Een kort woord bij de zeven smarten van Maria. Maria komt af en toe op de voorgrond in de evangelies. Sommige van die verhalen omschrijven haar verdriet om wat er met haar Zoon gebeurt.
Het ontstaan
Uit de devotie voor Maria zijn 7 momenten van verdriet samengebracht. Onze-Lieve-Vrouw van Smarten is doorheen de eeuwen gegroeid als Mariafeest in de Rooms-katholieke Kerk. Het getal zeven heeft een bijzondere symboliek en bepaalt de opsomming van smarten of weeën van Maria. In de responsories van het nachtofficie van het getijdengebed zijn ze voor het eerst als zevental gepresenteerd.
Het gebruik om in lange litanieën het
lijden van Christus' Moeder te bezingen, stamt uit de Oosterse Kerk. In de
Middeleeuwen begint men ook in de Westerse Kerk de smarten van Maria te
vereren. Een speciale dag ter gedachtenis aan haar lijden wordt lokaal voor het
eerst vastgesteld in Keulen in 1413: op de vierde vrijdag na Pasen. De devotie
tot de zeven smarten van Maria ontstaat gelijktijdig met de opkomst van het
rozenkransgebed. In 1814 voert paus Pius VII het feest in voor de Rooms-katholieke
Kerk.
Spiritualiteit
Dit zijn de zeven smarten van Maria:
1. De profetie van Simeon in de tempel bij het
opdragen van Jezus (Lucas 2, 25-35)
2. De vlucht naar Egypte (Matteüs 2, 13-14)
3. Het zoekraken van Jezus in de Tempel (Lucas
2, 42-51)
4. Maria ontmoet Jezus op weg naar
de Calvarieberg (Lucas 23, 25)
5. Maria staat onder Jezus' kruis (Johannes
19, 25-27)
6. Maria ontvangt haar gestorven Zoon na de
kruisafneming (Matteüs 27, 57-59 - Marcus 15, 43-47)
7. Jezus wordt begraven (Matteüs 27, 57-66 - Marcus 15, 42-47 - Lucas 23, 50-56 - Johannes 19, 38-42)
Met het gedenken van deze smarten, van de pijn, het lijden en het verdriet die Maria heeft doorgemaakt, komt ook haar trouw als Moeder van de Verlosser onder de aandacht. Dit kan voor ons een steun zijn in ons eigen lijden. Net als haar Zoon Jezus is ook Maria het lijden niet bespaard gebleven. In haar smart kunnen wij ons eigen verdriet herkennen. Wanneer we in onze gebeden onze toevlucht nemen tot Maria, weten we dat Zij ons begrijpt omdat Ze ook verdriet heeft gekend. We kunnen ons door Maria laten inspireren om door het lijden heen te groeien in liefde en geloof.
Er wordt soms neerbuigend gedaan over Mariale spiritualiteit, vaak ten onrechte. Uiteindelijk verwijzen deze smarten telkens opnieuw naar de Schrift en naar Jezus. Het blijft natuurlijk wel belangrijk dat deze verbindingen niet verloren gaan.
Een moderne afbeelding
Er bestaan doorheen de geschiedenis veel soorten afbeeldingen van Maria. Een piëta verbeeldt Maria met in haar armen de gestorven Jezus en sluit aan bij de zesde smart. Een Dolorosa toont een droevige Maria met zeven zwaarden die haar hart doorboren. Een heel bijzondere afbeelding van Maria van Smarten is echter de “Viernes de Dolores” van María Izquierdo (1902-1955).
Zij was een Mexicaanse schilderes die langs de schilderkunst op zoek ging naar “mexicanidad”: de Mexicaanse identiteit. María Izquierdo bracht graag verschillende onderwerpen samen op het canvas: identiteit, traditie, gender, religie, hedendaagse cultuur, eeuwigheid… Ze werd bekend voor haar moderne thema’s en dito vormgeving en het gebruik van een helder en contrastrijk kleurenpallet.
Het optuigen van altaren voor de doden maar ook voor heiligen behoort tot de Mexicaanse traditie. Dat gebeurt vaak met eetbare offergaven, een gewoonte die ons eerder vreemd is. In dit werk dat op een speelse wijze omgaat met perspectief wordt een altaar in beeld gebracht waarmee men Maria om haar smarten vereert. Het werk is niet bepaald devoot of vererend opgevat. María Izquierdo is gefascineerd door de esthetische schoonheid van religieuze altaren. Ze beeldt hier vooral de spirituele atmosfeer van devotie uit vanuit een modernistisch oogpunt.
Vaak bestaan altaren voor de Virgen de los
Dolores uit paarse en gouden tinten. In dit werk zijn de altaren echter heel
bont gekleurd. Inhoudelijk leunt het altaar wel aan bij de traditie: men offert tarwe in
keramische potten, zure sinaasappelen die verwijzen naar het verdriet van Maria,
met vlaggetjes van puurheid opgeprikt, en groene opstaande planten die de
verrijzenis uitbeelden. Het rood van de watermeloen verwijst naar het bloed van
Christus. Het altaar is versierd met kaarslicht en bloemen. De gelovigen worden
niet afgebeeld, ze zijn vertegenwoordigd in de offers. Maria kijkt in de vorm van
een portret neer op de offergaven. Ze "verschijnt" niet in het werk, maar is enkel afgebeeld. Maria is zichtbaar als een afbeelding binnen de afbeelding, een diepere dimensie.
Het gordijn is niet alleen het kader van
het altaar maar ook van het schilderij. Je kijkt binnen in een tafereel. Het
nodigt je uit om de diepte van het werk te ontdekken en in een persoonlijke,
intieme dialoog met het werk op zoek te gaan naar de kracht van traditie en
religiositeit.