De woestijn is een sterk symbool en staat voor de afwezigheid van elk comfort dat voor ons evident is geworden. In de eerste plaats is schaarste van water en voedsel een zware uitdaging in de woestijn. Wie niet goed voorbereid en voorzien van hulpmiddelen de woestijn in trekt, heeft weinig kansen op overleven. Vaak zijn het grote vlakten van zand of van ruige rotsen. Er is weinig of geen beplanting te bespeuren wanneer je om je heen kijkt, geen herkenningspunten, zelfs geen sporen van eerdere passanten. En de hitte bedriegt je zintuigen.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
Onveilig
In de woestijn is vooral eindeloosheid te zien, tenminste als er geen storm opsteekt die overal stof en zand op afvuurt. Toch zijn er ook eilandjes van bescherming en troost: oases, waar gastvrijheid de norm is. De middaghitte legt alles stil, de nachtelijke kou maakt recupereren tot een uitdaging. Dehydratatie en zouttekort vragen voortdurende aandacht. Uitputting is soms slechts enkele stappen verwijderd.
In de desolate herhaling van zand of steen, kan ook schoonheid en rust ontdekt worden. In de woestijn vinden mensen de ultieme harmonie met de omgeving. Je moeten je immers aanpassen aan de uitdagingen die je ontmoet: er is geen keus, er is geen gemak. In de meest extreme omstandigheden zijn de doelstellingen doorbijten en overleven. In de inspanning en in de rust kan je jezelf ontmoeten, en je Meerdere.
Schrift
In de Schrift wordt vaak gerefereerd naar de woestijn, zowel in positieve als in negatieve zin. De woestijn is onlosmakelijk verweven in de geschiedenis van het Volk van God. Na de bevrijding uit de slavernij is Egypte is de woestijn het enorme obstakel om het Beloofde Land te bereiken. Deze heilige reis naar de vrijheid duurt veertig jaar. (Numeri 32, 13) De lange karavaan wordt geregeld geconfronteerd met dorst (Exodus 15, 22b) en met honger (Exodus 16, 2-3; manna: Exodus 16, 14-18 en 31 en Johannes 6, 31) en klaagt daar ook uitgebreid over bij Mozes, die bij momenten ten einde raad is. (Numeri 21, 5)
In de woestijn heerst geen orde (Jesaja 43, 19), alles is ruw en onbeheerst (Jesaja 16, 8). De dorre leegte maakt de woestijn onherbergzaam. (Jeremia 2, 6 en Deuteronomium 8, 15 en Psalm 78, 40) Er is weinig vegetatie, op stekelige planten en struiken na. (Rechters 8, 7 en 16 en Jeremia 4, 11) Nagenoeg niemand woont er. (Jeremia 2, 6 en Jesaja 27, 10) Een groot gevaar zijn dus rovers, omdat er geen sociale controle is. Ook hongerige roofdieren, zoals hyena’s en jakhalzen, vormen een bedreiging. (Jesaja 13, 21-22a) Men kan er fysiek uitgeput raken (2Samuël 17, 29) of mentaal breken. (Jesaja 35, 1) De woestijn en de dood kennen elkaar goed. Daarom is de woestijn voor het volk in de eerste plaats een plaats van doorreis, niet zozeer van verblijf. (Jesaja 48, 21, Amos 2, 10)
Spirituele ruimte
Naast de boeken die de uittocht verhalen – Exodus, Deuteronomium en Numeri – komt de woestijn vooral ter sprake bij de Profeten en in de psalmen. De symboliek van de woestijn spreekt de mensen aan. Er zijn veel paralellen te trekken tussen de woestijn en menselijke ervaringen van achteruitgang, eenzaamheid en armoede en gebrek.
