Met Kerstmis komt de kwetsbaarheid van God bij uitstek aan bod. Daarna wordt Jezus binnen de groter geheel van tijd en eeuwigheid gesitueerd. Het verhaal krijgt een andere toon, of misschien drie akkoorden om het heel plastisch uit te drukken. Een scherpe dissonante horen we bij de koning die zich vastklampt aan zijn troon. Een zacht en ingetogen polyfoon geluid herkennen we bij de Wijzen die op zoek gaan naar de nieuwe vorst. Er zit geen mooie muziek in hun samenkomst: ze blijken elkaar niet te vinden. Dat merkten we vorige week. Het theologisch kader vervolledigt deze week de grote inleiding die volgt na Kerstmis: een subliem, overrompelend akkoord. Daarna begint de verkondiging langs bijzondere verhalen en anekdotes: een muzikale veelkleurigheid met veel genres en klankkleuren. Maar laten we het beeld van de muziek niet te ver uitrekken en terugkeren naar de tekst.
- Voor de lezingen van Openbaringszondag: klik hier.
- Voor de lezingen van het Doopsel van Jezus: klik hier.
Gods Zoon wordt geboren in de eenvoud van een stal, er is geen plaats in de herberg. Eenvoudige herders zijn de eersten die van de engelen vernemen dat de Messias geboren is. Zijn gaan naar Betlehem om Maria, Jozef en het pasgeboren Kind te groeten. Kerstmis is feest van aardse bescheidenheid. Geen rijkdom die blinkt, geen protocol van adel en van vorsten, geen macht en jaloezie. De geboorte van Jezus wordt in zijn pure eenvoud beschreven. Alleen de engelen verraden de werkelijke dimensie van de gebeurtenis.
IJverzuchtige koning
De wereldlijke macht komt in al zijn ruwheid en ijverzucht het evangelie binnen langs de figuur van koning Herodes de Grote. Zijn koningschap geniet de steun van de keizer: het brengt stabiliteit in de regio, op voorwaarde dat hij het gezag van het Rijk bevestigt en ondersteunt natuurlijk. Herodes vat de restauratie van de tweede tempel aan en laat de haven van Caesarea uitbouwen. Populariteit geniet hij van de Romeinen, niet van zijn volk. Opstanden worden hardhandig neergeslagen. Zijn terreurbeleid, gevoed door paranoia, kost duizenden mensen het leven. In zijn dichte omgeving is werkelijk niemand veilig, zelfs zijn eigen zonen niet.
Wijsheid op weg
Deze koning wordt begroet door drie wijzen uit het Oosten. (Matteüs 2, 1) Tot zijn grote verbijstering verneemt hij dat er een concurrent is geboren: een nieuwe koning, die zij nu alvast willen gaan aanbidden. (Matteüs 2, 2-3) Werkelijk alles in hun mededeling zit fout, wat Herodes betreft. De koning geeft de wijzen een opdracht: ze moeten absoluut verslag komen uitbrengen. Dan kan koning Herodes gericht toeslaan en deze mogelijke revolte in de kiem smoren. (Matteüs 2, 8) De wijzen worden voor de kar van de despoot gespannen, maar ze doen er niet aan mee. (Matteüs 2, 12) De wijsheid overwint.
De wijsheid laat zich niet ketenen door een wreedaardige vorst. Wijsheid zoekt van op de aarde de idealen van waarheid en goedheid en verafschuwt bedrog en manipulatie. De ontmoeting met Herodes duurt niet lang en levert niets op. De ster uit de hemel gaat op (Matteüs 2, 2 en 10) en leidt de wijzen naar Jezus.
Wijzen bij het Kind
Ze schenken goud als teken van zijn koningschap, wierook ter ere van zijn Goddelijkheid en mirre als symbool voor zijn menswording, meer bepaald eigenlijk voor zijn sterfelijkheid. (Matteüs 2, 11b) De wijsheid is niet plezierend of betuttelend, maar eerlijk. We krijgen een eerste vooruitwijzing naar Goede Vrijdag.
De wijsheid buigt voor de Heer. (Matteüs 2, 11) Deze wijzen brengen eer aan het Kind. Als beeld is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Daarna vertrekken ze.
Drievuldigheid
Wanneer Jezus dertig jaar is, ontvangt Hij het doopsel van Johannes de Doper. (Lucas 3, 21) Na de wijsheid en de wereldlijke macht, komt nu God in beeld. De hemel gaat open en de heilige Geest daalt neer op Hem. “Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde”, zegt de Vader vanuit de hemel. (Lucas 3, 22) We leren God voor het eerst kennen als de heilige Drievuldigheid.
Na het idyllische kerstverhaal volgt een ontmoeting met de aardse en hemelse machten. Jezus wordt geboren op onze aarde, in onze tijdrekening, binnen onze gezagsmechanismen ten goede en ten kwade.