Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- Drie vormen van Aanwezigheid (26 mei 2024).

24 december 2021

Kerstbezinning: Op een prikkend bed van stro (24-25 december 2021)

Op een prikkend bed van stro
is God op aarde geboren:
niet in een groot kasteel,
niet in een gouden kooi,
maar in een gammel toevluchtsoord,
als Mens onder de mensen,
delend in de koude
en de onzekerheid
over wat morgen brengen zal.

In die schamele stal
ontluikt de liefde,
eerlijk en ongecompliceerd:
niet betaald en afgemeten
zoals bij de herbergier
die hen weigert,
maar eenvoudig als de herders,
rijk als de wijzen
en goddelijk als de Messias zelf.

Op een prikkend bed van stro
ligt de Zoon van God te slapen.
Sus, slaap maar, Kindje, sus…

Een zalig Kerstfeest!

16 december 2021

De laatste dagen vóór Kerstmis: "Kom, o Heer, en wacht niet langer" (17-23 december 2021)

De periode vanaf 17 december noemen we de kerstnoveen: een intense voorbereiding op het steeds dichterbij komende feest van Kerstmis. De O-antifonen worden gezongen of gebeden in deze periode. Ze richten zich telkens in gebed tot Christus en kennen Hem een titel toe uit het Oude Verbond. Steeds verwijst de aanspreking naar Gods heilsbelofte. Het gebruik van deze O-antifonen of “grote antifonen” is wellicht al in de vroege middeleeuwen ontstaan. Ze zijn ook vandaag een uitgelezen kans tot bezinning of gebed in voorbereiding op het Kerstfeest. 

In de laatste dagen vóór Kerstmis groeit het verlangen dat zo treffend wordt verwoord in de O-antifonen.

  • 17 december: O Wijsheid
Uit de mond van de Allerhoogste
weerklinkt Gods Wijsheid,
die sterk is en voornaam,
wereldbreed en hemelhoog.
Toon ons de weg, o Heer,
van de voorzichtigheid.

Lees hierbij: Spreuken 8, 1-6; Jesaja 11, 2-3; Spreuken 9, 1.

De profeet Jesaja had voorzegd dat de geest van de Heer zou rusten op de Messias, de geest van wijsheid en inzicht, beleid en sterkte, kennis en ontzag voor de Heer. Jezus is het Woord, de wijsheid die vrij is van alle twijfel. Hij bezit de kennis van Gods heilsplan met de Schepping. Laten we ons voorbereiden op de komst van Gods Woord!

  • 18 december: O Adonai
God, Vader van uw Volk,
uw Naam is heilig, Adonai,
U sprak tot Mozes vanuit het vuur
en sprak uw Wet op de berg Sinaï.
Reik ons uw hand, o Heer, en verlos ons.

Lees hierbij: Deuteronomium 10, 16-22; Exodus 3, 1-8; Exodus 20, 1-20, Deuteronomium 26, 5-9.

Adonai staat voor “onuitsprekelijk”. Gods naam is zo heilig dat men in de joodse traditie het woord “Heer” (JHWH) niet voorleest, maar in de plaats daarvan “Adonai” zegt. Laten we met ontzag uitzien naar Jezus!

  • 19 december: O Twijg aan de stronk van Isaï
Aan de stronk van Isaï
groeit een nieuwe twijg.
Groots zal het ontzag voor Hem zijn:
voor Hem zullen de heersers verstommen,
naar Hem zal het Volk van God zich richten.
Wacht niet langer, o Heer, bevrijd ons.

Lees hierbij: Jesaja 11, 1-10; Jesaja 45, 23; Jesaja 52, 13; Lucas 1, 32-33.

Koning David was de zoon van Isaï, die zonder zonde stierf. Aan de verdorde stronk – verdord toen de dynastie in Israël eindigde – ontspruit nu een nieuw twijgje, zoals Jesaja voorspelde. Een nieuwe gouden tijd breekt aan. Laten we ons voorbereiden op een heuglijke tijd!

  • 20 december: O Sleutel van David
Heer, U bezit de macht van Davids sleutel:
wat U openmaakt, zal niemand sluiten,
wat U afsluit, zal niemand meer openen.
Bevrijd allen die gevangen zitten, o Heer,
allen die in het duister dwalen.

Lees hierbij: Jesaja 22, 20-22.

De Messias is degene die in Gods naam de toegang biedt tot het eeuwig leven. Hij zal de deur naar de hemel openmaken. Laten we openstaan voor het mysterie van een leven na het aardse.

