Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

08 december 2022

De kleren maken de man, of niet? (10-11 december 2022)

Jezus spreekt mensen toe die een tijd daarvoor de woestijn in zijn getrokken om er Johannes de Doper te beluisteren. Sommigen puur uit nieuwsgierigheid, anderen omdat ze de Messias verwachten. Johannes heeft veel mensen gedoopt in de korte tijd dat hij de komst van de Heer heeft voorspeld en opgeroepen heeft tot bekering.

Geen wuivend riet

“Waar zijn jullie in de woestijn naar gaan kijken? Naar het wuivend riet in de wind?” (Matteüs 11, 7)

Zijn de mensen de woestijn ingetrokken als toeristische uitstap, met het oog op een fijn ontspanningsreisje? Nee, antwoordt Jezus zelf. Hij spreekt over een woestijn of wildernis (in het Grieks: “erèmon”). Dat klopt ook. De woestijn is geen luxueuze omgeving, geen plaats waar men voor het plezier naartoe gaat. Niet voor niets lijken de woorden woestijn en woestenij zo op elkaar. Er is weinig voedsel te vinden, amper water, de hitte is vermoeiend, het gebied is ongerept en moeilijk doorgankelijk en er leven slangen, hyena’s en andere wilde dieren. 

Natuurlijk zijn de mensen niet voor hun vermaak de wildernis in getrokken. Ze gingen naar Johannes de Doper kijken en luisteren. Niemand was er om het riet te zien wuiven in de wind. Jezus maakt duidelijk dat Johannes de Doper geen deel uitmaakt van een pathetisch plaatje. Johannes voedt zich in de woestijn met sprinkhanen en wilde honing. De ruwheid van de omgeving en de symboliek van de desolate woestijn, waar Johannes bewust voor kiest, passen bij zijn roeping om de mensen tot inkeer te laten komen. Hun bekering is een radicale beslissing. Johannes zoekt extreme omstandigheden op om zijn allesomvattende Boodschap te verkondigen.

Geen rijke luis

“Wat zijn jullie dan gaan zien? Een mens die rijk gekleed ging? Welnee, wie rijk gekleed is, verkeert in koninklijke kringen.” (Matteüs 11, 8) Nog iets dichter bij de grondtekst klinkt het als volgt: “Waar zijn jullie dan naar gaan kijken? Een man in verfijnde kledij? Die delicate kleding draagt men in de huizen van koningen.”

Johannes de Doper is niet van luxe gediend. Hij beoefent de nederigheid en de soberheid, waarmee hij meteen ook de Boodschap beleeft en voorleeft. De komst van Jezus zal in een levensstijl van soberheid passen, ver weg van rijkdom en aanzien.

De kleren maken de man, wordt wel eens gezegd. Men kleedt zich naar status en functie. Dat heeft met prestige te maken, met herkenbaarheid, maar ook met gemak. Een maatpak is het niet de ideale kledij om straten in open te breken. De straatwerker zal en sterke stof dragen waarin hij makkelijk kan bewegen. Een koning is niet gebaat bij een pyjama of trainingspak tijdens officiële bezoeken. Het straalt immers geen autoriteit uit, hij zal niet ernstig genomen worden.

Wat droeg Johannes de Doper ook weer? Een “kemelharen pij”, zingen we in een lied. Kameelhaar is ruw en wordt door de armsten gedragen. (Matteüs 3, 4) Ook de profeet Elia heeft een kleed van kameelhaar gedragen. (2 Koningen 1, 8)

Profeet bij uitstek

“Maar wat zijn jullie dan wel gaan zien? Een profeet? Jazeker, zeg ik jullie, en zelfs meer dan een profeet.” (Matteüs 11, 9)

Jezus bouwt een spanningsboog op. Hij stelt de vraag en antwoordt tot tweemaal toe verkeerd op de vraag. Pas de derde keer is het antwoord juist. Hij snoert sceptici de mond door hun antwoorden voor te zeggen en te weerleggen. Zo beklemtoont Hij meteen het belang van het correcte antwoord. Het gaat niet over een bijkomstigheid.

Johannes, de man die zovelen hebben gezien en gehoord, is immers “veel groter, veel belangrijker nog” (in het Grieks: “perissoteron”) dan een profeet: de profeet bij uitstek. Een profeet verkondigt de ware Boodschap, de essentie van een goed geloof, in een tijd waar men zich van God noch gebod aantrekt. De band met God is verzwakt. De profeet roept op tot inkeer, tot een nieuw begin, voordat het te laat is. Dat is precies wat Johannes de Doper doet, en Hij kondigt de Messias meteen aan, niet in een verre toekomst, maar heel binnenkort.

“Hij is degene over wie geschreven staat: “Let op, Ik zend mijn bode voor je uit, hij zal een weg voor je banen.” (Matteüs 11, 10) Jezus citeert de profeet Maleachi, aan het einde van het Eerste Testament: “Zie, Ik zend mijn boodschapper en hij zal voor Mij de weg klaarmaken.” (Maleachi 3, 1)

Geloofwaardig

Geen mens had Johannes geloofd als hij in een processie zijn verhaal had gedaan vanop een draagstoel die door de stad werd geparadeerd, in pronkerige kleren en neerkijkend op de mensen. De profeet begrijpt de Boodschap van Hij die komend zal, Hij kijkt op naar de Messias en nodigt iedereen uit om hetzelfde te doen. 

Laten ook wij boodschappers zijn van de Heer. Laten ook wij in steeds toenemende mate de Boodschap eigen maken in ons dagelijkse doen en laten. Geloof verkondigen, vergt immers bovenal geloofwaardigheid.

De kleren maken de man of de vrouw dus wel degelijk. Wie een kleed van boete aantrekt, wie afstand doet van de pronkjas van de hovaardigheid, is op weg naar een nieuw begin.