God maakt zich kenbaar als vernieuwer, als blijvende scheppingskracht langs zijn genade. Dat klinkt wat zwaar op de hand. God heeft het heelal niet geschapen om zich er vervolgens niets meer van aan te trekken. Hij blijft betrokken, Hij blijft aanwezig. Verbonden is misschien nog treffender uitgedrukt.
- Voor de lezingen van de vijfde zondag in de Veertigdagentijd C: klik hier.
Iets nieuws
Langs de profeet Jesaja spreekt God zijn Volk blijmoedig toe: “Zie, Ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?” (Jesaja 42, 19a) Er begint iets nieuws, dank zij de Heer, omdat Hij het ons gunt. Genade, noemen we dat. Het is geen nieuwheid zoals we kennen van advertenties die ons wegwerpproducten aanbevelen. Nee, dit betreft geen vluchtige nieuwheid. God kondigt een allesomvattend nieuw begin aan dat de strubbelingen uit het verleden voorgoed moet uitvegen.
De Heer heeft het over een Nieuw Verbond, dat het Verbond in de woestijn moet bestendigen en vernieuwen. Dit nieuwe, altijddurende Verbond zal in Christus verwezenlijkt worden. Meer bepaald: langs zijn verkondiging, zijn lijden, dood en verrijzenis. Jezus heeft drie jaar lang de Boodschap gedeeld met het Volk. Hij heeft verduidelijkt wat God van ons verlangt en wat niét bijdraagt tot een oprecht geloof. Daarbij zijn Wet en Profeten niet opgeheven, maar juist bevestigd. Gods Woord is eeuwig.
In de dorheid
Door Mens te worden op aarde, heeft Christus de juiste Weg voorgeleefd. Zijn lijden en dood waren een logisch gevolg: het religieuze gezag voelde zich aangevallen, vernederd en ontkracht. Maar zijn dood was niet het einde, maar juist dat nieuwe begin waar God over sprak: voorbij het kruis is nieuwe hoop gerezen in de opstanding. In Christus zijn we op een andere, nooit eerder gekende wijze verbonden met God.
God kondigt bij Jesaja aan dat hij een weg baant door de woestijn en rivieren maakt in de wildernis. Het volk dat Hij uitgekozen heeft, laat Hij er drinken. (Jesaja 42, 19b-20) In de woestijn van de dood, ontspruit nieuw leven. Midden in de dorre leegte schenkt Hij ons verkwikkend levenswater. Dat heeft Jezus Christus ons langs zijn eigen bestaan en opstanding verkondigd.
Niet beheersbaar
Al te vaak wordt het Christendom herleid tot moraliteit. Inderdaad, Jezus heeft ons opgedragen om het goede te doen en het kwade te laten. Hij heeft ons echter zoveel meer voorgeleefd. Moraliseren is in veel gevallen een vorm van ‘managen’ of beheersen. De Boodschap in regels samenvatten, betekent bepaalde passages meer in de verf zetten dan andere. De Schrift zit namelijk vol nuances. Moraliseren is een standpunt innemen en dat persoonlijk verdedigen. Daardoor wordt de diepe waarde van de Schrift uiteindelijk al te vaak tekortgedaan. Het wordt iets van de mens zelf, een geheel van regels en gewoonten, van voorschriften met daaraan verbonden beloning en bestraffing. Daar schuilt macht in. En laat dat nu precies zijn waar de Schriftgeleerden en farizeeën zo ijverig in waren en waar Jezus zich zo over kon opwinden. Wanneer de Boodschap van Leven tot regels wordt herleid, dan is de levensadem eruit geperst. Daar moeten we te allen tijde voor waken.
