Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

18 september 2024

De ondraaglijke leegte van prestatiedrang (21-22 september 2024)

Prestatiedrang is een overdreven vorm van gedrevenheid. Het is een gedrevenheid die toegeëigend is, waardoor het ego er onlosmakelijk in verstrengeld raakt. Waar jaloezie (naijver) en egoïsme (eerzucht) heersen, vieren wanorde (onrust) en allerlei kwaad hoogtij. Op zich is de wil om idealen in de praktijk te bereiken zeker niet slecht. Slecht wordt het wanneer de wil van het ego of negatieve idealen nagestreefd worden of wanneer de drang ten koste van anderen gaat, of ten koste van Gods heilsplan met deze wereld. Dat heilsplan is Goddelijke Wijsheid.

Verontwaardigd

In de Jakobusbrief legt de apostel uit aan de lezers waarom hij zo verontwaardigd is over hun eigengereidheid. Ze hebben de Boodschap van Christus niet begrepen. In die Boodschap ligt de Wijsheid. En die Wijsheid komt van boven en is vóór alles zuiver, verder ook vredelievend, mild en voor rede vatbaar, rijk aan barmhartigheid en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht. (Jakobus 3, 16-17) Sta me toe je mee te nemen doorheen een vers dat tot aan de rand gevuld is met Wijsheid.

Deze Wijsheid komt van boven, niet van beneden. De aarde wordt al te vaak bepaald door hebzucht, eerzucht en heerszucht. Bijgevolg is ook de aardse wijsheid vatbaar voor deze ‘zuchten’. Hemelse Wijsheid is dat niet, die komt van God. Dat is geen menselijk maaksel, maar een geschenk van boven.

Essentie

Jakobus analyseert deze Wijsheid en weet haar te omschrijven door haar wezenlijke eigenschappen op te sommen. Eerst en vooral is de Wijsheid zuiver, puur, smetteloos (‘hagnè’ in het Grieks: zuiver, rein, heilig; religieuze termen voor perfectie en netheid). Dat is de essentie van de Wijsheid. Vrij van smet en kwaad is de Wijsheid, onbevlekt. Deze invulling is duidelijk spiritueel: hemels, met de hemel verbonden. Minder expliciet is er ook een morele dimensie aanwezig: ze staat voor het absolute tegengestelde van het kwaad.

Deze Wijsheid is niet academisch of intellectueel van oorsprong, maar ingegeven door de Geest: ze is voor iedereen toegankelijk. Deze Wijsheid vereist geen zware theoretische onderbouw, maar spreekt voor zich. Dat neemt niet weg dat we ons kunnen verdiepen in die Wijsheid. Maar we wéten diep vanbinnen al wat hoort en wat niet, wat edel en wat ongemanierd is, wat zuiver is en wat niet. Deze zuiverheid is essentieel: zonder zuiverheid wordt de Wijsheid troebel en onduidelijk.

Basis

Vanuit die zuiverheid ontstaan drie basishoudingen die eigen zijn aan de Wijsheid. Vooreerst is de Wijsheid te allen tijde vredelievend (‘eirènikè’ in het Grieks: gericht op de vrede). Er ontspringt uit haar een voortdurende wil om vrede te stichten, desnoods door zelf opofferingen te doen om die vrede te kunnen bewaren. Wanneer een mens hemelse Wijsheid nastreeft, dan zal hij of zij in vrede kunnen samenleven met anderen: het is een logisch gevolg. Bijgevolg leidt godsdienst niet tot onvrede: indien ze gestoeld is op de Wijsheid, brengt ze alleen maar vrede voort. Wanneer godsdienst een bron van geweld wordt, is ze losgerukt van de Wijsheid en ten onrechte vastgemaakt aan menselijke prestatiedrang.

In de Wijsheid huist ook zachtmoedigheid (‘epi-eikès’ in het Grieks: mild, zacht, passend). Ze brengt geen hardheid en rigiditeit, maar juist zachtheid.

Verder komt uit de Wijsheid ook redelijkheid voort (‘eupeithès’ in het Grieks: meewerkend, inschikkelijk, toegeeflijk). In de Wijsheid is geen ruimte voor koppigheid, somberheid of zuurheid. Dat zijn vruchten van het ego. Integendeel: de Wijsheid is voor rede vatbaar en staat open voor nieuwe kansen en mogelijkheden, door toegevingen te doen en het eigenbelang opzij te schuiven in het voordeel van het algemeen goed.