  • 21 december: O Dageraad
Heer, Licht uit het Oosten,
glans van de eeuwigheid,
stralende zon van gerechtigheid, verlicht ons.
Genees ons, o Heer, van de duisternis,
laat uw dageraad komen.

Lees hierbij: Maleachi 3, 1-3; Jesaja 9, 1; Psalm 104, 14.

God heeft aandacht voor hen die het moeilijk hebben. Hij brengt licht waar mensen het perspectief in het leven verloren hebben. Jezus brengt nieuwe hoop voor wie fouten heeft gemaakt. Laten we met verlangen wachten op de nieuwe morgen!

  • 22 december: O Vorst van uw Volk
U bent de Vorst van uw Volk,
het koningschap komt U toe:
U bent de hoeksteen waarop alles steunt.
Red de aardse mens die U uit klei hebt geschapen.
O Heer, kom gauw!

Lees hierbij: Jeremia 10, 1-7; Jesaja 28, 16; Genesis 2, 7; Matteüs 21, 42; 1 Petrus 2, 4-5.

De Messias is de Vorst die eenheid onder zijn volk zal breng door zijn aardse leven en zijn Blijde boodschap. De haat zal niet meer heersen, er zal geen oorlog meer zijn onder Gods Volk. Laten we hoopvol uitkijken naar onze Koning!

  • 23 december: O Emmanuel
Emmanuel, God met ons, vredebrenger,
bevestiging van onze hoop,
langverwachte Redder van allen,
kom nu en red ons,
o Heer, onze God.

Lees hierbij: Jesaja 7, 14; Maleachi 3, 1; Matteüs 1, 21-23.

Onze Heiland zal uit de maagd geboren worden, Hij zal God-met-ons zijn, Emmanuel. Als de Messias op aarde verschijnt, dan is de tijd van het goddelijk heil aangebroken. Laten we onze Emmanuel tegemoet gaan!


Bronvermelding:
Inleiding: https://www.kerknet.be/icl/artikel/zeven-o-antifonen-nemen-ons-mee-naar-kerstmis
Vertaalde antifoonteksten: Sven VANNECKE, U zeg ik dank, Averbode, 2018.
Verklaring bij antifonen: https://igniswebmagazine.nl/spiritualiteit/advent-de-ontmoeting-met-god-voorbereiden (Ward Biemans s.j.)

11 december 2021

Gaudetezondag: wees blij en laat je inspireren (11-12 december 2021)

De derde zondag is de advent wordt Gaudetezondag genoemd. Op de adventskrans staan 4 rode kaarsen of 3 rode kaarsen en één roze kaars. Dat is de Gaudetekaars. De liturgische kleur is in de advent paars, maar op Gaudetezondag mag men oudroze dragen. Dat is de combinatie van paars, dat staat voor inkeer en verwachting en wit, de kleur van de vreugde om het komende Geboortefeest.

Gaudete betekent: “verheug u”, of dichter bij de hedendaagse taal: “wees blij”. De naam is het begin van de Gregoriaanse intredezang die bij deze zondag hoorde. De tekst van deze intrede is Filippenzen 4, 4-7: “Gaudete in Domino semper, iterum dico, gaudete.” We lezen dit fragment niet toevallig als tweede lezing. Zo dadelijk wordt de tekst van naderbij bekeken.

De tekst uit de eerste lezing drukt die zelfde roep tot blijdschap uit: “Jubel, dochter van Sion! Juich, Israël! Verheug u en wees blij, Jeruzalem, met heel uw hart!” (Sefanja 3, 14) De advent is over het algemeen heel ingetogen. We bezinnen ons en kijken verlangend uit naar Kerstmis. Op de derde zondag mag de vreugde echter al even doorklinken.

Ik tracht de tekst uit de Filipenzenbrief zo dicht mogelijk tegen de Griekse tekst te vertalen. Dit is één van de mooiste fragmenten uit de brieven: kort maar bijzonder inspirerend.

Vers 4: “Wees blij in de Heer! Ik zal het telkens opnieuw zeggen: wees blij!” 

We worden niet uitgenodigd om alvast even rond de vroeg geplaatste kerstboom te dansen. Nee, in ons geloof mogen we blij zijn. We mogen vreugde putten uit de gedachte dat het Geboortefeest van de Heer nadert. God laat ons niet verweesd achter, ook al voelt het op eenzame momenten misschien zo. Kerstmis herinnert ons aan Gods liefde voor ons: Hij heeft zijn Zoon op onze wereld geboren laten worden, tastbaar in de tijd. God is niet ver weg gebleven. God blijft nooit ver weg. Hij is altijd nabij. Daarom beklemtoont Paulus zijn uitspraak: hij blijft ze herhalen omdat de boodschap zo belangrijk is, voor de Filippenzen toen, maar ook voor ons hier en nu.

