Jeremia is niet populair in zijn omgeving. Hij wordt
nageroepen. Ze noemen hem spottend “Overal paniek!” (Jeremia 20, 10) Ze lachen
hem uit, ze bespotten hem. Het liefst willen ze hem pakken op een fout of een verspreking.
Dan hebben ze een aanleiding om hem te grazen te nemen en ten val te brengen.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
Pestgedrag
Sarcasme en pestgedrag zijn helaas van alle tijden. Dit gaat
steevast gepaard met manipulatie van de feiten. Men verdraait de feiten en dikt
ze aan tot een voldoende sterk argument. Daarbij wordt eigen wangedrag niet
zelden geprojecteerd op de ander. Het is de ander die liegt en onzin uitkraamt,
de ander is overdramatisch, kortom: alle schuld ligt bij de ander. Dan klinkt
de waarheid ineens niet meer zo overtuigend. Het is een sociaal fenomeen dat
volwassenen tot grote kinderen herleidt. De groep voelt zich sterk tegen de
geviseerde enkeling.
Dit is typisch voor collectief narcisme: een groep voelt
zich verheven boven de rest en legt anderen het zwijgen op. En alleen de groep
heeft gelijk. Wanneer dat gelijk wordt tegengesproken of zelfs onvoldoende
wordt bevestigd, is men tot groot kwaad in staat. Mensen doen mekaar graag de
duvel aan uit eigenbelang. Ook in onze dagen bestaat dit fenomeen helaas. Het
is nooit ver weg. Ook de hedendaagse maatschappelijke polarisatie verloopt
volgens dit aloude boekje.
Niet populair
Jeremia voelt zich weliswaar geviseerd, maar in geen geval zwak.
Hij heeft God aan zijn zijde. Wat hij zegt, is waar. Men wil het niet graag
horen, het is niet stoer of populair. De dag komt dat ze beschaamd zullen
staan. Hun doel zullen ze niet bereiken. (Jeremia 20, 11b) Jeremia bezingt de
Heer, hij looft de Heer, omdat Hij hem redt, telkens weer. (Jeremia 20, 12) Dat
moet vreselijk jeuken bij zijn tegenstanders.
Overdrijft Jeremia, zoals zijn opponenten beweren? Hij werd
door priester Paschur veroordeeld tot stokslagen en opsluiting. (Jeremia 20, 2)
Zelfs zijn vrienden keren zich tegen hem. (Jeremia 20, 10) Hij overdrijft dus
niet wanneer hij de agressie aanklaagt. Hij betreurt dat de mensen God zijn
vergeten, dat ze willen naar hun eigen regels. (Jeremia 18, 2) Ze branden
wierook voor goden die niets waard zijn en waar ze eertijds tevergeefs op
hadden vertrouwd. (Jeremia 18, 15ab) God begrijpt het niet, Jeremia evenmin.
Party pooper
Waar komt de ergernis bij de mensen vandaan? Jeremia is de
boodschapper van Gods verontwaardiging en kwaadheid. Het volk is vol van
zichzelf en stoort zich mateloos aan Jeremia’s aanhoudende aanklacht. Er wordt
geschoten op de pianist, op de boodschapper. Jeremia is een ‘party pooper’: hij
bederft de feestvreugde. Men beslist om niet langer te luisteren naar zijn
woorden en om hem in opspraak te brengen. (Jeremia 18, 18c) Dat werkt altijd:
geroddel en propaganda.
Is er dan zoveel reden tot feesten en eigendunk? Het lijkt eerder een vlucht. Het bredere plaatje is niet mooi. Het Noordrijk Israël is al
lang gevallen. Het Zuidrijk Juda zal weldra volgen. Het land is dor en droog,
de regen blijft uit en water is een kostbaar goed geworden. Het volk loopt
rouwend met het hoofd naar beneden gericht. (Jeremia 13-14) Ze beroepen zich radeloos op
alle mogelijke machten en krachten, terwijl het antwoord zo dicht bij hen is.
Jeremia is kwaad. Het uitverkoren Volk is hun God helemaal vergeten.
Alles wat Hij voor hen heeft gedaan, de raad die Hij hun heeft gegeven: het is
verleden, voorbij, vergeten. Ze doen maar raak. Jeremia doet wat een profeet
hoort te doen: hij waarschuwt, hij verkondigt, hij klaagt aan en wijst de
andere kant uit.
Tevergeefs
Ze noemen hem min of meer een ‘drama queen’. Hij doet veel
te gewichtig, hij blijft maar roepen, tegen beter weten in. De traditie wil dat
hij gestenigd is door de mensen, die zijn aanklachten moe gehoord waren, na de
val van Jeruzalem onder Nebukadnezar (586 vóór Christus), ergens weggevlucht,
in Egypte. Hij had zolang gewaarschuwd dat het verkeerd zou aflopen. Niemand
had geluisterd. En zelfs na de val van de heilige Stad had men geen oren naar
zijn boodschap.
Het is een verhaal van een koppig volk dat geen oren heeft
naar een koppige profeet die blijft waarschuwen. Het is de historie van donkere
dagen en van iemand die tevergeefs wijst naar het licht. Het is een geschiedenis
van God met mensen, die telkens weer van het paadje afwijken, hooghartig en eigengereid
als we zijn.
Streng, barmhartig en wijs
En toch… Jezus waarschuwt dat iedereen die Hem verloochent,
door Hem bij zijn Vader verloochend zal worden. (Matteüs 10, 33) Petrus zal
Jezus tot driemaal toe verloochenen, al meteen nadat Jezus is gearresteerd, bij
het eerste stroobreed dat hem in de weg gelegd wordt. (Matteüs 26, 69-74 –
Marcus 14, 66-72 – Lucas 22, 55-62 – Johannes 18, 15-27) Het staat bij de vier
evangelisten vermeld, er valt niet aan te twijfelen. En toch zal God in zijn
wijsheid diezelfde Petrus kort nadien aanstellen als het hoofd van zijn Kerk,
zoals al werd voorspeld. (Johannes 21, 15-18 – Matteüs 16, 18-19)
De Goddelijke wijsheid gaat ons verstand te boven, telkens opnieuw. Waarom blijft God met ons op weg gaan? Waarom worden mensen aangesteld om taken op te nemen in de Kerk? Omdat God het zo gewild heeft. Zwakke, wankele, afwijkende, onstandvastige mensen. Want er zijn geen andere in de realiteit. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Dat heeft Jeremia ervaren, dat heeft Petrus moeten aanvaarden en ook wij kunnen enkel ons best doen, niets meer, maar liefst ook niets minder. Gelukkig handelt Jezus milder dan Hij waarschuwt...