Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- Drie vormen van Aanwezigheid (26 mei 2024).

29 januari 2022

Over de liefde (29-30 januari 2022)


De liefde is niet melig 

en draagt geen geitenwollen sokken.

Ze is niet wispelturig 

maar standvastig en oprecht.

De liefde is echt en puur,

niet voorwaardelijk of dubbelzinnig.

De liefde is goddelijk

en overstijgt wat tijdelijk is en menselijk.


Zonder de liefde verdroogt het geloof,

zonder de liefde verdort de hoop.

Zonder de liefde is er slechts leegte,

slechts radeloos trachten te vervangen.


De liefde is geen sprookje,

en is soms pijnlijk om vol te houden.

Ze is niet sensationeel,

en verafschuwt valse schijn. 

De liefde is nooit op zichzelf

maar steeds op anderen gericht.


De liefde verheft wie in haar volhoudt,

ze beloont wie in haar investeert,

ze vervult wie in haar gelooft.

De liefde is eindeloos als haar Schepper,

grenzeloos als de schepping,

bevrijdend zoals de Verlosser.


De liefde wordt vaak misbruikt

uit zelfzucht of heerszucht.

De liefde wordt vaak verminkt,

wie dat doet, staat buiten de liefde.

De liefde laat zich niet afgrenzen,

niet bepalen, niet vervormen.


De liefde is geen middel,

de liefde is het doel.

In de liefde bestaat vergeving,

de vergeving bevestigt de liefde.

De liefde komt van God

en de liefde komt God toe.


(naar 1 Korintiërs 12, 31 - 13, 13)

23 januari 2022

De Gezalfde van de Heer spreekt tot zijn stadsgenoten (22-23 januari 2022)

Geboren is Jezus in Betlehem, maar grootgebracht werd Hij in Nazaret. Daar begint Jezus dan ook zijn prediking, zijn verkondiging al wie het maar horen wil. Niet op straat spreekt Jezus, maar in de synagoge, bij het volk waar Hij toe behoort, de nakomelingen van de grote koning David, het volk dat voortkomt uit Abraham, Isaak en Jakob. Hij predikt op de sabbat, op de rustdag die zijn Vader instelde. Jammer genoeg zal Hij uit dat uitverkoren Volk van God ook zware tegenstand ervaren. 

Gezalfd

Jezus verkondigt langs een citaat van de profeet Jesaja (Jesaja 61, 1-2) dat Hij is gezalfd door de Geest. Hij is niet alleen gedoopt, maar ook gezalfd. Zo worden wij ook gezalfd: bij het doopsel én bij het vormsel. Koningskinderen zijn we, gezalfd als David, deelachtig aan Gods zending. We mogen deze zalving niet verwarren met de ziekenzalving, die sterkt wie ziek is. Jezus is de Messias (Jesaja 61, 1: "masjach oti" in het Hebreeuws), de Christus (Lucas 4, 18: "echrisen me" in het Grieks). De Geest van de Heer is over Hem gekomen en heeft Hem gezonden. Jezus gaat ons hierin voor: Hij vraagt niets van ons wat Hem niet is opgelegd van zijn Vader. Jezus verkondigt niet uit zichzelf, maar uit de Vader langs de Geest. Hij is in al zijn doen en laten verbonden met de Vader langs de Geest.

Jezus' opdracht

Zijn zending is veelzijdig: aan armen zal Hij de Boodschap verkondigen, het evangelie (Lucas 4, 18: "euangelisasthai" in het Grieks). Daar hebben zij meer recht op dan de rijksten en edelen. Zij zullen hun rijkdom en allures opzij moeten schuiven vooraleer ze aanspraak maken om Hem te volgen. Aan gevangenen wordt hun vrijlating bekend gemaakt. Wie fouten heeft begaan, hoeft dat merkteken niet levenslang te dragen. Wie oprecht en van ganser harte berouw toont, verdient een nieuwe kans. 

