maar nieuwe hoop. Dat ontbreekt nog te vaak in ethische en theologische standpunten. 

Kwetsbaar

Wanneer God het geloof zaait onder de mensen, zoals de parabel vertelt, en er wordt ook onkruid doorheen gezaaid, dan gaat Gods aandacht niet uit naar het onkruid maar naar het beschermen van de oogst. (Matteüs 13, 29-30) De knechten in het verhaal trachten Hem nochtans te overtuigen om het onkruid te wieden. (Matteüs 13, 28) De goede planten die daarin sneuvelen, zijn dan 'collateral damage', toevallige nevenschade. Dat is buiten de Baas gerekend. Dergelijke nevenschade heeft de Kerk doorheen de tijd helaas al te vaak veroorzaakt, wellicht met goede bedoelingen, maar met beperkt inzicht.

Het Koninkrijk van God, de verwezenlijking van ons geloof hier op aarde in ons doen en laten, omschrijft Jezus als een mosterdzaadje. (Matteüs 13, 31) Het is klein en kwetsbaar bij aanvang. Die kwetsbaarheid wordt niet veroordeeld door Jezus, maar juist geprezen. Het groeit uit tot een enorme boom waar de vogels in kunnen nestelen. (Matteüs 13, 32) Er is standvastigheid en er ontstaat nieuw leven met deze boom. 

Klemtoon

Er is ook een schaduwzijde aan de verhalen die Jezus vertelt. Het onkruid wordt gebundeld en in het vuur gegooid. (Matteüs 13, 30) Ethiek is gebaseerd op het onderscheid tussen goed en kwaad. De vraag is wat er het meeste doorweegt, wat het meeste aandacht verdient: het goede of het kwaad? Dat zegt veel over hoe er gedacht wordt. Dat vertelt waar je op gefocust bent.

Met zijn parabel van het mosterdzaadje plant Jezus kiemen van een positieve theologie. Deze ontkent de waarschuwing en het bestaan van het kwaad niet. Maar ze blijft er ook niet reflexmatig aan vast zitten.

15 juli 2023

Liever niet horen of zien... (15-16 juli 2023)

We hebben onze zintuigen nodig om vlot door het leven te kunnen gaan. Toch horen en zien we niet alles: onze zintuigen werken selectief. Ook onze aandacht is selectief: soms willen we zaken niet horen of zien. Jezus waarschuwt dat we onze oren en ogen moeten openhouden voor de Boodschap van God. Daarbij kan het niet de bedoeling zijn dat we ons eigen gelijk belangrijker vinden dan Gods Woord, of dat we simpelweg wegkijken van zijn boodschap. God heeft ons geschapen en ons de vrijheid geschonken, maar dat geeft ons niet het recht om ondankbaar te zijn.

Reflex

Wanneer we teveel pijn ervaren, kunnen we het bewustzijn verliezen. In dat geval schakelt ons lichaam het bewustzijn uit en gaat het in een noodmodus. In andere gevallen schakelt onze geest het realiteitsbesef en oordeelsvermogen soms uit, bij een psychisch trauma bijvoorbeeld. Deze beide vormen van zelfbescherming gebeuren vanzelf, zonder dat de mens er zelfbewust een keuze in heeft maakt.

Wanneer we onze oren en ogen sluiten voor de werkelijkheid, omdat we ze niet aankunnen zoals ze is, dan is dat niet reflexmatig. Het ligt wel in het verlengde van de ongecontroleerde zelfbeschermingsreflex. Een belangrijke vraag daarbij luidt: is de mens zich op dat moment bewust van het feit dat hij of zij zich afsluit voor de omgeving? Het antwoord is, zoals vaak, complexer dan verwacht.

Willen of kunnen

 “Het hart van dit volk is afgestompt,” zegt Jezus, “hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten. Met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. Want anders zouden ze tot inkeer komen en zou Ik hen genezen.” (Matteüs 13, 15) Is het hun schuld, omdat ze niet willen horen en zien? Of zijn ze niet begenadigd, en kunnen ze daarom niet horen of zien? Jezus merkt alvast op dat de leerlingen zich gelukkig mogen prijzen (Matteüs 13, 16) en dat veel mensen ernaar hebben verlangd om te zien wat de leerlingen zien, maar dat ze het gewoonweg niet te zien kregen (Matteüs 13, 17).

Mensen sluiten zich inderdaad soms actief en bewust af. Dit is van alle tijden, en vreemd genoeg zijn de drijfveren in al die tijd weinig veranderd. In sommige gevallen sluiten mensen zich af uit zelfbescherming: ze hebben al genoeg zorgen en bezigheden, er is al zoveel gaande. (Matteüs 13, 22a) Hun hoofd is vol, maar hun hart loopt leeg. (Matteüs 13, 15a) Brood en spelen volstaan. Soms is zelfonderschatting de aanleiding: mensen denken dan dat ze niet gemaakt zijn voor spirituele interesse. Dat zal veel te moeilijk zijn, te ingewikkeld voor een gewone mens. (Matteüs 13, 19)

Actief en passief

Een andere motivatie is zelfcontrole: in dat geval wil men zich bewust niet inlaten met spiritualiteit omdat men te allen tijde controle wil hebben over alles wat in het leven gebeurt. De wereld is inderdaad maakbaar en we zijn tot veel in staat. Een extremere vorm van deze motivatie is zelfbedrog: men ziet het leven en de wereld als volledig manipuleer en gaat daarin zover dat men enkel accepteert wat aan die criteria voldoet. Toch worden we allemaal ooit ingehaald worden door hetgeen niet beheersbaar is: ongeneeslijke ziekte, achteruitgang, eindigheid.

