Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

22 juli 2022

Een merkwaardige stad, een merkwaardige interpretatie: Sodom (23-24 juli 2022)

Wat is er gebeurd in Sodom dat de Heer zo kwaad is dat Hij de stad met de grond gelijk wil maken? God gaat een kijkje nemen langs twee van zijn engelen, en wat zij in één avond meemaken, is meer dan voldoende om het vermoeden volmondig te bevestigen. Maar wat is er dan precies gebeurd? Even voor de duidelijkheid: het is geen prettig verhaal. Zware kost, zo midden in de zomer. Geen nood: de soep wordt nooit zo heet gegeten als ze opgediend wordt...

De Heer verschijnt aan Abraham. Hij zit op het heetst van de dag in de ingang van zijn tent. (Genesis 18, 1) Er naderen hem drie mannen. Wellicht is één van hen de Heer, vergezeld door twee engelen. Abraham spreekt namelijk één man aan in het enkelvoud. Later blijft de Heer staan en gaan twee mannen weg. (Genesis 18, 22) Abraham vraagt Sara om brood voor hen te bakken en dat vinden de drie mannen goed. Ze zijn dus mensen, geen verschijningen. (Genesis 18, 5-6) Er wordt door sommigen ook een voorafspiegeling van de Goddelijke Drievuldigheid in gezien.

Beschuldiging

Nadat de Heer vertelt dat Abraham en Sara een kind zullen krijgen, ondanks hun hoge leeftijd, volgt er een bijzonder donkere verhaallijn. “Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun zonden zijn ongehoord groot.” De Heer wil te weten komen of de klachten gegrond zijn of niet. (Genesis 18, 21-22) Abraham smeekt de Heer om geen onschuldigen te straffen. Stel dat er vijftig onschuldigen zijn, dan mag de Heer hen toch niet over dezelfde kam scheren als de boosdoeners? En stel dat er vijfenveertig zijn, of veertig, of dertig of twintig, of zelfs tien: dan mag God de stad toch niet verwoesten met hen erin? De Heer stelt hem gerust: “Dan zal Ik haar niet verwoesten omwille van die tien.” (Genesis 18, 32b) Het is een hele opluchting. Abraham denkt aan zijn neef Lot, die er is gaan wonen. Maar wat zou er toch aan de hand zijn, daar in Sodom, dat de Heer zo kwaad is?

In de klassieke theologische traditie wordt de stad gezien als het summum van kwaad. De verbeelding neemt algauw de bovenhand. De mannen van Sodom waren, zo meent men, allemaal homoseksueel. Een merkwaardige stad. Ik hoorde onlangs nog "Genesis 19, 5" vernoemen in een discussie over homoseksualiteit. Alsof het een gerecht bij de afhaalchinees betrof. Men spreekt zelfs over “sodomie” om seksueel verkeer tussen mannen te benoemen. En het scheldwoord “mietje” is afgeleid van Sodomieten.

Binnen de joodse traditie is deze interpretatie al opgedoken. Vooral in de tweede eeuw vóór Christus, bij de schokkende confrontatie met de Griekse cultuur en de fenomenen van tempelprostitutie, publieke naaktheid en knapenliefde, zijn geschriften ontstaan die de link leggen met Sodom, bijvoorbeeld in het boek Jubeljaren, een joods commentaargeschrift uit die periode...

Een horroravond

Klopt die interpretatie wel? De twee engelen van de Heer gaan die avond kijken. Wij kunnen hun bevindingen in het verhaal mee ontdekken. Lekker makkelijk. Lot zit toevallig aan de stadspoort en groet de mannen met een buiging. Hij staat er op dat de mannen bij hem komen overnachten. (Genesis 19, 1-3) Lot is alvast heel gastvrij. Dat moet Sodom toch alvast ten goede spreken, niet?

Maar dan, nog voordat Lot en zijn gasten hun hoofd te rusten kunnen leggen, komen alle mannen van Sodom bij Lots huis samen, jong en oud, niemand uitgezonderd. (Genesis 19, 4) De spanning stijgt. Ze schreeuwen Lot toe: “Waar zijn die mannen die bij je overnachten? Breng ze naar buiten!” (Genesis 19,5ab) Ze willen de mannen die op bezoek zijn bij Lot… verkrachten. Lot spreekt de mannen van Sodom als vrienden aan (“achai”: broeders in het Hebreeuws). Hij wil hen op andere gedachten brengen. “Alsjeblief, doe toch niet zo gemeen” (Genesis 19, 7) Lot biedt nog liever zijn twee dochters aan dan dat deze mannen iets overkomt. “Want ik heb hun onderdak gegeven.” (Genesis 19, 8c) Lot neemt zijn taak als gastheer heel ernstig, ze zijn hem zelfs nog meer waard dan zijn eigen dochters.

