Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

08 juli 2022

De Samaritaan en de naastenliefde: zoveel meer dan een clichébeeld (9-10 juli 2022)

“Wie is mijn naaste?”, vraagt een wetgeleerde aan Jezus. De man wil Hem op de proef stellen. Zoals vaker in vileine confrontaties met Jezus, loopt het voor de wetgeleerde op een pijnlijke sisser af. 

Jezus vertelt hem namelijk een verhaal waarin een gewonde man voor dood achtergelaten is door rovers. Een priester komt voorbij, maar beent in een grote cirkel om de man heen en maakt zich uit de voeten. Een leviet doet precies hetzelfde. Deze twee mannen met aanzien zijn een teleurstelling in dit verhaal.

Onrein

Een Samaritaan, een man die als niet volwaardig joods wordt beschouwd, houdt wel halt, verbindt zijn wonden, brengt de zieke naar een herberg en zorgt voor hem. “Wie is er een naaste voor de arme man geweest?” (Lucas 10, 36) De wetgeleerde weet dat hij moet antwoorden: “De Samaritaan.”, maar hij is waarschijnlijk bang dat hij zich zal verslikken in de woorden. De wetgeleerde maakt een omwegje, zoals de priester en leviet in het verhaal. “De man die medelijden heeft getoond.”, antwoordt hij. (Lucas 10, 37a) Jezus apprecieert de omweg niet en antwoordt meteen op de aanvankelijke vraag: “Wil je een naaste zijn? Doe dan zoals de Samaritaan.” (Lucas 10, 37b) Wat de Samaritaan is voor de wetgeleerde, dat is de in elkaar geslagen vreemde voor de priester en de leviet.

Zelf heb ik de priester en de leviet nooit begrepen. Waarom zouden ze de man mijden? Gewoon omdat hij onrein is? Voelen ze zich te goed om hem te verzorgen? Willen ze hun handen niet vuil maken? Je zou hun omweg zo kunnen begrijpen. Het is ook vaak zo geïnterpreteerd. Er is echter meer aan de hand. Het verhaal speelt zich af in een tijd zonder echte geneeskunde. Ziekte kan altijd fataal aflopen. Voornamelijk daarom is de joodse reinheidscultus ontwikkeld. Wanneer je weg blijft van bepaalde mogelijks gevaarlijke zaken, verhoog je je overlevingskansen. De man ligt halfdood langs de weg. Heeft hij een besmettelijke ziekte opgelopen en bezwijkt hij daaraan? Is hij verzwakt en daardoor besmettelijk geworden? Langs het woord “smet” zit deze logica in onze taal verweven: een vuile vlek is iets wat niet rein is.

Corona

Corona heeft iets verandert in mijn begrip van dit verhaal. Een mysterieuze ziekte heeft onze samenleving volledig halt toegeroepen. Zonder lockdown had de ziekte tienduizenden, misschien zelfs honderdduizenden mensenlevens gekost. We hebben een tijd lang in de onzekerheid gedeeld die heel normaal is in Jezus’ tijd, zonder antivirale medicatie en antibiotica. De priester en de leviet zijn niet zozeer hooghartig, ze zijn vooral doodsbang. Stel dat ze een ziekte oplopen en die verspreiden.

De Samaritaan staat anders in het leven. Hij weet wat het is om een verschoppeling te zijn, om aan de rand van de samenleving te staan. Er wordt op de Samaritanen neergekeken, ze zijn geen volbloed-joden. De Samaritaan deelt vast in dezelfde angst als de priester en de leviet, maar zijn gevoel voor naastenliefde weegt zwaarder door, wellicht omdat hij meer dan voldoende ervaringen heeft meegemaakt waar het aan naastenliefde ontbrak. Hij wil niet dat die man zo behandeld wordt. Deze man heeft al genoeg doorgemaakt.

Denkt de wetgeleerde spontaan bevooroordeeld bij zichzelf: “Die rovers waren vast weer Samaritanen”? Het kan. Er bestaat een diepgewortelde angst voor wat ons vreemd is, toen en ook nu. Die angst rationaliseert vaak in categorieën en groepen, helaas. Ook nu zijn onze naasten niet enkel de mensen die wij kennen en leuk vinden. Vooral en bovenal zijn onze naasten de vele hulpbehoevenden die we niet kennen. Zoals de man die langs de weg ligt. Zoals de Samaritaan die zich wel over de man ontfermt. Laten ook wij naasten zijn in de ware betekenis van het woord.

Afstraling

De verhaal van de Samaritaan is niet zozeer verhaal over twee hooghartige priesterlijke figuren en een gewone man die wel barmhartig is. Het verhaal gaat over de juiste prioriteiten stellen. Naastenliefde krijgt volgens Jezus altijd en onvoorwaardelijk de hoogste prioriteit. Zoals jezelf behandeld wil worden, zo hoor je anderen te behandelen. De zorgverleners zijn in de coronacrisis zonder enige twijfel de barmhartige Samaritanen van onze tijd geweest. Hun taak is zwaar en niet te onderschatten. Nog zwaarder werd hun taak wanneer corona in grote golven over ons allemaal heen kwam. Laten we dat niet vergeten. 

Laat hun inzet een bron van inspiratie zijn, een afstraling van Gods Liefde voor de mensen. Daarin schuilt Gods oproep tot naastenliefde: liefde voor al onze naasten.