We mogen het niet-zien en niet-horen niet volledig herleiden tot een eenvoudige, actieve beslissing. Er spelen menselijke gebreken en onvolkomenheden mee op de achtergrond. Die beïnvloeden op passieve wijze de keuzes die men maakt, of die men in het leven al doende realiseert. Er is immers vaak geen concreet keuzemoment, maar wel een manier van zijn waarmee men de keuze gaandeweg bevestigt of toch omkeert.

Mensen hebben vaak een gebrekkig inzicht in de boodschap: die is op school heel kinderlijk uitgelegd en daarna niet meer heruitgelegd, of in lang vervlogen tijden langs vraag en antwoord in het geheugen gegrift, zonder dat mensen de diepte-inhoud hebben begrepen. De kinderlijke wijsheid en de catechismusantwoorden geven zelden een persoonlijk antwoord op de complexe vragen in het leven. Soms hebben mensen ook last van een gebrekkig oordeelsvermogen: ze komen niet tot een beslissing die een ommekeer zou realiseren omdat dit zo allesomvattend is en tegelijk veel inspanning en doorzetting vraagt. In de parabel vernoemt Jezus deze mensen bij de rotsachtige grond. (Matteüs 13, 20-21) Er zijn ook mensen die erg rationeel ingesteld zijn, met een gebrekkige voeling voor spiritualiteit: het is niet in het vertrouwde bewijs-wetenschappelijk kader te gieten en wordt daarom als onlogisch’ en onwetenschappelijk opzij geschoven. Let wel, deze oplijsting is helemaal niet volledig.

Ego

Uiteindelijk is het ego, dat zich graag als sterk, standvastig en zelfstandig etaleert, de grootste remmende factor. Ook dat is niet enkel een fenomeen van onze tijden. Wel is er meer ruimte gekomen voor het ego, met de bijhorende voor- én nadelen. Tegelijk lijken we ons als samenleving stilaan een nieuwe ethiek op te leggen, een nieuw denk- en leefpatroon, dat evenzeer beklemmend kan aanvoelen voor het ego.

Egoïsme en egocentrisme zijn de belangrijkste overdreven uitingsvormen van het ego. Dat egocentrisme uit zich heden ten dage ook in ‘ego-propagisma’. Men wil de ander overtuigen van het eigen gelijk. Weerwoord tegen, of ontkenning van dat gelijk worden afgedaan als dom, dwaas en kortzichtig. De ander ‘heeft het (nog) niet begrepen. Wanneer het ego zo sterk centraal wordt geplaatst, wordt het nog breekbaarder en kwetsbaarder dan het op zich al is. Het zoekt stevigheid in rijkdom, macht en bevestiging. (Matteüs 13, 22b) Men gaat soms in een dwangstand en verliest juist de rede die zo hoog in het vaandel van het ego wordt gedragen.

Ontvankelijkheid

Wat kunnen we doen om wél te horen en te zien? Waarmee kunnen we onze ogen en oren openen voor Gods Woord? Jezus spreekt in sloganeske taal: “Laat wie oren heeft, goed luisteren!” (Matteüs 13, 9) Het lijkt erop dat we het niet moeilijk hoeven te maken. Wie luistert naar de Boodschap en die dankbaar aanneemt, is goed op weg.

Het einde van dit evangeliehoofdstuk geeft nog een andere sleutel prijs. Wanneer we aanstoot nemen aan Jezus en zijn Boodschap, dan kan Jezus niets doen. (Matteüs 13, 57-58) Er is een open en ontvankelijke geest nodig. Dan kan ook Jesaja’s profetie werkelijkheid worden: “het woord dat voortkomt uit mijn mond, keert niet vruchteloos naar Mij terug, niet zonder eerst te doen wat Ik wil en te volbrengen wat Ik gebied.” (Jesaja 55, 11). In de voorafgaande verzen bij Jesaja is het onmogelijk om naast de link met Jezus’ verkondiging te kijken: “Luister aandachtig naar Mij”, zegt de Heer (Jesaja 55, 2c), “Leen Mij je oor en kom bij Mij” (Jesaja 3a). Je oor aan God lenen, is het Hem toevertrouwen. Je oor staat dan ten dienste van Hem. Net als Jezus ervaart ook Jesaja tegenkanting van zijn toehoorders. (Jesaja 56, 11 en Matteüs 13, 57) 

Luister, verwelkom en volbreng

Het Woord is voor ieder van ons bestemd. Wanneer we onze volledige aandacht richten op het Woord door het in alle ontvankelijkheid te beluisteren, vrij van vooroordelen en zelfbelang, dan kan het gezaaid worden, aarden en groeien in ons hart. Het Woord streelt ons ego niet en staat soms haaks op onze persoonlijke logica. Laat het duidelijk zijn: het Woord beluisteren en ontvangen, gaat gepaard met contrastervaring. Echter, contrast moet niet vermeden worden, maar juist verwelkomd. Het is het begin van groei. En zo kan het Woord volbracht worden, meer en meer, in ons eigen leven.