Daden

Daarna wordt het daadwerkelijk karakter van de Wijsheid door Jakobus onder woorden gebracht. Hoe zie je die wijsheid in de praktijk vorm krijgen? Welnu, vooreerst is ze vol van ontferming (‘ele-oes’ in het Grieks: begrip, medelijden), en wel tot ver voorbij onwetendheid, schuld en zelfs slechtheid bij anderen. De Wijsheid sluit zich ook nooit af voor wie hulpbehoevend zijn, maar zal hen juist helpen en bijstaan. God is immers genadig en vol van ontferming, en van Hem komt de Wijsheid uit.

Daarnaast is ze vol van goede vruchten (‘karpoon agatoon’ in het Grieks: goede vruchten, vruchten van goedheid) en plant ze deze in het hart van mensen, waardoor ze duidelijk zichtbaar en meteen herkenbaar wordt in concrete daden.

Vruchten

Twee van deze goede vruchten worden duidelijk vernoemd daarna. Het zijn vruchten die eenheid en vereniging nastreven: een hemels component. Aards, menselijk denken en handelen leiden immers al te vaak tot verdeeldheid. Jakobus drukt deze vruchten uit in een omgekeerd-negatief, waardoor het negatieve, waar de vrucht tegenover staat, ook duidelijk in beeld komt. Beide negatieven eindigen op ‘kritos’, op verdeeldheid (‘krinein’ in het Grieks: verdelen, opsplitsen).

Voor de vrucht van standvastigheid wordt ‘on-bevooroordeeld’ gekozen (‘adiakritos’ in het Grieks). De vrucht van de eerlijkheid wordt benoemd als ‘on-geveinsd’ (‘anupokritos’ in het Grieks).

De twee vruchten vernoemt Jakobus omdat ze onmisbaar zijn. Wanneer alle voorgaande kenmerken aanwezig zijn, maar zelfs één van deze twee vruchten ontbreekt, dan wordt de zuiverheid toch ongedaan gemaakt. De wijsheid kan zelfs ongewild en onbedoeld gecorrumpeerd worden door het ego. Dit kan niet voldoende beklemtoond worden. 

Niet alle goede bedoelingen leiden tot de Wijsheid. Niet alle goede bedoelingen zijn zuiver. Wanneer er prestatiedrang ten kwade in ons denken, spreken en handelen vermengd raakt, dan worden ze ijdel: op zichzelf gericht en bijgevolg zinloos. Ziedaar de ondraaglijke lichtheid van prestatiedrang. Zonder de Wijsheid is ze vluchtig, nietig en onnodig. Verloren energie.

De vruchten van de Geest worden veel uitgebreider opgesomd door Paulus in de Galatenbrief: De vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. (Galaten 5, 22-23a) Ze sluiten naadloos aan bij de uiteenzetting van Jakobus.

De eerste, de beste

Wat zegt Jezus over hemelse Wijsheid en menselijke prestatiedrang? De leerlingen spreken onderling over wie de grootste is in belang, in aanzien, in macht. Meteen wanneer Jezus hen aanspreekt, op een luchtige wijze zelfs, beseffen ze dat ze zwaar in de fout zijn gegaan. Dit is ‘not done’ als volgelingen van Jezus. (Marcus 9, 33-34)

Jezus gaat zitten om een antwoord te geven. Dit zal tijd vragen. Het is te belangrijk om er van weg te kijken. (Marcus 9, 35) Wie Jezus wil volgen, mag zich niet afvragen of hij of zij belangrijk zal zijn, laat staan de eerste en belangrijkste. Dat is precies wat Jakobus in zijn brief bedoelt met het gevaar van jaloezie en egoïsme. (Jakobus 3, 16) Deze emoties trekken ons naar beneden en ze zitten bijzonder diep in ons geworteld.

Godsdienst, het dienstbaar leven voor God, zou nooit door negatieve prestatiedrang vervormd mogen worden. Dan wordt de Boodschap immers persoonlijk opgeëist en vastgegrepen, wat leidt tot allerlei vormen van radicalisme. Het is steeds nefast voor de Boodschap zelf. Dat illustreren ten tijde van Jezus de farizeeën al. De enige aanvaardbare prestatiedrang mag het realiseren zijn van de hemelse wijsheid: de laatste willen zijn en de meest dienstbare.

Een kind

Jezus pakt een kind op en zet het op zijn schoot. Dat kind staat voorbeeld voor wie opgenomen moet worden in het midden van de apostelen. (Marcus 9, 35-37) Geïdealiseerd is een kind deels onwetend, onervaren, onschuldig, nog niet volwassen. Het staat onbevangen open om te leren en is ontvankelijk voor nieuwheid: “Wat is dat? Waarom is dat zo? Hoe werkt dat?” 

Het beste kunnen wij onbevooroordeeld en kinderlijk naïef zijn om in Gods genade zijn Wijsheid te ontvangen. Dan staan we immers volledig open voor de nieuwheid van de heilige Geest, en zijn onze perceptie en ontvankelijkheid niet vervormd door eigenbelang.