Op Paasdag is Huub Oosterhuis overleden (1933-2023). Hij heeft een grote bijdrage geleverd aan het christelijke lied. In zijn hart was hij altijd een poëet, die met prachtige verwoordingen allerlei geloofsthema’s in woord, metrum en rijm wist te gieten.
Toegegeven, zijn teksten zijn niet altijd even toegankelijk, niet altijd even begrijpelijk
voor de vrouw en man in de straat, maar is dat niet eigen aan de combinatie van
geloofsinhoud en zang?
Altijd reactie
Hij schreef naar verluidt meer dan 700 liedjes over een periode van 40 jaar. “Maak van mijn huis geen Oosterhuis.”, klonk het soms kritisch, vergezeld van enige hoon, uit de mond van sommige Roomse herders. Het is waar: er klinkt veel Oosterhuis in onze liturgie. In de Vlaamse zangbundel ‘Zingt Jubilate’ zijn een zeventigtal liederen van hem opgenomen.
Vooral in
Nederland bracht Huub Oosterhuis heel uitgesproken reacties teweeg: groot
respect of grondige afkeer. Een onhandige, krampachtige houding van de Roomse
Kerk in Nederland bepaalde mee dit conflict, zeker wanneer de Nederlandse
bisdommen zich in toenemende mate behoudsgezind gingen profileren in contrast
met succesvolle moderne protestantse kerken. In Vlaanderen bestaat die 'concurrentie' niet grootschalig.
Aggiornamento (ma non troppo)
Hoe is de breuk tussen Huub Oosterhuis en de Kerk ontstaan? 18 jaar was Huub Oosterhuis toen hij intrad in bij de jezuïeten in 1952 en de opgang meemaakte naar de Vaticaanse omwenteling: een steeds luider klinkende roep naar ‘aggionamento’ die vorm kreeg in het Tweede Vaticaans Concilie.
Die modernisering ging echter
niet zo ver als verhoopt: zo bleef de celibaatsplicht overeind. Ook dat
verklaart de kramp van de Nederlandse bisdommen. Veel vooruitstrevende priesters
bleven met een grote teleurstelling kampen na het concilie, dat niet had
gebracht wat ze hadden verondersteld. Katholiek Nederland wou vooral niet dat de discussie verder gevoed zou worden.
Om diezelfde reden ontstond er wrijving tussen de Amsterdamse Studentenekklesia die hij leidde enerzijds, en het Vaticaan, dat vanaf het laatste jaar van het concilie algemeen een veel behoudsgezinder richting uit ging, met als crisismoment de encycliek Humane Vitae (1968).
In 1969 werd Oosterhuis uit de jezuïetenorde
gezet en in 1970 werd hij ontslagen als studentenpastor. Huub Oosterhuis huwde in
datzelfde jaar, en het koppel kreeg twee kinderen. Later scheidde het koppel en
hertrouwde Huub. Ook dat zorgde voor verontwaardiging.
Passie
Wie Huub Oosterhuis hoorde spreken, die hoorde passie en hartstocht klinken. In zijn liedteksten kon hij lof, dank, spijt en rouw in woorden gieten alsof ze ervoor gemaakt waren. Groot was echter zijn verontwaardiging ook over de Rooms-katholieke Kerk als instituut. Zijn kwaadheid was begrijpelijk, maar had ook iets treurigs. Diep vanbinnen schuilde een gekwetste rebel in Huub Oosterhuis. De wonde is nooit echt geheeld, denk ik.
Huub was een man met een mening, een missie: hoe de politiek zou moeten functioneren, hoe de Kerk zou moeten bestaan, hoe de mensen met elkaar zouden kunnen omgaan... Zijn geloof was niet ver weg, maar geankerd in het bestaan.
Hij zag zichzelf als een woordkunstenaar en nam die rol heel serieus. Zo kon hij erg moeilijk doen over auteursrechten bijvoorbeeld, in een kerklandschap dat draait op kopietjes en tekstblaadjes.
Huub Oosterhuis was inderdaad de maker van kwalitatieve
liedteksten, die de leegte na Vaticanum II op
onnavolgbare wijze heeft ingevuld met nieuwe gelovige taalkundige schoonheid.
Hij wist ook getalenteerde componisten rond zich te scharen. Een deel van zijn succes rust op de samenwerking met Bernard Huijbers, Antoine Oomen en Tom Löwenthal.
Samen met deze eminente toondichters heeft hij als woordkunstenaar nieuwe
vormen van religieuze liedkunst gecreëerd in een tijd sinds de eeuwen van Gregoriaanse
zangen.
Lof in de wind
Tot slot, even
terug naar de beginjaren. Huub bedacht in 1959, fietsend tegen de wind in, een
lied voor het zondags lof in de kapel van het Gronings jezuïeteninternaat waar
hij toen werkzaam was. De tekst werd inderhaast neergeschreven en ingeoefend en tijdens het lof begeleid door een saxofoon. Een eerbetoon aan de kunstenaar zelf:
Zolang er
mensen zijn op aarde
zolang de
aarde vruchten geeft,
zolang zijt
Gij ons aller Vader,
wij danken U voor al wat leeft.
Als toemaatje: zijn dochter Trijntje Oosterhuis zong voor zijn 85ste verjaardag zijn "Lied van het licht": klik hier.