Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- Drie vormen van Aanwezigheid (26 mei 2024).

31 december 2022

Maria brengt alles samen in haar hart (1 januari 2023)

Wondere dingen gebeuren met Kerstmis. De herders schrikken van de verschijning van de engel van de Heer in het holst van de nacht. (Lucas 2, 9) “Ze verschieten zich een bult”, zegt men in het West-Vlaams. In Antwerpen is dat “ne floeren aap”. Misschien is het Noord-Nederlandse “apelazarus” nog de beste omschrijving voor hun toestand. Hoe dan ook: veel tijd om te bekomen, krijgen ze niet.

De engel geeft hun meteen een duidelijke zending. Hij draagt hun op om vanuit de velden naar Betlehem te gaan en er de Messias te ontmoeten: een pasgeboren Kind, liggend in een voederbak. (Lucas 2, 12) Ze geloven in de Heer en verwachten de Messias. Hun zending nemen ze dan ook ernstig.

Zonder twijfel

Wij lezen spontaan misschien wat te haastig doorheen deze passage. Hun Messias, zo wordt hun verkondigd, zal in een voederbak liggen: niet bepaald een vorstelijk decor. Het is een wonder dat ze de boodschap van de engel voor waar aannemen en spontaan geloven dat de Messias is geboren. Een farizeeër of Schriftgeleerde had in een deuk gelegen van het lachen. God die zijn Eniggeboren Zoon in een voederbak laat slapen, stel je voor!

De herders twijfelen niet. Ze gaan naar Betlehem, groeten de Messias en spreken over wat hun is verteld.  Ze loven en prijzen God om alles wat hun gezegd is en omdat het werkelijk is gegaan zoals de engel heeft gezegd. (Lucas 2, 20) De vreugde van Kerstmis is bijzonder groot in hun harten.

Samenbrengen

Maar Maria, die pas bevallen is van haar Zoon, is nog het meest onder de indruk. Ze laat het allemaal gebeuren: de geboorte, het bezoek van de herders, en dan de wijzen uit het Oosten. Maria zal nog veel smart in haar leven ontmoeten, maar dit is een gelukzalige tijd voor Moeder Maria, ook al ligt haar Zoon in een voederbak en zitten ze niet in een knusse, warme kamer.

Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef er over nadenken. (Lucas 2, 19) Misschien nog wat dichter tegen de Griekse tekst: “Maria koesterde dit alles in haar hart.” Hiermee is één woord nog niet opgenomen in de vertaling. Maria doet dit “samenbrengend” (in het Grieks: “sumballoesa”).

Op belangrijke momenten in een mensenleven resoneren verschillende niveaus tegelijk. Wat er gebeurt, komt op verschillende manieren tegelijk tot uitdrukking. Er zit symboliek in verweven. Niet toevallig herken je dat woord ook in het Griekse “sumballoesa”. Er klinken meerdere registers tegelijk, teveel om ze van elkaar te onderscheiden en volledig te begrijpen. Maria brengt alle indrukken bij mekaar en denkt er over na, wellicht met een glimlach op haar gelaat.

Zoals gevraagd

Vervolgens wordt haar Zoon besneden en krijgt Hij de naam Jezus toegekend. De geldende regels van dat ogenblik worden gevolgd. Jezus wordt Joods opgevoed. Hij is geen uitzondering, Hij groeit op binnen de traditie van het Volk Gods. Ook Gods wens, bij monde van de engel Gabriël, wordt ingewilligd: zijn naam wordt Jezus.

De naam Jezus (in het Hebreeuws: “Jeshoe-aa”) betekent: “God redt”. Matteüs helpt ons hier op weg: “want Hij zal het Volk bevrijden van haar schuld.” (Matteüs 1, 21).

Droevig randje

De “Je” verwijst naar het begin van het Tetragram, het Hebreeuwse vierletterwoord JHWH dat als “Jahweh” uitgesproken kan worden, maar dat eigenlijk zo heilig is in de Joodse traditie dat de naam niét wordt uitgesproken. In de plaats zegt men "Adonai": de Onuitspreekbare. “Shoe-aa” betekent: een reddende roep om hulp. Daarmee is meteen al duidelijk verwezen naar de Goede Week, midden in de blijdschap van Kerstmis. Ook de oude Simeon, die niet zou sterven voordat hij de Messias heeft ontmoet, zet Maria met haar beide voeten op de grond. (Lucas 2, 34-35)

Toch heeft de vreugde om de geboorte van de Messias de bovenhand. En zo hoort het ook. Onze Redder is in deze wereld geboren om Gods Woord te verkondigen en om ons te bevrijden! 