Vers 5: “Laat jullie goede wil bij alle mensen bekend worden. De Heer is dichtbij!”

We worden niet opgeroepen om verzuurde roeptoeters te worden. De verleiding kan bestaan om in zich het verleden te nestelen en het heden te vervloeken. Ook na de dood van Jezus zal die verleiding hebben bestaan. Toch is dat niet de bedoeling. In goedheid moeten we ons kenbaar maken, niet in antipathie of vijandigheid. De mensen hebben nood aan positiviteit. Laat dit van ons afstralen. Laat ons spreken en handelen verwijzen de blijde Boodschap en inspirerend werken. Weldra vieren we de geboorte van Jezus. Het is een ogenblik dat doorheen de tijden het tedere en liefdevolle in de mens naar boven heeft gebracht. De Heer is dichtbij, we tellen de dagen af.

Vers 6: “Maak jullie toch nergens zorgen om. Maak al jullie vragen bekend bij God in gebed en in smeekbeden, vergezeld van dankzegging,”

We hebben de neiging om te piekeren in deze lange avonden en nachten. Het donker heeft een bepaalde invloed op ons. We leven meer opgesloten, we beschutten ons tegen het koude, gure weer. De zorgen hoeven niet op te hopen in onze gedachten, tot een ballast die ons immobiliseert. Onze zorgen mogen we aan God bekend maken in ons gebed. We mogen ze als het ware aan Hem doorgeven en vragen om zijn hulp en bijstand. Dat mogen we echter nooit doen zonder ook te danken. De balans moet in evenwicht zijn.

Vers 7: “en de vrede van God, die al ons denken overstijgt, zal jullie harten en gedachten ongeschonden bewaren in Christus Jezus.”

Wanneer we geloven, wordt ons denken en ons voelen, het meest innerlijke in ons bestaan, in overgave toegewijd aan Gods vrede. Ze zullen echter puur en ongeschonden blijven, zoals God zelf. Dat klinkt misschien wat hoogdravend en melig tegelijk. In de essentie is het niettemin een belangrijke uitspraak. Geloven is God toelaten in het diepste van je bestaan: in je kleinheid, je onbeholpenheid, je aarzeling, je onzekerheid, je onschuld. God toegang geven tot het meest kwetsbare van je zijn, is een risico. Wat als je er gekwetst uit komt? Wat als je teleurgesteld wordt? 

Welnu, Paulus verzekert ons dat je hart en je gedachten ongeschonden bewaard zal blijven in Christus Jezus. Als je oprecht in Hem gelooft, dan zal je niet teleurgesteld worden. Daarom moet je vertrouwen op God, die ons denken overstijgt. Dat betekent een ernstig engagement en een blijvende toewijding in je geloof. Laat je geloofshouding niet te naïef of sprookjesachtig zijn. Laat het ook niet hebzuchtig zijn, gebaseerd op krijgen en hebben. Laat het in de eerste plaats naar God en zijn Woord gericht zijn, niet naar jezelf. Laat je geloof mee groeien met je gedachten en ervaringen.

Bedenk tot slot dat Paulus deze brief vanuit gevangenschap schrijft (Filippenzen 1, 7-13) aan de eerste christelijke Kerk in Europa. Dit besef maakt het contrast veel scherper wanneer hij zo enthousiast schrijft over blij zijn, over goedheid, zorgeloosheid en Gods vrede. Je leest het anders als je Paulus’ toestand indachtig bent. Ook onze beleving van Kerstmis is anders dan gewoonlijk, het tweede jaar op rij al. Het coronavirus heeft een grote invloed op ons doen en laten. Hoe moeilijk ook, dit kan je beleving van Kerstmis verdiepen, verinnerlijken.

Met Kerstmis wordt het kind Jezus geboren op aarde, op de wereld zoals hij is. Niet in een ideale wereld, niet in een droombeeld, maar in de werkelijkheid. Parallel daarmee wordt ook elk jaar opnieuw ons geloof herboren. De advent heeft ons tot inkeer gebracht. We zijn ons bewust van onze tekorten en de kansen die daaruit voortkomen. We hebben in de Schrift gelezen, tot God gebeden om de komst van zijn Zoon. We staan klaar om de vrede op aarde te verwelkomen, en in ons hart. Met blijdschap en verlangen. 

05 december 2021

Johannes de Doper: authentieke verkondiging (4 en 5 december 2021)

Johannes de Doper heeft een beperkte, maar niettemin indrukwekkende inbreng in de vier evangelies. Hij is een zonderling figuur, die de mensen klaar maakt om de Boodschap van Jezus te ontvangen. Hij is inspirerend en bescheiden, kortom het prototype en schoolvoorbeeld van een verkondiger van de Blijde Boodschap.

