Op Aswoensdag wordt gewoontegetrouw gelezen uit de profeet Joël en uit het Matteüsevangelie:
Joël 2, 12-16a.18 - Matteüs 6, 1-6 (online lezen: klik hier)
Mooier is niet altijd beter. Vrolijk is
niet altijd mooier. De ideale wereld bestaat niet, het is een droombeeld. Leef
niet in het oppervlakkige. Aswoensdag wil ons stevig met onze voeten op de
grond brengen.
Aswoensdag wil ons stevig met onze voeten op de grond brengen.
Dat dun laagje plastic of vernis, dat éne
laagje dat we zien, wordt ons aangeprezen: het gaaf, smetteloos, glimmend
uiterlijk dat alles mooi maakt. In reclameboodschappen wordt ons gezegd dat we
er blij en gelukkig van worden. Via sociale media vertellen we aan elkaar langs
foto’s en korte tekstjes hoe vrolijk en fantastisch ons leven wel is. Een
zelfbouwkastje kan er mooi uitzien, maar de binnenkant blijft gewoon bestaan uit
geperste houtsnippers. Er is niets mis met schoonheid en uiterlijk vertoon. Een
mooi behangen muur is mooier dan één met groezelige vlekken en strepen. Wanneer
we echter alleen nog woorden hebben voor wat populair en mooi is en al het andere niet meer
zien, negeren of zelfs weggooien, dan hebben we een probleem. We kunnen niet leven
in een ideaalbeeld en dat moeten we ook beseffen. Er is ook verdriet, vrees,
ongemak, zwakte, onzekerheid in ons en om ons heen. Dat mag geen taboe zijn. En dat
lijkt het wel soms. Daarom precies is het van belang dat we aandacht besteden
aan wat dieper ligt, aan hetgeen we al te vaak verdoezelen onder een laagje van uiterlijkheden.
De profeet Joël heeft gelijk wanneer hij ons
aanspoort om tot inkeer te komen. Hij wil dat we de Heer, onze God,
herontdekken. Het is geen God van uiterlijke sier, maar van genade, liefde, trouw
en vergeving (Joël 2, 13). Dat zijn niet echt de zaken die je op sociale media in
beeld kan brengen met een wat geforceerde glimlach en enkele emoticons. Fotocorrectie, schmink, zelfs botox verdoezelen je binnenkant niet. Joël hoopt
dat we meer aandacht besteden aan onze diepste kern: wie we zijn, wat we geloven, waar we op hopen.
Soberheid is een goede manier om tot inkeer te komen: alle onnodige prullaria aan de kant schuiven en terugkeren naar de essentie. Een mooie smartphone, dure merkkledij, een chique wagen: ze zijn hip, trendy, handig en comfortabel, maar brengen je niet het beloofde ultiem geluk. Je gaat algauw merken dat we veel tijd en ruimte vrijmaken voor wat onnodig en overbodig is. Zo komen we tijd tekort voor wat er echt toe doet: liefde, geduld, trouw en vergeving.
Worden we wakker geschud wanneer we in de stroom van leukheid mee dobberen?
Ook godsdienst is niet ongevoelig voor
uiterlijkheden. Kerken worden gerenoveerd, voorzien van alle technieken en
gemakken, orgels worden hersteld en gestemd, plafonds versierd met mooie
laagjes verf, koper, zilver en goud worden opgeblonken tot alles wat blinken
kan, ook schittert. Daar zijn de gelovigen blij om, maar wat met hun innerlijk?
Wordt daarin voldoende geïnvesteerd? Worden we wakker geschud wanneer we in de stroom van
leukheid mee dobberen? Joël waarschuwt ons: de Heer wil dat we niet onze kleren
scheuren, maar ons hart.
Tot inkeer komen, is geen spektakel, geen vertoning. Daarom in het ook niet "in".
Geen dramatisch gedoe, geen aandachttrekkerij,
maar eerlijk en ingetogen zoeken naar beter. Daar gaat het om. Het is van alle
tijden: mensen die met de beste bedoelingen op de eerste rij gaan staan en
tonen hoe het hoort. Matteüs gebruikt het werkwoord “theaomai”, dat verwant is met theater. Tot inkeer komen, is geen
spektakel, geen vertoning. Daarom is het ook niet "in". Het gaat niet om bekeken worden. Dat vinden mensen
misschien leuk, maar God heeft er niets mee. God ziet namelijk in het
verborgene (Matteüs 6, 4). Hij weet meteen of je oprecht bent of niet. In
het tweede vers heeft Jezus het over “hupokritai”.
God wil niet dat we hypocriet zijn. Hij hoopt dat we tot inkeer komen, ver weg
van alle toeters en bellen, of bazuingeschal, zoals Matteüs het even plastisch noemt. In het verborgene
kan je het dichtste bij God komen. Niet schreeuwend op straten en pleinen, niet
pronkend op sociale media, maar stil in het verborgene.
Je hoeft God overigens niet te zoeken, je hoeft zelfs
niet te twijfelen of Hij er wel is. Hij is er al, Hij was er altijd al en Hij
weet wat je nodig hebt. Hij ziet namelijk in het verborgene, in ons diepste
zijn, dat we zo gauw bedekken met laagjes van beschaving en verfraaiing. Het is
geen toeval dat vlak na de passage in het Matteüsevangelie het “Onze
Vader” volgt, het gebed aller gebeden. Bidden, doe je met een eerlijk hart, ingetogen en verstild.
Ik vertaalde dit gebed enkele jaren geleden uit het Grieks:
"Onze Vader in de hemel,
heilig is uw Naam.
Wij verwachten uw rijk.
Laat uw wil werkelijkheid worden in de hemel en op aarde.
Voed onze geest dag na dag.
Vergeef ons onze schulden,
voor zover wij zelf de schuld van anderen vergeven.
Houd ons weg van verleidingen,
maar verlos ons van het kwaad. (Matteüs 6, 9-13)
Want U bent de Albeheerser, met kracht en heerlijkheid
in alle eeuwen. Amen." (Judas 1, 25)
(Bron gebed: VANNECKE Sven, U zeg ik dank, Averbode, 2018.)