“Op een kermis vol met ruimtevaart zijn paarden niets waard.”
Liesbeth List zong over de vooruitgang in het lied “Kinderen een kwartje”. “Alles
wordt plastic,” en “de mensen suizen door de lucht op de vlucht voor de sleur
van alledag”. Inmiddels heeft de kermis plaats gemaakt voor heuse
animatieparken. Zij produceren nu de pret in industriële proporties. Het lied
gaat niet louter over de kermis uiteraard. Alles moet vlug gaan, alles moet in
beweging zijn. Stilstaan is achteruitgaan. Snelheid en lawaai jagen de stilte
weg. Dan hoef je niet teveel na te denken. Hooguit aan jezelf misschien, en ook
dat wordt voorgekauwd in beelden en slogans.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
- Voor het lied "Kinderen een kwartje" (Liesbeth List): klik hier.
Let wel, onze huidige tijd heeft absoluut geen patent op de
reflex om zelfgenoegzaam te zijn en niet teveel na te denken. Het is van alle
tijden. Alleen lijkt de tegenstem nu niet luid genoeg te klinken, zoals de paardenmolen
op de kermis in het niets verdwijnt. De boodschap die het makkelijkst
aanspreekt, is niet noodzakelijk de beste keuze. In die misleiding schuilt veel
gevaar. Twee Wereldoorlogen hebben ons in de vorige eeuw getoond hoe makkelijke
slogans tot de grootste ellende kunnen leiden. De mensen zijn erg beïnvloedbaar.
Hier en nu
Maken we voldoende tijd voor de grote vragen? Staan we geregeld stil bij het grotere geheel? Onze tijd hier op aarde is en blijft
eindig, hoezeer we ook vertrouwen op de wetenschap en leven in het moment. Alles is ijdel en
vergankelijk, hoeveel energie we ook investeren in futiliteiten, in hebben en houden.
In onze drukke tijden denken mensen niet zoveel na over het hiernamaals. We zijn bezig met nu en straks en morgen en volgende week. De grote vragen verdampen in de drukte van plannen en afspreken en doen en daarna ook nog evalueren. Het is zoveel makkelijker om met concrete zaken bezig te zijn: ze zijn tastbaar en het resultaat zie je ook meteen.
Geloven, niet weten
Het hiernamaals is vaag en complex. Jezus vertelt er in beelden over.
Hij geeft geen objectief verslag van waar het zich bevindt, hoe het er uit ziet en hoe
het er aan toe gaat. Dat maakt het er niet eenvoudiger op. Toch is het logisch.
Jezus geeft elkeen de kans om te geloven. Geloven is niet gebaseerd op pure kennis
en wetenschap. Geloven is een bewuste keuze, die je volledig maakt of niet, een
keuze die niet vrijblijvend is, maar met veel consequenties. Het is een
volmondig, positief antwoord op Gods genade.
Als Jezus ons het hiernamaals had omschreven, als dat al had gekund in mensentaal, dan zou het ultieme geschenk met woorden al zijn uitgepakt. Dan is er geen geloven meer aan, enkel weten en aannemen. Dan is er geen verlangen meer: de drijfveer van het geloof. Om diezelfde reden mag Lazarus in de parabel niet terug naar de aarde om in naam van de overleden rijke man zijn familie te overtuigen om zich te bekeren en goed en eerlijk te handelen. Als Mozes en de profeten niet volstaan om hen te overtuigen, dan zal niets volstaan om hen tot geloof te brengen. (Lucas 16, 31)
Spijt komt te laat
Ten prooi aan de pijn van wroeging en spijt wordt de rijke
man gefolterd in het hiernamaals door zijn geweten. Hij komt tot berouw en
beseft dat hij het anders had moeten doen. Had hij zichzelf maar niet telkens
weer op de eerste plaats gezet. De man had zoveel naastenliefde kunnen betonen,
anderen kunnen helpen en bijstaan. Hij had er de middelen toe, hij had er
telkens weer de kans toe, maar zijn aandacht werd volledig ingenomen door
zichzelf. Spijt is het laattijdig appèl van het geweten, wanneer het al te laat
is. Laattijdig omdat het werd versmoord door eigenbelang. Daardoor werd geen
beroep gedaan op het gezond verstand om het goede te doen, op het verstand dat ieder van ons van Godswege is gegeven.
Onze vrijheid is een vloek, zegt de Franse filosoof Jean-Paul Sartre (1905-1980): “We zijn veroordeeld tot de vrijheid.” Er zit iets in. Hoewel we vrijheid als kostbaar goed beschouwen, legt het een zware druk op ons bestaan. We moeten keuzes maken en dan hebben we de neiging om te kiezen voor wat het meest aantrekkelijk klinkt en niet voor wat het meest correct is. We kiezen vaak voor ons eigen gemak. Toch mogen we onze keuzevrijheid niet onderschatten, want onlosmakelijk is een persoonlijke verantwoordelijkheid verbonden aan iedere keuze.
Dubbelgebod
De rijke man heeft wetens en willens gezondigd tegen het belangrijkste gebod, eigenlijk een dubbelgebod: “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.” (Matteüs 22, 37; Marcus 12, 29c-30 en Deuteronomium 6, 5), en: “Heb uw naaste lief als uzelf.” (Matteüs 22, 39b; Marcus 12, 31b en Leviticus 19, 18) Hij kan geen verzachtende omstandigheden inroepen: hij kende het dubbelgebod en hij werd ook niet verhinderd om het uit te voeren. Er is berekend dat de Wet bestaat uit 248 geboden en 365 verboden, maar dit dubbelgebod is het belangrijkste, omdat het de Tien Geboden (Exodus 20, 3-17 en Deuteronomium 5, 7-21) samenvatten. De rijke man heeft echter enkel zichzelf liefgehad en heeft geen aandacht geschonken aan God en de naasten. Hij heeft de geboden met voeten getreden.
Gehenna
Het hiernamaals wordt vrij plastisch omschreven in de parabel. Het klassieke beeld van de hel is gevoed
door een merkwaardige combinatie van de meest vileine en monsterlijke persoonlijke
verbeelding en het volledig gebrek aan interpretatie bij het lezen van de
Schriftteksten die het hiernamaals omschrijven. (zie bijvoorbeeld: Matteüs 25,
41b; Lucas 16, 23-28 en Openbaring 20, 10-14) De verhalen zijn nochtans in
beeldspraak, in parabels en visioenen verwoord, niet in een feitenverslag. Alle plastische donderpreken ten spijt.
Laten we vooral niet vergeten dat Gods boodschap over Liefde
gaat, niet over haat, kwelling en vergelding. Zo kunnen we de hel, of het
“gehenna” zoals Jezus het noemt, zien als de àfwezigheid van Gods Licht van de Liefde:
een schrale, donkere leegte vol spijt en kwelling (Matteüs 8, 12 en 22, 13 en
25, 30). Dat verwoordt de rijke man ook: “ik lijd pijn” (Lucas 16, 24d) in “dit
oord van marteling” (Lucas 16, 28c), afgescheiden door “een wijde kloof” die
niemand kan oversteken (Lucas 16, 26). Een onoverbrugbare kloof houdt hem van God gescheiden.
Vreugde
Waar deze parabel uiteindelijk vooral over gaat, is dit: wie het pad van de Heer bewandelt, zal de aanwezigheid van God evenzeer ervaren na het aardse leven. Dit is uiteindelijk geen somber verhaal, maar een les in kiezen voor de vreugde! Laten we elkaar die vreugde toewensen: de vreugde van de Heer...