Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

02 juni 2023

Triniteit: genade, liefde en eenheid (3-4 juni 2023)

De heilige Drievuldigheid vieren we deze zondag. Het concept is niet eenvoudig uit te leggen, maar is essentieel in het Christendom. Toen Jezus op aarde kwam, is ons inzicht in God veranderd. Er is symbooltaal nodig om over de Triniteit te spreken. Er is symbooltaal nodig om over God in het algemeen te spreken. Zoals elke omschrijving van liefde niet eenvoudig of droogjes omschreven kan worden, zo is ook de liefde tussen God en mens niet in enkele oppervlakkige woorden samen te vatten. Paulus doet zijn best, aan het eind van de tweede Korintiërsbrief, om de Drievuldigheid kernachtig weer te geven. Dat moet ook wel, want hij is niet tevreden over de toestand in de geloofsgemeenschap daar. Hij heeft ze een flinke veeg uit de pan gegeven. De slotzin wil een bemoediging zijn, een zetje terug op de goede weg. Het is een prachtige zegenwens, ook voor ieder van ons.

We leren de Heer in het Oude (Eerste) Testament kennen als de Enige, de Heer die “liefdevol en genadig, geduldig, trouw en waarachtig” is. (Exodus 34, 6) Het is door diezelfde liefde die Jezus’ komst in de wereld wordt gemotiveerd: “God heeft de wereld zodanig lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gezonden.” (Johannes 3, 16) Doorheen alle tijden hebben mensen hun geloof in God ontdekt en beleefd, en die lange geschiedenis van de schepping tot nu, houdt niet op.

Op de zondag van de Goddelijke Drievuldigheid, wordt een stukje theologische poëzie van Paulus gelezen. Het betreft in feite een afsluitende groet aan de christenen van Korinte, maar die is inhoudelijk en vormelijk uitermate inspirerend:

“De genade van de Heer Jezus Christus,

de liefde van God,

en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen.” (2 Korintiërs 13, 13)

Triniteit

Aan de drie Goddelijke Personen wordt telkens een eigenschap toegeschreven door Paulus. De groet is echter één dynamisch geheel, zoals de Triniteit zelf. De genade, liefde en eenheid zijn niet van elkaar los te maken, ze zijn onderling in elkaar verstrengeld. Er is geen genade zonder liefde, en geen liefde zonder eenheid. Ook is er geen exclusiviteit van gave: de eigenschappen zijn ook met de andere Personen verbonden, maar elk passen ze het meest bij één van de Goddelijke Persoon.

De Triniteit wordt vaak als een kunstmatige constructie ervaren. Het is lastig om één God te verbinden met drie Personen. Theologisch is de theorie al vaak beschreven en verduidelijkt, maar kennis volstaat niet om te groeien naar een harmonisch Godsgeloof. In het gebed, in de heilige ruimte van spiritueel gesprek met en meditatie bij God, mogen we wijsheid en inzicht ontvangen. De dynamiek van de Drie-eenheid huist immers niet zozeer in de theorie, maar in de dagelijkse geloofspraktijk.

De genade van de Heer Jezus Christus

Wanneer we spreken over de genade van de Heer Jezus Christus, dan hebben we niet alleen te maken met de mens Jezus die langs stoffige wegen, vergezeld van zijn leerlingen en zijn Moeder, naar Jeruzalem is getrokken. Christus is het gelaat van God. In concrete ontmoetingen en gebeurtenissen tot voorbij zijn dood heeft Christus zich in onze wereldse geschiedenis openbaard, als volwaardig mens, die geleden heeft en gestorven is, maar die daarna uit de dood is opgestaan, onder zijn leerlingen verscheen en hun de heilige Geest toezegde door over zijn leerlingen te blazen.