Wanneer zij bijvoorbeeld furieus en vol haat naar Jezus toe komen met een vrouw die op overspel is betrapt, willen ze Jezus meteen op de proef stellen. Volgens de Wet van Mozes moet zo’n vrouw gestenigd worden. Zich verkneukelend, vragen ze aan Jezus wat Hij ervan denkt. Zijn antwoord staat echter haaks op de moralistische logica waar ze Hem in willen vangen. “Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen”, antwoordt Jezus afgemeten. (Johannes 8, 7b) En de heren druipen verbolgen af.
“Waar zijn ze? Heeft niemand je veroordeeld?”, vraagt Jezus zonder zelfs maar op te kijken. (Johannes 8, 10b) Ze zijn weg, maar de eigenlijke boodschap hebben ze hoogst waarschijnlijk niet begrepen. Het gehoor en de rede werken selectief. Ze zullen de volgende keer weer eerst voor andermans vegen, helaas. Jezus veroordeelt de vrouw niet. “Ga naar huis”, zegt Hij tegen haar, “en zondig vanaf nu niet meer.” (Johannes 8, 11) Dan kan er iets nieuws ontstaan, door de vergeving die Jezus schenkt. Daarin bestaat het Nieuwe Verbond: in vergeving, in een andere manier van verbonden zijn.
Zoveel meer
God liefhebben is nooit een louter ethisch engagement. Dat mag het ook nooit worden. Dat betekent dat ook de Veertigdagentijd zich niet enkel mag richten op het ethisch perspectief. We worden uitgenodigd om ons te voeden aan Gods Liefde, die spiritueel van aard is en die vorm krijgt in een geheel van geloofsfacetten: ethiek, ja, maar ook liturgie bijvoorbeeld, persoonlijk gebed, geloofsvisie, liefdadigheid en verkondiging… Wanneer we ons voorbereiden op de Goede Week, dan worden we uitgedaagd om met ons hele menszijn de Veertigdagentijd binnen te stappen en zoveel mogelijk facetten aan bod te brengen.
“Dit is het volk dat Ik mij gevormd heb, het zal mijn lof verkondigen”, zegt de Heer via Jesaja vastberaden en hoopvol. God verlangt inderdaad veel meer dan moraal antwoord. Hij wenst dat we Hem weer loven, met hart en ziel. Die vreugde vinden we bij Maria, wanneer ze God looft en prijst omdat ze zwanger is en Gods Zoon zal baren. Haar ziel prijst en looft de Heer, haar hart juicht om God, die ze haar Redder noemt. (Lucas 1, 46b-47) Het is deze aanstekelijke en inspirerende blijdschap in geloof die God van ons verlangt. Een enthousiasme uit het diepste van ons bestaan. In de Veertigdagentijd bereiden we ons voor op de vreugde door tot inkeer te komen en Godsbewust te leven.
Christus leren kennen
Paulus schrijft enthousiast aan de christenen van Filippi: “Ik wil Christus kennen door de kracht van zijn opstanding te ervaren, door te delen in zijn lijden en aan Hem gelijk te worden in zijn dood.” (Filippenzen 3, 10) Het verlangen om dichter bij Jezus Christus en zijn blijde Boodschap te naderen, om naar het Rijk Gods toe te leven, is een fundamentele spirituele hunker.
Door te delen in Jezus’ mensenbestaan en ons leven te ijken op zijn voorbeeld, komen we dichter bij de wil van de Vader en de droom van zijn Rijk hier op aarde: een hemelse plek hier in ons midden, vrij van cynisme en leugen, machtswellust en geldbejag. Een plek van zuivere hoop en oprecht geloof, waar niemand uitgesloten of weggepest wordt. Daar mogen wij mee aan bouwen in deze Veertigdagentijd, en bij uitbreiding elke dag van ons leven. God heeft ons daartoe geroepen en zet ons op Weg langs zijn Nieuwe Verbond.
Laat ons met een bewust en kritisch geloof zijn Weg gaan. Naarmate de Veertigdagentijd voortschrijdt, mogen we met toenemend blij gemoed vooruitkijken naar het hoogtepunt van het kerkelijk jaar.