Laat deze blijdschap ons meer dan ooit in het jaar 2023 inspireren!

22 december 2022

Een kerstwens (26 december 2022)

Nu het koud en kil is buiten,

kunnen we elkaar binnen opzoeken

met meer aandacht voor gezelligheid.

Laat ons warmte delen met elkaar.

 

Nu de bomen kaal en leeg zijn,

denken we aan wat voorbij is

en wie we moeten missen.

Laat ons dankbaar zijn voor elkaar.

 

Nu de dagen kort zijn en het licht zo zwak,

krijgen we de kans om tot onszelf te komen

en om anderen te ontmoeten.

Laat ons licht zijn voor elkaar. 

21 december 2022

Kerstmis: Licht in de duisternis (24-25 december 2022)

Ik was onlangs in de Ardennen, om even tot rust te komen, in een chalet. Heel gezellig, maar wat had ik het donker onderschat. Buiten was het ’s avonds werkelijk stikdonker. Hier is er veel straatverlichting. Daar zag je werkelijk niets, op een paar verre sterren na. Na drie stappen was ik letterlijk de weg kwijt. Stond ik in de grasberm? En was daar geen diepe gracht naast? Ik kon enkel tasten in het duister. Ik greep naar mijn gsm, die heeft een zaklamp. En zie: er was licht. Bijna meteen klonk een waarschuwingstoon: batterij leeg. Enkele tellen later ging het licht uit. Daar stond ik dan, in de steek gelaten door de techniek, met rondom mij duisternis...
Onze duisternis
Duisternis brengt onzekerheid. Het beangstigt. We hebben graag zicht op de zaken, we willen weten waar we staan. In het leven overkomt de duisternis je. Soms word je erdoor overvallen, soms sluipt het donker traagjes dichterbij. Zware tegenslagen zetten het leven overhoop. Je bent de controle kwijt en dagelijkse evidenties worden plots in vraag gesteld. We kennen dit fenomeen allemaal.

Het doet ons verlangen naar licht, dat we maar niet kunnen vinden. Soms helpt een tijdelijke lichtbron, zoals mijn gsm in de Ardennen, een sprankeltje hoop. Dat kan een gesprek zijn, een hobby, een engagement, noem maar op. Een aangename afleiding. Tegelijk weet je dat het een troostdoekje is. Er is meer voor nodig om een tegenslag te dragen. Iets wat rotsvast is.

"Ik ben er"
Wanneer je wankelt, heb je nood aan een steun die je rechtop houdt of die desnoods je val breekt. God biedt zich aan. Hij kent ons, doorgrondt ons. Hij kent onze sterkten en zwakten. Hij is onder ons komen wonen, Hij is als mens onder ons geboren en heeft het menszijn tot het uiterste toe doorgemaakt. Hij is niet onder ons gekomen als een rijk koningskind, maar in alle eenvoud. Juist daarom staat de kerststal vandaag centraal, niet enkel als vertederend plaatje, maar vooral als boodschap. “Ik ben er”, zegt God, niet als een mythisch verhaal in het ongrijpbare, maar heel concreet in onze geschiedenis.

Hij wordt geboren als Licht in onze wereld. Hij deelt onze vragen en zorgen, onze beperkingen, onze emoties. Hoewel Jezus de Zoon van God is, mag Hij ook één van ons zijn. Dat biedt God ons aan, zozeer heeft Hij ons lief. Dichterbij kan Hij niet komen. Waarom zouden we dan weigeren?
Onder ons
Neen, Hij zal ons verdriet niet wegnemen. Hij zal onze tegenslagen niet ongedaan maken. Dan zouden wij magie van Hem verlangen. Toen Jezus geboren werd, heeft God niet gauw nog een paleis getoverd. Toen Jezus zijn lijden tegemoet ging, heeft God zijn Zoon niet vlug van de aardbol weggeplukt. God zal er zijn om met ons mee in het verdriet te staan, om ons in de tegenslag bij te staan, om zich over ons te ontfermen.

Kerstmis gaat over dankbaarheid: God laat ons niet alleen. Kerstmis gaat over Licht in een wereld die zo donker kan zijn. Dat wordt over de hele wereld gevierd: dit feest kent geen landgrenzen. 

