Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

15 april 2021

Derde zondag van Pasen: het symbool van de vis (17-18 april 2021)

We zijn met het evangelie van de derde Paaszondag in het laatste hoofdstuk van het Lucasevangelie aanbeland. Er hangt een wat ijle sfeer na de zware dramatiek van het lijdensverhaal. Angst en twijfel zijn nooit ver weg. Toch wordt dit laatste evangeliehoofdstuk een apotheose, vrij letterlijk zelfs: een tot Goddelijk niveau brengen van het voorafgaande.

  • Voor de lezingen van de derde zondag van Pasen: klik hier.

De Emmaüsgangers hebben Jezus ontmoet en herkend in het breken van brood. De leerlingen vertellen er nog over wanneer ze plots opschrikken. Jezus verschijnt onder hen. Hij wenst hun vrede en zegt dat ze niet bang moeten zijn.

Vrede voorbij de angst

De vredewens komt vaak terug wanneer Jezus onder zijn leerlingen verschijnt. Het vormt in dit geval een soort accolade in de Schrift en in het Lucasevangelie. Jezus werd al door Jesaja aangekondigd als Vredevorst (Jesaja 9, 5). Bij zijn geboorte, het begin van zijn aardse leven, brachten de engelen tijdens hun boodschap aan de herders eer aan God en wensten ze de mensen van goede wil vrede toe (Lucas 2, 14). Nu wenst de verrezen Jezus de leerlingen nogmaals persoonlijk vrede toe.

De leerlingen waren angstig, alsof ze een spook hadden gezien, of een geest. Jezus maakt meteen duidelijk dat Hij in vrede komt en aanwezig is in geest en in lichaam. Zijn verschijning is geen zinsverbijstering, geen waanbeeld, geen wensdroom. Dat bevestigt Hij door met hen te eten. Maar wat Hij eet, is nog veel dieper vervuld van symboliek. Jezus verschijnt uiteraard niet onder zijn leerlingen omdat Hij zin heeft in een hapje samen met zijn vrienden.

De vis als herkenningsteken

De vis was het geheime kernsymbool bij de eerste christenen, niet het kruis. Dat kruis was nog teveel verbonden met zijn dood en bestond nog als effectieve straf. Het Oudgriekse woord voor vis is: “ichthus”. Welnu, ichthus verzamelt de beginletters van de kern van de christelijke boodschap: Jezus is de Gezalfde, Gods Zoon en Redder (Ièsous CHristos THèou [h]Uios Sôtèr).



Tijdens de christenvervolging was de vis het herkenningsteken om een ontmoetingsplaats aan te duiden waar christenen bijeen kwamen. Zo wisten ze dat ze er veilig met medegelovigen konden bidden en vieren. Bij ontmoetingen op straat tekende een christen vaak een naar boven gebogen lijn op de grond. Wanneer de ander dan een naar onder gebogen lijn tekende om zo de contour van een vis te vervolledigen, dan betekende het dat men onder vrienden was. Het is dus niet toevallig dat Lucas de vis vernoemt.

De vis staat bij de vroege christenen voor het geloof in Jezus Christus. Wanneer de leerlingen aan Jezus de vis geven, reiken ze Hem eigenlijk hun geloof aan, aan niemand minder dan Jezus zelf, die daar in vlees en bloed staat, de Verrezene. Zoals Jezus brood brak met de Emmaüsgangers en daarmee de eucharistie bekrachtigde, zo wordt langs de vis bevestigd dat de leerlingen zijn volgelingen zijn, dat ze aan Hem toegewijd blijven. Jezus neemt hun gave aan en zendt de leerlingen vervolgens.

Zo vormt ook het teken van de vis een accolade in de inhoudstafel van het Lucasevangelie. Aan het begin van zijn verkondiging zegt Jezus na de wonderlijke visvangst dat Hij Simon, Jakobus en Johannes tot vissers van mensen zal maken (Lucas 5, 1-11). Hun roeping houdt meteen een zending in. In dit laatste hoofdstuk van Lucas wordt die zending opnieuw symbolisch in beeld gebracht en concreet gemaakt. Tijdens het wonder met de broden en de vissen wordt nogmaals vooruitgewezen naar die zending: breken en delen, in eucharistie en in geloof (Lucas 9, 10-17). Het resultaat na de gedeelde maaltijd: twaalf volle manden. Elke volle mand kan een apostel voorstellen.

Voorbij Pasen, richting Pinksteren

Jezus legt de fundamentele boodschap van de Schrift aan hen uit: de betekenis van zijn lijden, sterven en opstaan uit de dood. Van daaruit zendt Hij hen om getuigenis af te leggen, te beginnen in Jeruzalem. Ze moeten daar blijven totdat ze door God bekrachtigd worden met de Geest. Enkele Schriftverzen later stijgt Jezus ten hemel op.

Lucas schrijft overigens verder, hij houdt niet op bij hoofdstuk 24. Zijn tweede boek – tenminste: dat vermoeden we – heet de Handelingen van de apostelen, waarin de heilige Geest en de beginnende Kerk aan bod komen. Met de neerdaling van de heilige Geest wordt de taak van de volgelingen bevestigd, geconfirmeerd. We bevinden ons in de Paastijd in deze overgang, die eigenlijk de overgang is van Pasen naar Pinksteren, van Christus naar de Geest, van de volgelingen naar de wereldkerk. En daar zijn ook wij mee verbonden, in onze geseculariseerde, geautomatiseerde en gedigitaliseerde eenentwintigste eeuw, waar ontelbaar veel geluiden door elkaar heen klinken. Dat laatste was overigens ook het geval ten tijde van de eerste christenen.

Moge de vrede van God met ons zijn. Moge Christus de onrust in ons hart wegnemen en ons nabij zijn, langs ons gebed, de Zoon van God, onze Redder.