Alles wat Hij heeft gedaan, vertrekt uit welwillendheid, en is gunst in zijn zuiverste vorm. Wij hebben het niet verdiend, wij hebben er nooit recht op gehad. De genade is nergens beter zichtbaar geworden dan in Gods mensgeworden Zoon Jezus Christus. In geen groter teken kon God tonen dat Hij ons nabij wil zijn, dan door mens te worden onder de mensen. De genade van God, de bron van hoop en toekomst voor alle mensen, is op aarde verschenen in Jezus Christus. (Titus 2, 11) Mozes bracht de Wet onder de mensen, maar Jezus Christus is de bron van genade en waarheid. Zij zijn met Jezus op de wereld gekomen. (Johannes 1, 14-17)

Er bestaat geen andere genade dan gratuite genade. Gratuit betekent niet ‘goedkoop’, het is geen 'koopje'. Gratuit geeft de dieptedimensie weer: genade ontvangen we onverdiend, ongevraagd en onbegrensd. Die overvloedige genade hangt overigens niet af van ons menselijk antwoord. Wel kan er pas een relatie ontstaan wanneer de mens antwoordt op de genade met geloof. De genade is de een fundamentele roeping van alle mensen. Het is geen abstract concept, maar een concrete bron van leven, van hoop en van toekomst, de ultieme bron van geloof.

De roeping is ten diepste de bevrijding van onder het juk van de geldingsdrang. Wanneer we in Christus leven, hoeven we onze persoonlijkheid niet langer met hand en tand te verdedigen als enig kostbaar bezit, en onze oprechtheid en geloofwaardigheid niet telkens weer te bewijzen. Dat is een kwaal in onze egocentrische tijden. Welnu, wie in de genade leeft, die leeft in de waarheid. En wie in de waarheid leeft, die leeft in de liefde. Daarom heeft Johannes het aan het begin van zijn tweede brief ook in één adem over “genade, barmhartigheid en vrede, in waarheid en liefde” (2 Johannes 1, 3) Laten we dat goed onthouden en ons niet verliezen in nodeloze discussies die nergens toe leiden dan tot een clash van persoonlijkheden.

De liefde van de Vader

Door ons open te stellen voor de genade, openen we ons hart voor de bron van die genade, en dat is de liefde van de Vader.

Voor alle duidelijkheid: liefde is geen Goddelijke eigenschap, het is de identiteit van God en dus van de Vader. God is liefde en niets anders dan liefde. Zoals het licht enkel licht is en geen duisternis. Het is geen zeemzoete liefde, maar liefde die gestoeld is op de ultieme wijsheid. Niet toevallig spreekt Johannes aan het begin van zijn evangelie over ‘het Woord’, de kennis. Gods kennis is liefde. God heeft geschapen uit liefde.

In die liefde kennen wij God als de Aanwezige, als Hij die is. Hij ‘is’, point final. Het ultieme teken van die liefde van Godswege voor de mensheid schuilt dan ook in zijn naam: ‘Ik zal er zijn’ (Exodus 3, 14), anders gezegd: ‘Ik laat je nooit in de steek’. Daarom is God liefde: het is zijn Naam. En daarom kan er ook maar één God zijn. Buiten de liefde kan er niets groeien.

Die gave van liefde kent zijn oorsprong bij God, vanaf de schepping al. Niet de menselijke zoektocht is het begin, maar de Goddelijke liefde. God heeft ons het eerst liefgehad. (1 Johannes 4, 19) De liefde van de Vader is niet abstract of theoretisch, maar heeft een historische dimensie. (Leestip: Marc Steen en Lode Aerts (red.), Iedere grens voorbij: visies over God, 1999) Ze manifesteert zich elke dag, ze is overal te ontdekken, in grote en kleine dingen.