Laten we onze blik richten op de kerststal en blij en dankbaar het Geboortefeest van de Heer vieren. Laat het voor elk van ons een zalig Kerstfeest zijn.

16 december 2022

Sint-Jozef ligt te slapen (17-18 december 2022)

De heilige Jozef is de eerste duizend jaar van het Christendom niet echt van tel. Er worden geen kerken naar hem genoemd en er zijn geen pelgrimsoorden aan hem toegewijd. Sint-Jozef heeft ook geen eigen feestdag op de kalender tot de tiende eeuw. Het zal duren tot de negentiende eeuw eer het feest van de heilige Jozef wereldwijd verplicht wordt in de Kerk. Pas in 1962 wordt zijn naam door Johannes XXIII toegevoegd aan het (eerste) eucharistisch gebed.

Eigenlijk komt er vooral verandering in de devotie rond Sint-Jozef vanaf de dertiende en veertiende eeuw, met de prediking door bedelorden, zoals de dominicanen en de franciscanen. Ook devotionele geschriften van Bernardinus van Siena en Teresa van Avila doen de aandacht voor Sint-Jozef verder toenemen. Hij wordt uitgeroepen tot patroon van de Nederlanden in 1679 en patroon van de wereldkerk in 1870.

Stilte

Dat er zo weinig aandacht is voor Jozef in het eerste millennium, is eigenlijk geen verrassing. Over Sint-Jozef weten we maar weinig. Hij wordt in de evangelies van Matteüs en Lucas enkele keren vernoemd, en slechts één keer in het Johannesevangelie, verder niet. Telkens zijn het korte passages, en geen enkele keer wordt Jozef geciteerd: hij wordt zelf nooit aan het woord gebracht. Er wordt enkel óver hem verteld. Jozef wordt overigens slechts vermeld totdat Jezus 12 jaar is. Nergens wordt geduid waarom hij daarna niet meer in verhalen vernoemd wordt. Tijdens de hele periode dat Jezus verkondigend rondtrekt, komt Jozef niet ter sprake, ook niet wanneer Jezus gekruisigd wordt. Zonder enige verklaring verdwijnt Jozef, in alle stilte, uit de evangelies. Geen van de evangelisten vond het belangrijk genoeg om er iets over te vermelden.

Dromen

Het evangelie van Matteüs vernoemt Jozef tot vier keer toe slapend. In zijn slaap gebeuren belangrijke zaken. Het lijkt telkens te gaan over een onrustige slaap, waarin engelen met hem in gesprek treden.

Er zijn vier dromen. In het evangelie van Matteüs lees je dat Jozef door een engel in een droom gevraagd wordt Maria tot vrouw te nemen, hoewel ze al zwanger is. Jozef ontwaakt uit zijn slaap en doet wat de engel van de Heer hem heeft opgedragen. (Matteüs 1, 20-25) In de tweede droom wordt Jozef in Bethlehem door een engel gewaarschuwd voor de komende vervolging door koning Herodes en aangemaand om naar Egypte te vluchten. Die nacht nog vertrekt hij met Maria en Jezus naar Egypte. (Matteüs 2, 13-15) Een traditioneel kinderkerstlied verhaalt die tweede droom, zij het op een wel heel frivole, lichtvoetige wijze:

Op eenen Kerstnacht, als Sint-Joseph lag te rusten
Den engel kwam hem wekken uit zijnen slaap
Sta op, sta op, Sint-Joseph zoet
Ik kom u wekken en gij moet vertrekken
Met Maria rein
Zij reden op een ezeltje van falderalderiere
Zij reden op een ezeltje van falderaldera

Wat later verneemt Jozef in Egypte in een droom dat het weer veilig genoeg is om terug te keren. (Matteüs 2, 19-21) Na een vierde en laatste droom, die heel kort vermeld wordt, vestigt Jozef zich met Maria en Jezus in Galilea(Matteüs 2, 22c)

Rol

Jozef komt in de Schrift vooral in beeld als ondersteunende echtgenoot van Maria, en hij is belangrijk omwille van zijn afkomst, zijn stamboom: Jozef verzekert de verbinding tussen Jezus en Abraham (Matteüs 1, 1-17). Verder bevestigt Jozefs eenvoudige bestaan Jezus als Redder van alle mensen, niet enkel de rijken.

