Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

16 juni 2023

Geloof en pastoraal: gratis en voor niets (17-18 juni 2023)

God is niet te betalen. Jezus rekent niemand geld aan. Ook zijn leerlingen mogen hun toehoorders geen geld vragen voor hun verkondiging. Genade is niet te koop. De leerlingen hebben hun roeping voor niets ontvangen en de blijde Boodschap evenzeer. 

Jezus heeft de menigte en zijn leerlingen van op de berg toegesproken: Hij heeft de zaligsprekingen gedeclameerd (Matteüs 5), uitgelegd hoe je tot de Vader kan bidden (Matteüs 6), geleerd om anderen niet te veroordelen maar de eigen gebreken indachtig te zijn. (Matteüs 7) Dan ontmoet Hij Matteüs, een tollenaar, die Hij roept om zijn twaalfde volgeling te worden. (Matteüs 9, 9)

Zending

Jezus ziet een stuurloze menigte van mensen voor zich en merkt op: “De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders.” (Matteüs 9, 37) Daarna doet Hij een merkwaardige uitspraak: “Vraag de eigenaar van de oogst (de Heer van de oogst) of Hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.” (Matteüs 9, 38) Jezus zegt niet: “Ik moet voor arbeiders zorgen.”, en ook niet: “Laat de Vader arbeiders sturen.” Jezus geeft de leerlingen de opdracht om te vragen, te bidden dat God arbeiders wil sturen. Jezus sluit zelf uiteraard aan bij de bede, maar nodigt eerst en vooral zijn leerlingen uit om in verkondiging maar ook in gebed geëngageerd te zijn in de verspreiding van de blijde Boodschap.

Jezus zendt zijn leerlingen uit naar de ‘verloren schapen’ (Matteüs 10, 6). Hij geeft ze duidelijke instructies mee: ze gaan op weg om het komend Rijk te verkondigen (Matteüs 10, 7b), geesten uit te drijven en zieken te genezen (Matteüs 10, 8a). Uiteraard moeten we dit situeren binnen een volledig andere tijdsgeest. De fysieke en geestelijke gezondheidszorg waren op geen enkele wijze te vergelijken met nu. Omgetaald naar onze tijd, kunnen we stellen: aandacht hebben voor de hulpbehoevenden en de zwaksten.

Voor niets

De leerlingen hoeven geen reservekledij te voorzien. Over geld is Jezus heel duidelijk: “Om niet (voor niets) hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven.” (in het Grieks: ‘Dôrean elabete, dôrean dote’). (Matteüs 10, 8b) De leerlingen mogen geen geld vragen voor hun verkondiging. Geld beschadigt de boodschap. Het manipuleert de inhoud. De leerlingen zijn uit genade geroepen en hebben het Woord uit genade ontvangen, en uit dezelfde genade mogen zij nu verkondigen. Die genade is niet betaalbaar: genade heeft geen prijs.

Het Griekse woord ‘dôrean’: betekent ‘om niets, gratis, zonder iets aan te rekenen’, maar ook ‘in vrijheid’. Door geen betaling aan de verkondiging te verbinden, is ze in vrijheid: vrij van de aardse logica. Eigentijds vertaald zegt Jezus: “Zonder te moeten betalen, hebben jullie ontvangen, zonder aan te rekenen, moeten jullie geven.”

Kerk en geld

Jezus zendt zijn leerlingen in het prilste begin van wat de Kerk zal worden. Het is uiteraard een naïeve idylle om een Kerk volledig vrij van geld voor te stellen. Werkelijk niets dat in ons aardse bestaan in de grond of in de samenleving is verankerd, staat voor de volle 100 percent los van geld.

Een sobere Kerk is wel realistisch. De Brugse bisschop De Smedt reageerde tijdens het Tweede Vaticaans Concilie heel fel tegen een mentaliteit die hij ‘triomfalistisch’ noemde: een pronkende Kerk met veel machtsvertoon, pracht en praal. Terecht, want in de lijn van Jezus’ zending van de apostelen, mag de Kerk zich niet hooghartig of afgunstwekkend opstellen, maar inspireert ze het meeste in grote eenvoud. Dan is er ook meer ruimte voor de vrijheid van Gods genade. Die Kerk is toegankelijk voor iedereen die gelooft in de Heer Jezus, en vooral voor de zwaksten onder hen.

Inherent

Het is niet altijd vanzelfsprekend om als gelovige gemeenschap voldoende aandacht te schenken aan hulpbehoevenden. Het vraagt een engagement dat men soms ervaart als een extra inspanning. Dat is echter niet terecht: Christus navolgen, veronderstelt immers naastenliefde. Daar zonder is het een leeg geloof. (Jakobus 2, 14-18)

Ook soberheid is inherent aan het geloof. In de vroegste Kerk lag dweperij met rijkdom al op de loer. De Jakobusbrief is daarnet al aangehaald. Daarin laat de schrijver zijn lezers inbeelden hoe men een rijke vooraan op een stoel laat zitten, terwijl een arme op de grond ergens achteraan een plek mag zoeken. (Jakobus 2, 2-4) Het feit dat hij dit aanhaalt als voorbeeld, zegt ons ten minste dat het een herkenbare situatie was en dat de neiging ook toen in de kerkgemeenschappen bestond om rijken en machtigen te plezieren en de mooiste plekjes te gunnen. 

Geen triomfalisme!

En deze neiging is nooit ver weg gebleven. Denk maar aan de mooi gedecoreerde houten banken voor de kerkheren, vooraan in sommige kerkgebouwen. Denk maar aan de graven van edellieden, in de kerk zelf, zodat ze op de laatste dag een voorsprong zouden hebben om bij Gods uitverkorenen te geraken.

Het zijn getuigen van een tijd waarin Kerkelijke en wereldse macht verstrengeld waren en met fierheid werden geëtaleerd. Deze hiërarchie staat haaks op Jezus’ boodschap. Terecht fulmineerde Mgr. De Smedt ruim 60 jaar geleden tegen het triomfalisme, clericalisme en wetticisme. Kardinaal Suenens steunde hem daarin volmondig. Het maakte indruk, vooral omdat het inging tegen de immer presente menselijke wil om de ‘hogeren en beteren’ welwillend te zijn. Het zit diep in ons DNA geschreven. Ook in de dierenwereld is vaak een hiërarchie van sterk naar zwak.

Mensen

Christus beschouwt ons niet als een kudde dieren, maar als volwaardige en door God geschapen mensen. Juist daarom is het zo belangrijk dat we niet vervallen in instinctieve gewoonten, en al zeker niet in ons geloof. Dat ons geloof een grote belangeloosheidsfactor in zich hoort te dragen, gaat terug naar de kern van onze roeping en zending als christenen. Jezus zendt zijn leerlingen uit om te verkondigen en de zieken te genezen. Geld mogen ze niet aannemen: geen goud, geen zilver en zelf geen rosse koperen munt. (Matteüs 10, 9) Jezus benoemt het verrassend uitvoerig.

In die lijn mag ik met dankbaarheid tegen patiënten zeggen dat mijn gesprekken en gebeden als ziekenhuispastor gratis zijn. Ze komen niet op de rekening. Wanneer men toch iets wil geven, dan vraag ik om gebed. Dat is geven en ontvangen in de genade.