Vreemdelingenhaat

De mannen van Sodom maken algauw duidelijk waar het hun over te doen is. Ze verwijten Lot dat hij er is komen wonen als vreemdeling en dat hij hun nu de les wil lezen. (Genesis 19, 9b) Het Hebreeuwse “lagoer” (met een “g” als in het Franse “garçon”) kan je eigenlijk vertalen als: immigreren, als vreemde komen wonen. De mannen van Sodom drukken geen seksuele voorkeur of drang uit, ze willen de vreemdelingen een lesje leren opdat ze wegblijven voor altijd. Ook Lot wordt na zijn tussenkomst voorgoed persona non grata. Sodom heeft geen boodschap aan vreemdelingen. Het contrast met de gastvrijheid van Lot wordt in zijn tussenkomst vlak daarvoor – “ik heb hun onderdak gegeven” – nog even scherp gesteld. De mannen van Sodom worden met blindheid geslagen, zodat ze de mannen niets kunnen aandoen.

Lot loopt naar zijn (toekomstige) schoonzoons, mannen van Sodom, en dringt bij hen aan om met hem, zijn vrouw en dochters mee te vluchten voordat de stad helemaal verwoest wordt. De mannen nemen Lot niet serieus. Het feit dat twee mannen van Sodom Lots toekomstige schoonzoons zijn, verloofd met zijn dochters, maakt alvast duidelijk dat Sodom niet beantwoordt aan het beeld dat men eraan heeft gekoppeld. Mannen verloven zich er heel gewoontjes met vrouwen. Maar ze willen geen vreemdelingen in en rond hun stad. Alle middelen, ook de meest vernederende, zijn gepermitteerd om dat duidelijk te maken. Of moeten we het nog dieper zoeken? Willen ze geen engelen van de Heer in hun stad? Ligt het probleem op godsdienstig vlak? Een doordenkertje.

Hoogmoed komt voor de val

Sodom is een waarschuwing tegen intolerant gedrag, haat, hufterigheid en onderdrukking. Daar gaat het verhaal over. Verzenvreters, die één vers uit de context halen, hebben de verhaallijn in een compleet verkeerde richting omgebogen. Nochtans omschrijft Ezechiël de inwoners van Sodom als volgt: “Ze gedroegen zich hoogmoedig en deden niets voor de armen en de machtelozen. Ze verhieven zich boven de anderen.” (Ezechiël 16, 49b-50a) Boven de anderen en ook boven God. Jezus vervloekt Kafarnaüm omdat ze er niet gastvrij waren voor Hem en zijn Boodschap en zegt dat Sodom er beter aan toe is (Matteüs 11, 20 en 23) Ook in Kafarnaüm waren de boodschappers van God nieuw welkom (denk aan het doordenkertje van daarnet). 

Sodom is gestraft om haar haat en geweld tegen vreemdelingen. Dat zal in de lijn hebben gelegen van wat de Heer erover had gehoord. Er kunnen nog meer beschuldigingen op de tafel hebben gelegen. Maar dit was alleszins voldoende aanleiding om hun schuld officieel te bevestiging en de straf uit te voeren. Het mag bij dezen duidelijk zijn hoe God denkt over ongastvrijheid, intolerantie en onderdrukking.

Wat er in Gomorra gebeurd is, weten we helaas niet. Het verhaal zegt niets over de stad. Wel is vermeld dat deze buurstad in de waterrijke Jordaanvallei samen met Sodom is verwoest. Ze zijn alleszins voorgoed spreekwoordelijk aan elkaar gekoppeld, zoals Meden en Perzen.

Post scriptum. Hoe komt zo'n sensationele verhaallijn tot stand? Het is goed mogelijk dat een ruimterots 3600 jaar geleden aan een snelheid van 61 000 kilometer per uur ergens in het Midden-Oosten is ontploft, ongeveer 4 kilometer boven een stad waar nu Tall El-Hammam ligt. De explosie moet 1000 keer krachtiger zijn geweest dan de atoombom op Hiroshima, zo tonen de bevindingen aan. Een vuurzee vernielde de stad en omringende steden, het puin werd door de vallei gejaagd. Het is mogelijk dat de mondelinge overlevering over de spectaculaire verwoesting van de stad Sodom dit fenomeen omschrijft (Genesis 19, 24-25 en 27-28). (Bron: klik hier)