Doorheen de geschiedenis is Jozef meer en meer de rol van opvoeder en arbeider toegekend, maar ook van ontvanger van wijsheid in de slaap.

Devotie

Paus Franciscus ontwikkelde een speciale devotie voor de heilige Jozef. De beeltenis van slapende Jozef staat op zijn kast. Voor het slapengaan, legt paus Franciscus een briefje met een probleem waar hij over tobt onder Jozefs hoofdkussen en vraagt hij de Heer op voorspraak van de heilige Jozef zijn engelen te sturen voor wijsheid en inzicht.

In de advent krijgen we de gelegenheid om de figuur van Jozef te overdenken. Hij komt immers bijna enkel ter sprake in de verhalen rondom de geboorte van Jezus. Hoe kan hij ons inspireren? Wat is zijn meerwaarde in ons geloof?

Nog iets over devotie, even ter zijde. Jozef wordt onder andere vereerd als de patroon van het huisgezin en van huiseigenaars. Zo is een traditie ontstaan om Jozefs hulp in te roepen bij de verkoop van je huis. Je koopt een klein beeldje van Sint-Jozef en dat begraaf je dat in de voortuin op de dag dat je je huis te koop zet. Het beeldje wordt – merkwaardig genoeg – met het hoofd naar beneden ingegraven, met het gezicht naar het huis gericht. Bij gebrek aan een tuin, kan het ook in een bloembak. Negen dagen lang wordt gebeden tot de heilige Jozef met het oog op een vlotte verkoop, terwijl het beeld onder gedolven blijft.

Er bestaan wel meer merkwaardige manieren om met heiligen en heiligenbeelden om te gaan. Gelovigen ‘straften’ hun heiligen vroeger om ze onder druk te zetten om hun taak als bemiddelaar tussen mens en God uit te voeren. De heilige Antonius van Padua blonk uit als slachtoffer van bestraffingen. Zo werden beeldjes van Sint-Antonius soms met hun gezicht naar de muur gekeerd wanneer men iets kwijt was en een eerste gebed tot hem niet had geholpen. Wanneer men gebeden had tot Sint-Antonius om goed weer voor een bijzondere gelegenheid en het regende toch, dan werd het beeld soms buiten gezet, zodat Sint-Antonius zelf evenveel last zou hebben van het slechte weer waar hij verantwoordelijk voor werd gehouden. Nog indrukwekkender is het bestaan van beeldjes van Antonius met een los kindje Jezus op zijn arm en een lade in het voetstuk. Als de heilige niet snel genoeg te hulp schoot, dan kon men Jezus in het laatje stoppen en als het ware ‘gijzelen’ tot Sint-Antonius had geholpen. Dit alles getuigt uiteraard van een sterk magisch denken, in tijden waar de leefwereld veel meer op de bijstand van heiligen moest rekenen en veel minder op kennis en wetenschap kon steunen… 

08 december 2022

De kleren maken de man, of niet? (10-11 december 2022)

Jezus spreekt mensen toe die een tijd daarvoor de woestijn in zijn getrokken om er Johannes de Doper te beluisteren. Sommigen puur uit nieuwsgierigheid, anderen omdat ze de Messias verwachten. Johannes heeft veel mensen gedoopt in de korte tijd dat hij de komst van de Heer heeft voorspeld en opgeroepen heeft tot bekering.

Geen wuivend riet

“Waar zijn jullie in de woestijn naar gaan kijken? Naar het wuivend riet in de wind?” (Matteüs 11, 7)

Zijn de mensen de woestijn ingetrokken als toeristische uitstap, met het oog op een fijn ontspanningsreisje? Nee, antwoordt Jezus zelf. Hij spreekt over een woestijn of wildernis (in het Grieks: “erèmon”). Dat klopt ook. De woestijn is geen luxueuze omgeving, geen plaats waar men voor het plezier naartoe gaat. Niet voor niets lijken de woorden woestijn en woestenij zo op elkaar. Er is weinig voedsel te vinden, amper water, de hitte is vermoeiend, het gebied is ongerept en moeilijk doorgankelijk en er leven slangen, hyena’s en andere wilde dieren. 