Blinden zullen kunnen zien, hun ogen worden geopendDaarmee verwijst Jezus naar de wonderen die Hij zal verrichten, maar evenzeer op de wijsheid van Gods Boodschap die mensen de ogen zal openen. Hierin wijkt Jezus af van de oorspronkelijke tekst bij Jesaja, die zegt dat de gevangenisdeuren geopend zullen worden. Dit "openen" wordt in het Hebreeuws ook gebruikt voor het openen van de ogen. De uitdrukking "pekah koach" (Jesaja 61, 1) kan ook vertaald worden als: vrijheid verkrijgen. Hierdoor krijgt de figuurlijke betekenis meer geloofwaardigheid: de bevrijding uit een afgesloten manier van geloven in de Heer, begeesterd worden door de Geest van de Vader. Bij een letterlijk oogwonder verkrijgt de blinde het zicht, bij het figuurlijk wonder komt er inzicht.

Jezus gaat verder. Wie verdrukt wordt, zal bevrijding ontvangen. Iedereen is immers gelijk en gelijkwaardig in de ogen van God. Niemand is meer waard dan een ander, niemand kan iemand onderdrukken en tegelijk volgeling van Christus zijn. 

Genadejaar

Dit citaat is voorwaar een manifest van Jezus' Boodschap, helder en klaar. Als al deze wonderlijke zaken gebeuren, dan zal het een genadejaar zijn, een jaar van vreugde, besluit Jezus. Terecht, want wanneer Jezus op aarde onder de mensen is, kan het alleen maar een genadejaar zijn. Dat is een eenmalig voorrecht geweest van de mensheid. De Schrift gaat in vervulling met zijn komst, met zijn verkondiging, maar ook met het lijden en de dood die Hem wachten.

Het verder verloop van de gebeurtenissen in de synagoge, wordt niet in de lezing opgenomen. Dat volgt volgende week. De bewondering van de toehoorders (Lucas 4, 20) maakt algauw plaats voor kleinerende praatjes: "Is Hij niet de zoon van Jozef?" (Lucas 4, 22). Ze ontkennen hiermee meteen dat Jezus de Gezalfde kan zijn. Zijn enige vader is Jozef volgens zijn stadsgenoten. Daarna volgt woede (Lucas 4, 28). De mensen zijn niet klaar voor zijn Boodschap. Ze sluiten zich af voor het wonder. Na de vreugdevolle Boodschap van deze week volgt een eerste, voorzichtige vooruitwijzing naar de Goede Week.

Laten wij ons openstellen voor de Geest, zoals Jezus de Geest over zich liet komen. Laten we ons bevrijden van onze vooroordelen en open en ontvankelijk zijn voor het evangelie. Wat zou de wereld mooi zijn, mochten meer mensen Jezus' Boodschap beleven en voorleven aan anderen, de Boodschap zoals Jezus die heeft bedoeld...

15 januari 2022

Het eerste wonder te Kana (15-16 januari 2022)

Jezus en zijn leerlingen zijn uitgenodigd op een bruiloft. Zijn moeder Maria is er ook aanwezig. Een bruiloft is het hoogtepunt van gastvrijheid. Een pasgehuwd paar deelt hun vreugde met wie hen lief is: familie en vrienden. Ze zijn letterlijk “te gast” en worden verwend met het lekkerste eten en meer dan voldoende drank. Er wordt gedanst, het is een feest. Zo gaat het ook in Kana.

Het loopt echter verkeerd. De ceremoniemeester heeft het drankverbruik duidelijk onderschat. Er is geen wijn meer. Het einde van de wijn is het einde van de gastvrijheid. In eigentijds Engels noemen we zoiets een “party-pooper”.

Repliek vertaald

Jezus komt hier in het actief verhaal binnen. Wanneer Maria Hem het probleem meldt, volgt een merkwaardige repliek. Hoe Hij Maria aanspreekt, is in vertalingen heel verscheiden. De oudere vertaling, die in de liturgie wordt gebruikt, luidt: “Vrouw, is dat soms uw zaak?” (Johannes 2, 4).

