De heilige Jozef is de eerste
duizend jaar van het Christendom niet echt van tel. Er worden geen kerken naar
hem genoemd en er zijn geen pelgrimsoorden aan hem toegewijd. Sint-Jozef heeft ook geen
eigen feestdag op de kalender tot de tiende eeuw. Het zal duren tot de
negentiende eeuw eer het feest van de heilige Jozef wereldwijd verplicht wordt in
de Kerk. Pas in 1962 wordt zijn naam door Johannes XXIII toegevoegd aan het (eerste)
eucharistisch gebed.
Eigenlijk komt er vooral verandering in de devotie rond
Sint-Jozef vanaf de dertiende en veertiende eeuw, met de prediking door bedelorden,
zoals de dominicanen en de franciscanen. Ook devotionele geschriften van
Bernardinus van Siena en Teresa van Avila doen de aandacht voor Sint-Jozef
verder toenemen. Hij wordt uitgeroepen tot patroon van de Nederlanden in 1679 en
patroon van de wereldkerk in 1870.
Stilte
Dat er zo weinig aandacht is voor Jozef in het eerste millennium, is eigenlijk geen verrassing. Over Sint-Jozef weten we maar weinig. Hij wordt in de evangelies van Matteüs en Lucas enkele keren vernoemd, en slechts één keer in het Johannesevangelie, verder niet. Telkens zijn het korte passages, en geen enkele keer wordt Jozef geciteerd: hij wordt zelf nooit aan het woord gebracht. Er wordt enkel óver hem verteld. Jozef wordt overigens slechts vermeld totdat Jezus 12 jaar is. Nergens wordt geduid waarom hij daarna niet meer in verhalen vernoemd wordt. Tijdens de hele periode dat Jezus verkondigend rondtrekt, komt Jozef niet ter sprake, ook niet wanneer Jezus gekruisigd wordt. Zonder enige verklaring verdwijnt Jozef, in alle stilte, uit de evangelies. Geen van de evangelisten vond het belangrijk genoeg om er iets over te vermelden.
Dromen
Het evangelie van Matteüs vernoemt Jozef tot vier keer toe slapend. In zijn slaap gebeuren belangrijke zaken. Het lijkt telkens te gaan over een onrustige slaap, waarin engelen met hem in gesprek treden.
Er zijn vier dromen. In het evangelie van Matteüs lees je
dat Jozef door een engel in een droom gevraagd wordt Maria tot vrouw te nemen,
hoewel ze al zwanger is. Jozef ontwaakt uit zijn slaap en doet wat de engel
van de Heer hem heeft opgedragen. (Matteüs 1, 20-25) In de tweede droom wordt
Jozef in Bethlehem door een engel gewaarschuwd voor de komende vervolging door
koning Herodes en aangemaand om naar Egypte te vluchten. Die nacht nog vertrekt hij
met Maria en Jezus naar Egypte. (Matteüs 2, 13-15) Een traditioneel
kinderkerstlied verhaalt die tweede droom, zij het op een wel heel frivole, lichtvoetige
wijze:
Op eenen Kerstnacht,
als Sint-Joseph lag te rusten
Den engel kwam hem wekken uit zijnen slaap
Sta op, sta op, Sint-Joseph zoet
Ik kom u wekken en gij moet vertrekken
Met Maria rein
Zij reden op een ezeltje van falderalderiere
Zij reden op een ezeltje van falderaldera
- Om het lied te beluisteren: klik hier.
Wat later verneemt Jozef in Egypte in een droom dat het weer
veilig genoeg is om terug te keren. (Matteüs 2, 19-21) Na een vierde en laatste
droom, die heel kort vermeld wordt, vestigt Jozef zich met Maria en Jezus in
Galilea. (Matteüs 2, 22c)
Rol
Jozef komt in de Schrift vooral in beeld als ondersteunende echtgenoot van Maria, en hij is belangrijk omwille van zijn afkomst, zijn stamboom: Jozef verzekert de verbinding tussen Jezus en Abraham (Matteüs 1, 1-17). Verder bevestigt Jozefs eenvoudige bestaan Jezus als Redder van alle mensen, niet enkel de rijken.
Doorheen de geschiedenis is Jozef meer en meer de rol van opvoeder en arbeider toegekend, maar ook van ontvanger van wijsheid in de slaap.
Devotie
Paus Franciscus ontwikkelde een speciale devotie voor de
heilige Jozef. De beeltenis van slapende Jozef staat op zijn kast. Voor het
slapengaan, legt paus Franciscus een briefje met een probleem waar hij over
tobt onder Jozefs hoofdkussen en vraagt hij de Heer op voorspraak van de heilige Jozef zijn
engelen te sturen voor wijsheid en inzicht.
In de advent krijgen we de gelegenheid om de figuur van
Jozef te overdenken. Hij komt immers bijna enkel ter sprake in de verhalen
rondom de geboorte van Jezus. Hoe kan hij ons inspireren? Wat is zijn
meerwaarde in ons geloof?
Nog iets over devotie,
even ter zijde. Jozef wordt onder andere vereerd als de patroon van het
huisgezin en van huiseigenaars. Zo is een traditie ontstaan om Jozefs hulp in
te roepen bij de verkoop van je huis. Je koopt een klein beeldje van Sint-Jozef
en dat begraaf je dat in de voortuin op de dag dat je je huis te koop zet. Het
beeldje wordt – merkwaardig genoeg – met het hoofd naar beneden ingegraven, met
het gezicht naar het huis gericht. Bij gebrek aan een tuin, kan het ook in een
bloembak. Negen dagen lang wordt gebeden tot de heilige Jozef met het oog op
een vlotte verkoop, terwijl het beeld onder gedolven blijft.
Er bestaan wel meer merkwaardige manieren om met heiligen en heiligenbeelden om te gaan. Gelovigen ‘straften’ hun heiligen vroeger om ze onder druk te zetten om hun taak als bemiddelaar tussen mens en God uit te voeren. De heilige Antonius van Padua blonk uit als slachtoffer van bestraffingen. Zo werden beeldjes van Sint-Antonius soms met hun gezicht naar de muur gekeerd wanneer men iets kwijt was en een eerste gebed tot hem niet had geholpen. Wanneer men gebeden had tot Sint-Antonius om goed weer voor een bijzondere gelegenheid en het regende toch, dan werd het beeld soms buiten gezet, zodat Sint-Antonius zelf evenveel last zou hebben van het slechte weer waar hij verantwoordelijk voor werd gehouden. Nog indrukwekkender is het bestaan van beeldjes van Antonius met een los kindje Jezus op zijn arm en een lade in het voetstuk. Als de heilige niet snel genoeg te hulp schoot, dan kon men Jezus in het laatje stoppen en als het ware ‘gijzelen’ tot Sint-Antonius had geholpen. Dit alles getuigt uiteraard van een sterk magisch denken, in tijden waar de leefwereld veel meer op de bijstand van heiligen moest rekenen en veel minder op kennis en wetenschap kon steunen…