Een nieuwe manier van leven

Johannes de Doper leeft zelf naar de boodschap die hij verkondigt. Er is geen onderscheid tussen zijn levensstijl en de boodschap die hij de mensen bijbrengt. Daarom is hij zo authentiek en bijgevolg ook geloofwaardig. 

Johannes is de zoon van de priester Zacharias en van Elisabet, de nicht van Maria (Lucas 1, 5-25. 57-79). Hij is dus verwant aan Jezus. Zijn voorkomen straalt een extreme soberheid uit: hij draagt een ruwe mantel van kameelhaar en een lederen gordel. Hij voedt zich met sprinkhanen en wilde honing (Matteüs 3, 4; Marcus 1, 6). Alvorens hij zijn getuigenis begint, verblijft hij eerst lange tijd in de woestijn, voor vasten en bezinning (Lucas 2, 80). Hij verinwendigt de boodschap die hij zal brengen. Zowel innerlijk als uiterlijk wordt hij een oprechte getuige.

Johannes de Doper is de getuige van het Licht (Johannes 1, 7-8). Hij is de voorbereider, maar is zelf absoluut geen messias (Matteüs 3, 11; Marcus 1, 7-8; Johannes 1, 26-27). Hij komt vóór de verkondiging van Jezus, de Messias, hij gaat voor Hem uit om de weg klaar te maken. Diezelfde opdracht geeft Johannes ook aan iedereen die het horen wil. De Messias is zoveel groter dan hij. Hij citeert daarbij de profeet Jesaja: maak de weg van de Heer klaar (Jesaja 40, 3-5).

Een boodschap van inkeer en verandering

Johannes wordt niet toevallig de Doper genoemd. Het is een belangrijk element in zijn verkondiging, en hij doopt wie dat oprecht verlangt met water (Lucas 1, 3; Matteüs 3, 6; Marcus 1, 4). Tegelijk roept hij de mensen ook op om tot inkeer komen (Lucas 3, 3; Matteüs 3, 2; Marcus 1, 4). Langs het doopsel kunnen ze ook vergiffenis vragen en een nieuw begin aanvatten (Lucas 3, 3; Matteüs 3, 6; Marcus 1, 4). Het zijn allemaal zaken die ook vandaag nog diepgeworteld zitten in onze christelijke praktijk.

Johannes vraagt van de dopelingen een blijvend engagement. Het doopsel is geen verzekering, maar het begin van een nieuwe levenswandel (Lucas 3, 7; Matteüs 3, 7-8). Daarin is de naastenliefde een opdracht (Lucas 3, 11). Daarnaast moeten ze ook eerlijk zijn en niemand bedriegen of oplichten (Lucas 3, 12-14). Wie zich daar niet aan houdt, heeft niets aan het doopsel, want ze beleven het niet.

Een opdracht voor elk van ons

Johannes de Doper is een belangrijk persoon in het christelijk geloof. Hij wordt ook in de vier evangelies uitdrukkelijk vermeld. Wat kunnen wij meedragen van zijn getuigenis, in de aanloop naar de komst van Jezus?

Een christen, een volgeling van Christus, dat bén je, of misschien nog correcter: dat wórd je telkens weer. Het vergt een levensverbintenis vanuit je hele zijn: je denken, je spreken, je doen en laten. Het is geen zijdelings engagement dat ergens op de achtergrond af en toe meeklinkt. Christen zijn, veronderstelt dat je de Boodschap in de praktijk beleeft, en niet alleen in woorden bevestigt.

Dit betekent ook dat je geregeld tot inkeer komt, jezelf en je veronderstelde evidenties in vraag stelt, dat je je bewust bent van je fouten en tekortkomingen en om vergiffenis vraagt, met de bijhorende intentie van het beter te doen, van nog dichter bij Gods Nieuw Verbond te leven. 

Dan gaan wij misschien ook vóór de Heer uit, en zijn wij voor anderen een aanstekelijke en inspirerende richtingaanwijzer naar de Schrift en naar Jezus' Boodschap. De sterkste vorm van verkondigen, is het evangelie voorleven in ons dagelijks leven.

Het is aan ons om ons in deze advent voor te bereiden en net als Johannes de Doper en in zijn spoor de weg klaar te maken voor de Heer. Want, om het te zeggen met de woorden van Augustinus: "Als Jezus duizend keer geboren zou zijn in de stal van Betlehem, maar niet in ons hart, dan was zijn geboorte waardeloos."