Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

16 augustus 2024

Geloof voeden (17-18 augustus 2024)

Een mens kan overleven zonder voeding voor een periode van 8 tot 21 dagen, en maximaal tot 60 dagen als er wel vocht wordt ingenomen. Het lichaam gaat na een halve dag over op een overlevingsmodus, waarbij aanvankelijk energie geput wordt uit de lever en de spieren en later uit vetweefsel. Naar het einde van de verhongering is de kans overigens klein dat het lichaam zich nog kan herstellen. Conclusie: we hebben voedsel en vocht nodig om te leven. In onze tijden van welvaart en overvloed beseffen we te weinig hoe sterk ons bestaan en onze overlevingskansen er van afhangen. In Jezus’ tijd is dat anders. Op een slechte oogst kan een hongerjaar volgen.

Beeldspraak

Jezus omschrijft zichzelf als eten en drinken wanneer Hij de gelovigen toespreekt en onderricht geeft in de synagoge. “Ik ben het brood dat leven geeft.” (Johannes 6, 48) Hij gaat nog verder in het thema: “Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven.” (Johannes 6, 54) 

Het spreekt voor zich dat Jezus een beeldspraak gebruikt. De gelovigen moeten niet in zijn arm of been bijten om eeuwig leven te verwerven. Toch is dat voor de luisteraars niet meteen duidelijk in de directe en complexe rede die Jezus hier gebruikt.

Voedsel en snoepgoed

God wordt door Jezus voorgesteld als spiritueel voedsel en drinken. Wie zich niet voedt en laaft met de Heer, zal spiritueel wegkwijnen. Critici noemen dit wel eens het failliet van onze tijd. Mensen interesseren zich teveel voor uitwendigheden en vergeten hun spirituele noden. 

Eigenlijk is het een probleem van alle tijden. Het is makkelijker om het snelle genot op te zoeken dan zich te engageren voor geloofsverdieping. In plaats van zich te voeden aan God, wordt gekozen voor aanlokkelijk snoepgoed. Maar hoe lang blijf je dan gezond?

Offer

Er is nog een diepere laag: Jezus zal zijn lichaam – zijn eigen vlees en bloed – opofferen voor ons. Hij zal veroordeeld worden en gekruisigd, zoals een lam dat als zoenoffer wordt geslacht. Dit bespreekt Jezus niet aan vanuit de intentie om het te voorkomen. Neen, wat Hij zegt, zal ook gebeuren. Het beeld zal verder vorm krijgen tijdens het Laatste Avondmaal, wanneer de leerlingen gebroken brood eten en drinken van de beker en de traditie aanvat om dit te blijven doen om Hem te gedenken.

De Mensenzoon zal lijden en sterven. De genade komt dus concreet via Jezus in de wereld. Hij is door de Vader gezonden, uit de hemel. (Johannes 6, 45.50.57) Jezus Christus, de Zoon van God en Redder spreekt met autoriteit. Hij stelt zich boven de schriftgeleerden en oudsten, want zij hebben de Vader niet gezien. (Johannes 6, 46) Daarmee raakt Hij uiteraard een bijzonder gevoelige snaar bij de Joden, zeker bij de religieuze gezagsdragers.

Wreedheid

De beeldspraak van voedsel en drank is al bij al erg bloederig. Echter, de kruisdood zelf is dat ook. Jezus kan de wreedheid niet omzeilen: Hij zal moeten sterven en zijn leven opofferen. Hij kan dus niet anders dan harde taal spreken in de synagoge van Kafarnaüm. Er is geen ander discours dat de diepte van de boodschap even scherp kan verwoorden. 

Waar zouden de toehoorders meer mee worstelen: met die plastische beeldtaal, of met het gezag dat Jezus zichzelf toekent? Volgende week zal blijken dat Jezus’ harde woorden niet door iedereen gesmaakt worden. Niet de schriftgeleerden en oudsten zullen Hem erover aanspreken, maar juist volgelingen van Jezus: mensen die Hem zijn gevolgd, maar die onderweg gaan twijfelen.