Een verongelijkte man roept uit de menigte naar Jezus: “Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen!” (Lucas 12, 13) Volwassen mensen worden soms de kleinste kinderen wanneer het over geld gaat. Heel merkwaardig. “Dat is van mij!” “Nee, laat los, het is van mij!” Terecht antwoordt Jezus dat beslissen over geld niet zijn bevoegdheid is. Daarna krijgt het verhaal een meer extreme en fundamentele wending.
Een succesvolle dwaas
Jezus waarschuwt de man: “Hoed je voor elke vorm van hebzucht!” (Lucas 12, 15b) Niet enkel deze mogelijk vorm, maar élke vorm. Hij vertelt een verhaal ter illustratie. Het kon inspiratie zijn voor een dramaserie met veel rijkdom en glitter. Een rijke man had een mooi landgoed. Hij werkte verstandig en ondernemend: hij zaaide op het land en oogstte alles netjes op tijd. Er was graan in overvloed, veel meer dan verwacht. “Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan.” (Lucas 12, 18bc) Dat is een goed plan: meer ruimte, meer omzet, meer kapitaal! Voor jaren is hij veilig, niets of niemand die hem nog klein krijgt. Zo'n man zou nu op de tv komen als succesvolle rijkaard. Hij zou een trendsetter zijn, aanbeden en verheerlijkt door de massa. “Heb je dat gezien? Die man heeft het helemaal gemaakt! Kijk eens wat een schuren, wat een geld, wat een kast van een huis! Dat wil ik ook!”
“Succesvol
zijn en winst maken, daar gaat het om,” hoor je de rijke man denken. “Alles
draait om een goede bedrijfsstrategie en een verstandig management: dan wordt
mijn bedrijf nog groter en nog beter! Wat wil je nog meer?” Welnu, het ontbreekt hem toch aan iets, want God noemt
hem… een dwaas! Hij was beter wat ambitieuzer geweest los van zijn geldkist. Hij
had tot God kunnen bidden en geluisterd hebben naar het Woord. God zegt: “Dwaas,
nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan die
schatten die je hebt opgeslagen?” (Lucas 12, 20) Hij is steenrijk geworden,
jazeker, maar niet bij God. Bij God is hij straatarm.
Absurd
De echo’s van
Prediker klinken in Jezus’ woorden: “Ook al is een mens bij alles wat hij heeft
bereikt bekwaam te werk gegaan, met wijsheid en kennis van zaken, hij moet het
iemand geven die er niets voor heeft gedaan.” (Prediker 2, 21) Dat is niet de
zin van je leven, dat is “ijdel” (in het Hebreeuws: “Havel havalim”), vroeger
vertaald als “ijdelheid der ijdelheden”, of meer eigentijds: “je reinste
absurditeit”, of ook “lucht en leegte”. Het heeft allemaal te maken met een
intense ervaring van teleurstelling. Er blijkt niets over te blijven van alle
inspanningen. Een zuchtje, mee niet. Abel (Genesis 4) klinkt in het Hebreeuws
“Hével”. Hij was een zuchtje in vergelijking met zijn sterke en ambitieuze broer Kaïn.
Ondernemerschap
Is God dan
tegen investering en vooruitgang? Nee, op voorwaarde dat je minstens evenveel gedrevenheid investeert in je geloof! In het verhaal hebben geld en succes de welvarende man
verblind. De man is veranderd in een zakenman, er is geen plaats meer voor
geloof. Het is een kwestie van de juiste prioriteiten te stellen.
Jezus spreekt
zich niet uit over ondernemerschap. Misschien kunnen we in de kantlijn ook stellen
dat Jezus geen expert of adviseur is in economische wetenschappen. Ook daartoe
is Hij door de Vader niet aangesteld, net zo min als in onderhandelingen in
erfrecht. Maar in een diepere laag kunnen we ons de vraag stellen of Jezus een afkeer heeft van bezit en de bijhorende ongelijkheid? Hij is alleszins geen
strijder voor het kapitalisme of monetarisme. Een rijke jongeling die Hem
aanspreekt en die Hem wil volgen, moet eerst zijn bezit verkopen, waarna hij
afdruipt. (Marcus 10, 17-27) Dan zegt Hij aan zijn leerlingen dat het
moeilijker is voor rijke mensen om in Gods rijk te komen. Het hangt immers van
God af. Wie aan geld denkt, vergeet God. En als je slechts halfhartig kiest voor God, kan Hij ook niets doen voor je.
Geld zonder macht
Ik denk
spontaan aan een merkwaardige uitspraak van de Britse premier Margaret Thatcher (1925-2013): "Niemand zou ooit van de Samaritaan hebben gehoord, mocht hij enkel goede bedoelingen hebben gehad. Hij had ook geld bij." Inderdaad, hij betaalde de waard, zodat
hij goed voor de zieke man kon zorgen, en als de 2 denariën niet genoeg waren om de
kosten te dekken, zou hij later het verschil nog bijpassen. (Lucas 10, 30-37)
Daar heeft ze een punt: ook Jezus denkt niet aan een wereld zónder geld. De arme weduwe
gooit enkele muntjes in de offerkist en wordt er om geprezen door Jezus, omdat
ze van haar armoede geeft. (Lucas 21, 1-4) Ze wordt niet afgeraden om geld in
de kist te stoppen, zelfs niet in het huis van God. Jezus zegt niet: “Geld is
het slijk der aarde: gooi hier geen geld in, en al zeker niet in de tempel.”
We kunnen ons
ook de vraag stellen of een wereld zonder ambitie en zonder geld wel leefbaar
is. Is ongelijkheid immoreel? Welnu, wij hebben in het Nederlands een gekende nuance: gelijkheid en gelijkwaardigheid (het Franse 'equité' bijvoorbeeld, is niet zo goed ingeburgerd). Ongelijkwaardigheid is een immoreel gegeven.
Maar ongelijkheid bestaat overal en altijd. We zijn niet allemaal hetzelfde, we
verschillen van elkaar. Dat brengt een fundamentele dynamiek op gang. In een
wereld waar iedereen gelijk is, verdwijnt elke ambitie en energie uit de
samenleving. Waarom zou je nog voor dokter studeren en al die
verantwoordelijkheid dragen, als je evenveel verdient als iemand die minder risicovol werk verricht? Waarom nog de moeite doen als het niet
loont? Het is één van de redenen voor het falen van het communisme: de drijfveer
tot initiatief was weg. Allemaal gelijk: het klinkt mooi in een wereld waar de
verschillen té groot zijn, maar het is op zich uiteindelijk een even extreme
houding.
God indachtig
Jezus is op
zich niet tégen geld, maar vindt dat geld nooit mag regeren. Zolang het een
werkmiddel is ten dienste van de mensen, is het nuttig, en bijgevolg ook niet goed
en niet kwaad. Zoals wielen aan de kar, zoals deuren aan een huis. Wanneer de
wielen wapens gaan dragen of deuren mensen uitsluiten, dàn is er een probleem.
Wanneer geld mensen afleidt en God doet vergeten, dan is het een kwalijk
gegeven. Net zoals macht, kan ook geld corrumperen.
Daar kunnen we nog veel van leren in onze samenleving.