Natuurlijk zijn de mensen niet voor hun vermaak de wildernis in getrokken. Ze gingen naar Johannes de Doper kijken en luisteren. Niemand was er om het riet te zien wuiven in de wind. Jezus maakt duidelijk dat Johannes de Doper geen deel uitmaakt van een pathetisch plaatje. Johannes voedt zich in de woestijn met sprinkhanen en wilde honing. De ruwheid van de omgeving en de symboliek van de desolate woestijn, waar Johannes bewust voor kiest, passen bij zijn roeping om de mensen tot inkeer te laten komen. Hun bekering is een radicale beslissing. Johannes zoekt extreme omstandigheden op om zijn allesomvattende Boodschap te verkondigen.

Geen rijke luis

“Wat zijn jullie dan gaan zien? Een mens die rijk gekleed ging? Welnee, wie rijk gekleed is, verkeert in koninklijke kringen.” (Matteüs 11, 8) Nog iets dichter bij de grondtekst klinkt het als volgt: “Waar zijn jullie dan naar gaan kijken? Een man in verfijnde kledij? Die delicate kleding draagt men in de huizen van koningen.”

Johannes de Doper is niet van luxe gediend. Hij beoefent de nederigheid en de soberheid, waarmee hij meteen ook de Boodschap beleeft en voorleeft. De komst van Jezus zal in een levensstijl van soberheid passen, ver weg van rijkdom en aanzien.

De kleren maken de man, wordt wel eens gezegd. Men kleedt zich naar status en functie. Dat heeft met prestige te maken, met herkenbaarheid, maar ook met gemak. Een maatpak is het niet de ideale kledij om straten in open te breken. De straatwerker zal en sterke stof dragen waarin hij makkelijk kan bewegen. Een koning is niet gebaat bij een pyjama of trainingspak tijdens officiële bezoeken. Het straalt immers geen autoriteit uit, hij zal niet ernstig genomen worden.

Wat droeg Johannes de Doper ook weer? Een “kemelharen pij”, zingen we in een lied. Kameelhaar is ruw en wordt door de armsten gedragen. (Matteüs 3, 4) Ook de profeet Elia heeft een kleed van kameelhaar gedragen. (2 Koningen 1, 8)

Profeet bij uitstek

“Maar wat zijn jullie dan wel gaan zien? Een profeet? Jazeker, zeg ik jullie, en zelfs meer dan een profeet.” (Matteüs 11, 9)

Jezus bouwt een spanningsboog op. Hij stelt de vraag en antwoordt tot tweemaal toe verkeerd op de vraag. Pas de derde keer is het antwoord juist. Hij snoert sceptici de mond door hun antwoorden voor te zeggen en te weerleggen. Zo beklemtoont Hij meteen het belang van het correcte antwoord. Het gaat niet over een bijkomstigheid.

Johannes, de man die zovelen hebben gezien en gehoord, is immers “veel groter, veel belangrijker nog” (in het Grieks: “perissoteron”) dan een profeet: de profeet bij uitstek. Een profeet verkondigt de ware Boodschap, de essentie van een goed geloof, in een tijd waar men zich van God noch gebod aantrekt. De band met God is verzwakt. De profeet roept op tot inkeer, tot een nieuw begin, voordat het te laat is. Dat is precies wat Johannes de Doper doet, en Hij kondigt de Messias meteen aan, niet in een verre toekomst, maar heel binnenkort.

“Hij is degene over wie geschreven staat: “Let op, Ik zend mijn bode voor je uit, hij zal een weg voor je banen.” (Matteüs 11, 10) Jezus citeert de profeet Maleachi, aan het einde van het Eerste Testament: “Zie, Ik zend mijn boodschapper en hij zal voor Mij de weg klaarmaken.” (Maleachi 3, 1)

Geloofwaardig

Geen mens had Johannes geloofd als hij in een processie zijn verhaal had gedaan vanop een draagstoel die door de stad werd geparadeerd, in pronkerige kleren en neerkijkend op de mensen. De profeet begrijpt de Boodschap van Hij die komend zal, Hij kijkt op naar de Messias en nodigt iedereen uit om hetzelfde te doen. 

Laten ook wij boodschappers zijn van de Heer. Laten ook wij in steeds toenemende mate de Boodschap eigen maken in ons dagelijkse doen en laten. Geloof verkondigen, vergt immers bovenal geloofwaardigheid.

De kleren maken de man of de vrouw dus wel degelijk. Wie een kleed van boete aantrekt, wie afstand doet van de pronkjas van de hovaardigheid, is op weg naar een nieuw begin. 