Toch levert de woestijn in symboliek ook veelzeggende contrasten op. Men kan de woestijn in vluchten om er te schuilen. (Rechters 20, 47 en 1Kronieken 12, 9 en 1Makkabeeën 2, 29) Men kan er ook de eigen kleinheid en kwetsbaarheid opzoeken. De woestijn kan een plaats van inkeer en van geestelijke strijd zijn. (Marcus 1, 12-14 en Hosea 2, 16-17) Er kan langs gebed, bezinning en boetedoening in de woestijn bevrijding gevonden worden. (Leviticus 16, 21 en Numeri 14, 33 en Marcus 1, 4) De afzondering in een prikkelarme omgeving neemt alle storende en verstrooiende vormen van afleiding weg, zodat je vlotter tot de essentie kan komen. Het is dus een plek van meditatie. (Lucas 1, 80 en 3, 2) De woestijn heeft iets spiritueels, iets heiligs: je kan er God ontmoeten als nergens anders en zijn bescherming en Aanwezigheid ervaren. (Exodus 15, 25b en Psalm 136, 16 en Jeremia 31, 2) Ook Jezus trekt de woestijn in vooraleer Hij aan zijn verkondiging begint. (Matteüs 4, 1) Hij treedt in de voetstappen van de traditie maar begint tegelijk iets nieuws.
Tijdelijk
Bij de profeet Jesaja zegt God: “Men noemt je niet langer ‘Verlatene’ en je land niet langer ‘Woestijn’, maar je zult heten ‘Mijn verlangen’ en je land ‘Gehuwde’.” (Jesaja 62, 4) Dit is eigenlijk een profetie gegoten in theologische poëzie. God zal een Nieuw Verbond sluiten met zijn Volk. Het oude is geschonden, verscheurd, voorbij. Het Volk heeft zwaar geleden: hun ontrouw hebben ze met hun vrijheid betaald. Deze ervaring van verlatenheid in een woestijnwereld blijft echter niet duren.
Nee, er komen andere tijden, waarin de mensen opnieuw het verlangen van God zullen zijn. Wat is er mooier dan verlangd te worden? Het land zal niet langer uit leegte en chaos bestaan, maar wordt een huwelijk genoemd. Duidelijker kan een heilig Verbond tussen God en mensen niet worden omschreven. God wenst ons, houdt van ons en is ons trouw. Het is aan ons om die Liefde met liefde te beantwoorden en zijn Trouw met de onze.
Verbond
In Kana wordt water ineens wijn op een bruiloftsfeest. Niet zomaar wat wijn, maar in overvloed en van de beste! (Johannes 2, 7 en 10) Hiermee wordt linea recta verwezen naar het Laatste Avondmaal. Dan wordt immers het Nieuwe Verbond bekrachtigd. God sluit de mensen in de armen langs de dood en verrijzenis van Jezus Christus. Het Lam wordt geslacht om ons voorgoed vrij te maken van de ontrouw uit het verleden. Een nieuw begin, een nieuwe Tijd.
God noemt ons bij Jesaja weldra ‘Mijn verlangen’. In het Hebreeuws staat er ‘hefzibaah’: ‘(Ik vind) mijn vreugde in haar’. Bij het doopsel van Jezus hebben we gelezen dat de Vader vanuit de hemel zei: “Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde.” (Matteüs 3, 17) De belofte gaat in vervulling in de Zoon van God. Dat wordt door God zelf kenbaar gemaakt. In de woestenij van chaos - de ‘tohu wabohu’ die aan de woeste leegte vóór de schepping herinnert (Genesis 1, 2) - maakt de Heer plaats voor een nieuw begin: een recht pad in de wildernis, een stromende rivier in het dorre land. Een prachtige omschrijving voor het Nieuwe Verbond tussen God en zijn Volk. (Jesaja 42, 9-11 en 43, 19) Nieuwe vreugde, nieuw leven.Over een kleine twee maanden gaan we in de Veertigdagentijd geestelijk de woestijn in. Laten we dat bewust doen, met open oren voor het Woord en open ogen voor de tekenen van God. Laten we ons verlangd weten door God en weldra in gebed en bezinning Pasen tegemoet gaan.