Dat klinkt bijzonder onbeleefd. De vertaling is misschien toch wat te sterk geïnterpreteerd. Vertalen kan nooit letterlijk, het omvat altijd een begrijpen van de oorspronkelijke tekst. Toch, een betere vertaling zou kunnen zijn: “Vrouw, wat hebben jij en Ik daar mee te maken?”, of “Vrouw, wat betekent dat voor jou en Mij?”. Sommige Engelse vertalingen neigen naar: “Waarom betrek je Mij hierbij?” De Nieuwe Bijbelvertaling houdt het bij: “Vrouw, wat wilt u van Me?” Daar is alvast de dialoog mee vertaald tussen “u” en “Ik”, die in de oudere vertaling ontbrak.

Waarom spreekt Jezus Maria hier aan met “vrouw”? Het past niet bij de sacrale en pure band tussen de Mensenzoon en de Dienstmaagd zoals die verwoord wordt in het advents- en kerstverhaal. Wellicht distantieert Jezus zich van de uitspraak van zijn Moeder. Maria lijkt te veronderstellen dat Jezus het probleem kan oplossen. Daar is een wonder voor nodig. Jezus kan zijn eerste wonderdaad echter niet op bevel van Maria aanvangen. Dat bevel moet van Godswege komen. Jezus zegt hier wellicht: “Moeder, om dit op te lossen, zal de Vader me opdracht moeten geven.” Vanaf dat ogenblik zal Hij zich immers openbaren als de Mensenzoon. Dat zegt Hij daarna ook uitdrukkelijk: “Mijn uur is nog niet gekomen,” het uur van verkondiging, lijden, dood en verrijzenis. Dit alles is aan elkaar gekoppeld.

Eerste wonder

Zijn uur komt echter algauw om wonderen te verrichten. Drie verzen laten geschiedt het eerste wonder, om precies te zijn: ergens tussen verzen 7 en 8. Waarom de plotse verandering dan toch gebeurt, wordt niet verduidelijkt. Maria heeft de situatie blijkbaar wel juist aangevoeld en ingeschat. Het wonder zelf wordt evenmin omschreven. De bedienden vullen grote kruiken met water, zoals Jezus opdraagt (vers 7). Ze scheppen vervolgens, opnieuw in opdracht van Jezus, wat van de vloeistof uit een kruik en brengen het naar de ceremoniemeester (vers 8). Daarna wordt vermeld dat het water al wijn is geworden (vers 9). Dat is het enige wat echt van belang is voor dit verhaal. Het is bij Johannes een bescheiden aanvang in een veel grotere verhaalboog, tot aan het Laatste Avondmaal (Johannes 13). Daar staat de voetwassing centraal, niet de maaltijd: opnieuw een teken van dienstbaarheid en gastvrijheid.

Medemensen

Gastvrijheid staat centraal in de joods-christelijke spiritualiteit. Zonder gastvrijheid ben je nooit een volgeling van Christus. We zijn nooit mens zonder medemens te willen zijn. Ons geloof en ons leven krijgen meer zin en betekenis naarmate we zin en betekenis bijdragen aan anderen. Openheid en empathie zijn ons streefdoel. Deze grondhouding staat ver verwijderd van angst, vooroordeel en egocentrisme. Die laatste zijn heel menselijk van aard en van alle tijden, maar ze zijn al te vaak de oorzaak geweest van discriminatie, geweld en oorlog.

Wie gelooft in Jezus Christus, heeft de opdracht om naar dat geloof te handelen. Wat betekenen wij voor anderen? Hoe staan wij tegenover mensen, gewoonten en tradities die we niet kennen? Ook wij kunnen uit het gebrek in ons denken wijn van gastvrijheid scheppen. Het is een klein wonder dat ieder van ons is gegeven en gegund van Godswege, en dat een bijdrage vormt aan een betere wereld.