02 december 2022

Johannes de Doper over water en vuur (3-4 december 2022)

Dopen doen we gewoontegetrouw met water. Water reinigt je, maakt je schoon. Het water symboliseert een nieuw begin. Vlekkeloos sta je na je doopsel voor je Schepper, in geloof en overgave.

Johannes de Doper is een boeteprediker en heeft zijn bijnaam verworven omdat hij als profeet oproept tot bekering en de bekeerlingen doopt met water (Lucas 3, 16a). Ook Jezus ondergaat het doopsel van Johannes, die een achterneef van Hem is. Jezus voelt zich niet verheven boven dit ritueel, integendeel: door zijn deelname bevestigt Hij de kracht en de symboliek van het doopsel met water. Zelf zal Jezus niet dopen.
Vuur en heilige Geest
Johannes de Doper vernoemt echter een tweede vorm van doopsel, namelijk dat met de heilige Geest en met vuur
 (Lucas 3, 16b). De Zoon is sterker dan Johannes de Doper. Zijn inbreng zal zoveel omvattender zijn dan wat Johannes tot dan toe kan verkondigen. De heilige Geest is de voltooiing van de Drievuldigheid, na de komst van de Zoon. 

Wat moeten we ons voorstellen bij dat vuur? Moeten we dat vuur los zien van de heilige Geest? Is het vuur dat zuivert, zoals men bij goud en zilver doet om onzuiverheden te vernietigen? (Maleachi 3, 3)? Loutert het vuur, zoals de geschroeide aarde vruchtbaarder wordt na een bosbrand of vulkaanuitbarsting?

Of verwijst het vuur juist naar de Pinksterervaring? Dan is het vuur verlichtend, inspirerend, zoals de apostelen hebben mogen ervaren: de gave van de Geest, over de hen verdeeld als vuurtongen. Johannes vernoemt de Geest en het vuur in één adem.

Niet half-om-half
Johannes de Doper vervolgt zijn onheilspellende boodschap (Lucas 3, 17): Jezus zal het kaf van het koren scheiden en het kaf dan verbranden met onuitblusbaar vuur. Het kaf wordt in de beeldspraak verbrand, niet het koren. Dat zou betekenen dat het tweede doopsel juist niet voor de gelovigen bestemd is. Of bedoelt Johannes de Doper dat koren, dat verkeerdelijk bij het kaf terechtgekomen is, het vuur zou overleven? Er blijft twijfel hieromtrent.

Het citaat van Johannes de Doper is heel beknopt. Er wordt vermeld dat hij aan de mensen de blijde Boodschap verkondigt. (Lucas 3, 18) Het blijft dus niet bij dit angstwekkend citaat. Hij stelt het scherp, juist omdat hij de fundamentele keuze verwoordt die Jezus ook zelf zal verkondigen: ofwel geloof je, ofwel niet. Half-om-half geloven, is geen optie. Wat God betreft, is er van geloof geen lightversie beschikbaar.

Beproeving
Misschien kunnen we dit vuur beschouwen als symboliek voor de beproevingen en de tegenslagen die we in ons leven tegenkomen. Men kan gelouterd uit het vuur komen, gelouterd uit de crisis. (1 Petrus 1, 6-7) Het vuur kan ook de macht van het Kwaad zijn. (Efeziërs 6, 16) Door het weerstaan aan het kwaad sta je sterker, weerbaarder in je geloof. Een genadedoop na de eerste doop.

Het Vormsel, dat met Pinksteren verbonden is, voltooit het doopsel. Na het water volgt het vuur. Al is al bij het doopsel de doopkaars een eerste verwijzing naar de vuursymboliek.
Fragiel
Mogelijks is ons hele leven een vuurdoop. Er komt zoveel op ons af. Soms staan we sterk, soms zijn we kwetsbaar. De heilige Geest is met ons, al voelen we dat niet altijd even sterk.

De advent geeft ons de gelegenheid om ons voor te bereiden op Kerstmis, op de geboorte van Jezus op aarde. Ook Hij zal bekoord worden, in de woestijn (Matteüs 4, 1-11). Ook Hij zal het lijden ontmoeten. Even fragiel zal Hij zijn Moeder aankijken van op het kruis als Hij haar aankijkt vanuit de kribbe. Die kwetsbaarheid is menselijk. Dat raakt aan de kern van Kerstmis. 

Intussen steken we een tweede kaars aan en neemt het vuur en het Licht toe. We zijn onderweg, het verlangen groeit in ons.