Het volk mort in de woestijn. Mensen hebben wel vaker de neiging om ontevreden te zijn en ze zijn vlug opgezweept door rumoerzaaiers. Toegegeven, het moet een barre tijd geweest zijn in de woestijn. Het volk was op de vlucht uit Egypte naar het Beloofde Land, uit de miserie op weg naar het onbekende. De hete, dorre woestijn zal de mensen vaak honger en dorst hebben bezorgd. In armoede en ellende hebben mensen niet veel nodig om in woede te ontvlammen. Zo verging het ook Mozes.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
Woestijn
De mensen morren en beklagen zich bij Mozes. (Exodus 17, 2) Mozes
bidt radeloos tot God: ze staan op het punt om hem te stenigen! (Exodus 17, 4)
Dankbaarheid duurt net zo lang tot wat men geschonken werd evident is geworden.
Dan wil men meer, zo gaat dat. Het volk hongert en dorst dus naar meer. Welnu, de Heer neemt Mozes in
bescherming. Het volk krijgt te drinken van de Heer uit de rots Horeb, wanneer
Mozes met zijn staf tegen de rotswand slaat. (Exodus 17, 6) De mensen krijgen
samen met het water ook een antwoord op hun vraag: “Is de Heer nu in ons midden
of niet?” (Exodus 17, 7) De Heer gaat mee met zijn volk doorheen de woestijn. Waarom twijfelen ze toch steeds weer?
Dorst in het leven
Jezus verhoogt dit verhaal tot een volgende dimensie. Er
zijn tegelijk veel opvallende gelijkenissen met het verhaal van Mozes bij
Horeb. Onderweg van Judea naar Galilea spreekt Jezus een Samaritaanse vrouw aan
terwijl Hij rust bij de Jakobsbron. Het is rond het middaguur en Hij vraagt
haar wat te drinken. (Johannes 4, 5-7) De vrouw reageert verbaasd, omdat het
niet de gewoonte is dat Joden spreken met Samaritanen, omdat die laatste als onrein worden beschouwd.
Merkwaardig genoeg neemt het verhaal een wending, zodat de
Samaritaanse Hém vraagt om water: levend water om precies te zijn. Ze loopt
naar de stad Sichar en vraagt zich luidop af of ze zonet de Messias heeft
gesproken. Velen komen tot geloof. We mogen aannemen dat de Samaritaanse er één
van is. Haar neem kennen we niet. De Heer gaat een eind met de vrouw mee doorheen haar leven.
Geloof
Dit verhaal gaat uiteraard over méér dan gewoon water, net als in
Exodus. Het drinkwater uit Jakobs waterput lest de dorst even, maar algauw
heeft men opnieuw dorst. (Johannes 4, 12-13) Het Levend water waar Jezus over
spreekt, komt uit de Bron die God is. Wie ervan denkt, is verzadigd. (Johannes
4, 14-15) De Samaritaanse is een gelovige geworden. De Heer manifesteert zich hier opnieuw langs water, maar op een heel andere manier dan in Exodus.
Dat wordt nog duidelijker tijdens het gesprek dat de
Samaritaanse voert met Jezus. Ze vraagt zich af waar ze moet bidden: op de berg
zoals haar voorvaderen, of in Jeruzalem. (Johannes 4, 20) Jezus overstijgt de
bekrompenheid van rangorden en van heilige plaatsen. In geest en waarheid dient
men tot de Vader te bidden. (Johannes 4, 23) Met je heel hart, je ziel en je
verstand. (Matteüs 22, 37 – Marcus 12, 30 – Deuteronomium 6, 5) De locatie is bijkomstig.
Nieuw Verbond
Niet toevallig heeft dit gesprek plaats aan de bron van
Jakob, die het Eerste Verbond vertegenwoordigt. Jezus zal immers weldra een
Nieuw Verbond sluiten. Hij zal lijden, sterven en verrijzen en ons daarna de
heilige Geest schenken. Die Geest vernoemt Hij al in het gesprek met de
Samaritaanse, in een gesprek over dorst. En tegen de leerlingen zegt Hij aan de
bron, tijdens een gesprek over honger, dat Hij voedsel heeft dat zij nog niet
kennen. (Johannes 4, 32) Wat is dat voedsel? Het is de Wil van de Vader te
volbrengen en zijn werk te voltooien. (Johannes 4, 34)
Het Nieuwe Verbond zal weldra ingeluid worden. De gelovige honger en dorst behoren dan tot het verleden. Mateloos stroomt het Levend water en overmatig wordt het geestelijk voedsel aangeboden vanaf het ogenblik dat God zich ten volle heeft geopenbaard.
Wanneer we spirituele honger of dorst ervaren, dan is het aan ons om ons hechter met God te verbinden, om onze twijfel opzij te schuiven. Zijn aanbod is immers tijdloos en grenzeloos. Zo was het in de woestijn, en zo is het ook nu. En wij hebben bovendien het geluk dat we de Boodschap van Christus hebben ontvangen, die de openbaring heeft vervolledigd!