Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

20 januari 2025

In de kracht van Gods Geest (25-26 januari 2025)

We ontmoeten een zelfzekere Jezus aan het begin van zijn verkondiging. Hij heeft zich veertig dagen lang teruggetrokken in de woestijn en is nu sterk genoeg om de weg naar Jeruzalem aan te vatten, door dorpen en steden. Het Woord zal Hij verkondigen, aan de hand van parabels en wijsheden en onderricht. Wonderen zal Hij verrichten. Nu staan we aan het begin. Jezus maakt zichzelf kenbaar aan de mensen. Gods belofte langs de profeten gaat in vervulling.

Woestijnverhaal

Jezus is op de proef gesteld in de woestijn. (Lucas 4, 1-13) De duivel krijgt heel persoonlijk vorm in het verhaal. Hij spreekt met Jezus en daagt Hem uit. (1) Een eerste kwaaie streek is Jezus wijzen op zijn eigen behoeften. Hij heeft immers grote honger in de woestijn. Als Zoon van God kan Hij makkelijk een steen tot brood maken, toch? (Lucas 4, 3) Jezus weigert dit zonder aarzelen. Daar zijn wonderen immers niet voor bedoeld. Er is meer tussen hemel en aarde dan een grommende maag. (Lucas 4, 4) (2) Vervolgens wordt Jezus bekoord met roem. (Lucas 4, 5-7) Jezus doorziet de list meteen: Hij zoekt geen bekendheid, alle aanbidding komt God toe. (Lucas 4, 8) (3) Tenslotte tracht de duivel Jezus te overhalen om een Goddelijke tussenkomst uit te lokken en op die manier God uit te dagen, te manipuleren en dus te overheersen. (Lucas 4, 9-11) Ook dat weigert Jezus pertinent: Hij wil de hemel tot niets verplichten. God wordt niet uitgedaagd maar liefgehad. (Lucas 4, 12)

Het verhaal over Jezus in de woestijn mag niet herleid worden tot kinderlijke beelden van een donkerrode duivel, compleet met bokkenpoten, hoorns en een puntstaart, die een handgemeen aangaat met een lichtgevende Jezus met getrimde baard. Het kwaad beweegt zich niet voort op bokkenpoten, maar manifesteert zich in gedachten en daden van mensen. We hebben veel te leren van Jezus in de woestijn. Dit verhaal zit vol diepe symboliek

Triptiek

Eigenlijk wordt er in het verhaal een triptiek geschetst die ook terugkomt bij het lijden van Jezus. (1) Daar zal Jezus zijn eigen gemak opnieuw opzij schuiven: “Laat niet wat Ik wil, maar wat U wilt gebeuren.” (Lucas 22, 42 en Matteüs 26, 39-42) (2) Ook tijdens zijn ondervraging weerlegt Hij alle aantijgingen over wereldse roem: “Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. (Johannes 18, 36) (3) En spottend roepen omstaanders wanneer Jezus aan het kruis hangt dat Hij zichzelf moet redden. Ook hier zal Hij God niet uitdagen maar zijn Wil gehoorzamen. (Lucas 23, 35-40 en Matteüs 27, 39-44)

De worsteling in de woestijn, die terugkeert in het lijden van Jezus, is een botsing tussen de mens met zwaktes en zijn koppige overlevingsdrang enerzijds, en God anderzijds. Hebzucht (1), eerzucht (2) en heerszucht (3) liggen op de loer. Het is een conflict tussen het oppervlakkigste aardse en het hoogste hemelse.

Dat wij mensen hier op aarde niet altijd gericht zijn op wat goed en juist is, zien we vaak genoeg in de Schrift terugkeren. Denken we maar aan de verloochening door Petrus (Lucas 22, 55-62 en Matteüs 26, 69-75), het opruien van het volk om Jezus te veroordelen (Marcus 15, 11-14), en het verraad door Judas (Lucas 22, 48 en Matteüs 26, 48).

Wellicht is de meest zinvolle samenvatting van de woestijnervaring van Jezus: Hij komt dichter bij zijn Vader en krijgt voor het eerst de kans om zich uit te spreken tegen het kwaad. Jezus wordt de aardse weerspiegeling van Gods eindeloze goedheid. Alleen uit die Bron kan de Boodschap ontspringen.

Dynamiek van de Geest

Er is een dynamiek aanwezig aan het begin van Jezus’ optreden. Bij zijn doopsel lezen we dat de Geest op Hem neerdaalt. (Lucas 3, 22) Na zijn woestijnervaring is Hij dichter bij het Goddelijke gekomen. De Geest is immers een dynamische kracht, en geen statisch gegeven. Tijdens zijn doopsel is Hij aangeraakt door de Geest. Uit de woestijn treedt Hij vervuld door de Geest. (Lucas 4, 14)

De kracht van Gods Geest opent een hoogtedimensie, een transcendentie. De Kracht (‘dunamei tou Pneumatos’ in het Grieks) verwijst hoegenaamd niet naar een heroïsche en bovenmenselijke fysieke kracht. Denken we aan Marvel-filmhelden als de Hulk of Spider-Man, of aan de stripheld Obelix. Het gaat niet over brute spierkracht. Deze dynamiek is een alles-vervullende, Goddelijke kracht die spiritueel van oorsprong is. Als een zalf werkt ze onderhuids in, tot in de ziel. 

“De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd”, leest Jezus voor uit de profeet Jesaja. (Lucas 4, 18 en Jesaja 61, 1-2) Ook in dit citaat is de triptiek van daarnet niet ver weg. Laten we het sjabloon ook eens op deze tekst leggen. (1) Dank zij Gods Geest is de menselijke zwakte overwonnen in de Mensenzoon. (2) Hij is de Gezalfde, de koning onder Gods hoede. Hij zoekt geen eer maar schénkt aandacht aan wie klein is en hulpbehoevend: armen, gevangenen, blinden en onderdrukten. (3) En tenslotte zendt de hemelse Vader zijn Geest over Jezus. De Vader bekrachtigt Hem, het initiatief komt van boven. De mens Jezus zal God niet uitdagen maar te allen tijde gehoorzamen.

Dualiteiten

In de context van hemel en aarde, van goed en kwaad, klinkt vaak een ondertoon van neerkijken op ons menszijn. Dat hoeft zeker niet het geval te zijn. God heeft ons immers geschapen naar zijn evenbeeld. (Genesis 1, 21a) God is mens geworden in Jezus. (Johannes 1, 14a) Er is dus geen sprake van een Goddelijk neerkijken op het menszijn. Wel is het zo dat de vrijheid die ons is gegeven, leidt tot keuzes. Daar ligt een belangrijke sleutel om ons menselijk bestaan in de richting van God te keren, of net van Hem weg.

We hoeven niet beïnvloedbaar te zijn. We hoeven niet verwaand en intolerant te zijn. We hoeven niet in platte commercie mee te gaan. We zijn niet geschapen om de diepgang van het leven weg te relativeren tot er slechts zinloosheid overblijft. Onze vrijheid is Goddelijk van oorsprong. Zoals Jezus de juiste keuzes maakt in het woestijnverhaal, zo zijn ook wij geroepen om, in de kracht van de Geest, van ons bestaan het mooist mogelijke leven te maken. Een leven waar God trots op kan zijn.