De Deense filosoof Søren Kierkegaard (bekend van het gebed 'Gij hebt mij het eerst bemind') zegt terecht dat het hoogst ondankbaar zou zijn om te stellen dat God maar één keer zijn liefde heeft geopenbaard. Dat doet God immers op ieder moment, elke seconde. God is niet afwezig gebleven nadat Hij het raderwerk van de schepping in gang heeft gezet. Telkens wanneer wij aan Hem denken of ons biddend tot Hem richten, is Hij al aanwezig. De openbaring van God die Liefde is, is meteen ook een appèl om zelf lief te hebben. Daarin ligt meteen ook ons antwoord op de liefde die ons telkens weer voorafgaat. Jezus vat het zelf voor ons samen: “Heb God lief, en je naaste als jezelf.” (Marcus 12, 29-31)

De eenheid van de Geest

De liefde onder christenen, die het wezen van de kerk uitmaakt, is een afstraling van de Liefde van de Vader. Wanneer Paulus spreekt over de eenheid van de heilige Geest heeft dat niets te maken met een persoonlijke band met God ontwikkelen. De Geest is de stichter en bezieler van de eenheid onder alle christenen, de eenheid van de universele geloofsgemeenschap. De eenheid van de Geest is een verbondenheid onder alle christenen, als gemeenschap van God.

In een verbrokkeld christelijk landschap is die eenheid geen utopie, maar een reële mogelijkheid.  De aandacht dient ultiem gevestigd te worden op wat alle christenen verenigt: God. Een christen die zich profileert in het zich onderscheiden van alle anderen, leeft niet in de Geest. De Geest is de verenigende kracht van God. Mogen we het dan niet oneens zijn in geloofsthema's? Jazeker, maar niet in die mate dat de fundamentele verbondenheid verbroken wordt. Wellicht mogen we de vrede die Paulus zijn lezers toewenst in de zegeningswens ‘genade en vrede’ (Romeinen 1, 7; en nog 8 andere brieven) beschouwen als aanzet tot die eenheid in de Geest. Niet toevallig wenst Jezus zijn leerlingen vrede toe wanneer Hij na zijn verrijzenis onder hen verschijnt en de Geest over hen laat komen. (Johannes 20, 21-23) In het streven naar de vrede van de Heer, daar is de Geest en daar is vrijheid. (2 Korintiërs 3, 17)

Openbaring

De genade, de liefde en de eenheid vatten de heilsgeschiedenis samen: wat was, wat is en wat komt, in het teken van Gods Verbond met de mensen. Geen van de drie kan weggenomen worden zonder de andere twee te doen wankelen. Open staan voor de genade, de liefde ontvangen en doorgeven, en een gemeenschap vormen op aarde zijn dan ook kerktaken van ons geloof, het antwoord van alle gelovigen op Gods Aanwezigheid doorheen de tijd, samen met ons.

Paulus schrijft niet over een vage God aan de geloofsgemeenschappen. God is concreet, in zoverre er concreet kan worden geschreven over God uiteraard. Hij blijft ons te allen tijde overstijgen. God is immers geen maaksel van het menselijk denken, maar een Openbaring waarvan het initiatief bij Hemzelf ligt, niet bij ons. Het argument van tegenstanders van het christendom, dat het geloof een vorm van realiteitsvlucht zou zijn, een onvermogen om in de werkelijkheid te staan, houdt geen rekening met de Openbaring en de diepste Andersheid van God.

Om het met de woorden van Mgr Lode Aerts te zeggen: “Een christen is er niet zozeer op uit om zichzelf zin te geven.” (in: Tom Zwaenepoel, Mag het iets meer zijn?, 2018) Men kent zichzelf geen God toe. Integendeel: we ontvangen de openbaring. God is ons voor met zijn liefde. Kierkegaard heeft gelijk:

U bent mij voor met uw liefde, God.

De hele dag, het hele leven door

bent U mij voor.

Als ik 's morgens wakker word

en mijn gebed zich tot U richt,

dan bent U mij voor.

U bent mij voor met uw liefde. (...)

En ik, ondankbare mens,

die altijd denk en spreek

alsof U mij maar één keer

voor bent geweest met uw liefde.

(in: Sven VanneckeU zeg ik dank, 2018.)