God heeft ons veel gegund doorheen de tijd. Niet alleen heeft Hij de wereld geschapen en aan ons toevertrouwd. Hij heeft ook het menszijn zelf met ons gedeeld. God is niet alleen de afstandelijke Schepper, Hij is onder ons komen wonen. Dik twee maanden voor Kerstmis worden we door Paulus al even gewezen op de genade die we hebben ontvangen en de invloed ervan op ons geloof.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
God onder ons
Jezus was Mens onder de mensen. Uiteraard was Hij ook de Zoon van God, dat valt op geen enkel ogenblik te ontkennen. Maar de Zoon is geboren als klein en kwetsbaar wezen, net zoals wij allemaal. Hij is ook als mens gestorven, even kwetsbaar en menselijk opnieuw. God moet ons wel mateloos liefhebben om zo'n inspanningen te leveren om ons te leren hoe we Hem trouw kunnen zijn in geloof en in daden (Johannes 3, 16). De Mensenzoon heeft het ons voorgedaan. Langs de Zoon komen wij tot de Vader (Johannes 15, 1-15).
Paulus wijst ons er op dat Jezus ons bestaan heeft gedeeld. Hij heeft onze zwakheden van heel dichtbij ervaren. Hij kwam in contact met de verlokkingen, de zijwegen, de omwegen en de aarzelingen van ons bestaan. Hij heeft er weliswaar niet aan toegegeven. Integendeel, we kregen van Hem belangrijke instructies, wijsheden en verhalen mee, die werden opgetekend door de evangelisten.
Dichtbij én een mysterie
In Jezus is God in de geschiedenis tastbaar aanwezig gekomen. Hij is geen afstandelijke magische kracht die ergens ongrijpbaar aan het begin aanwezig was en daarna op de achtergrond bleef. Hij is Mens geworden, heeft zijn Boodschap aan concrete mensen verkondigd en kreeg meer en meer volgelingen die in Hem de Messias zagen, de Beloofde. Er groeide ook argwaan en tegenstand, wat uiteindelijk tot zijn dood zouden leiden. God heeft verregaande middelen aangewend om ons te roepen om in Hem te geloven en er ook naar te leven.
Wij mogen in ons menszijn tot bij God komen, zonder aarzeling, zonder angst dat we niet begrepen zullen worden. Dat is een voorrecht. Jezus is onze hogepriester, die bij de Vader voor ons kan pleiten, vanuit zijn ervaringen.
Deze symbolische Goddelijke dialoog zien we best niet té plastisch. De heilige Drievuldigheid blijft voor ons tot op zekere hoogte een mysterie. We hoeven ook niet alles wetenschappelijk te analyseren. We zijn niet Gods gelijke, onze wijsheid is beperkt. Er is dan ook een groot verschil tussen interesse en hoogmoed.
De wijsheid die Paulus ons meegeeft is deze: laten we zonder schroom naderen tot Gods troon, laten we onophoudelijk tot God bidden en Hem om raad en kracht vragen. God kent ons, zijn Zoon heeft immers onder ons gewoond. Goddank!