Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

06 februari 2024

Over verandering en weerstand (10-11 februari 2024)

Om te overleven als nomadenvolk, zijn goede afspraken nodig. Men moet zich beschermen tegen eventuele vijanden en daarin eendrachtig zijn. Dat geldt ook voor ziekten. Duidelijke regels kunnen letterlijk het verschil maken tussen overleven als kamp, of uitroeiing. Tijden veranderen, het nomadenvolk is zich gaan vestigen. Wat gebeurt er dan met de regels en afspraken? Hoe goed begrijpen we de betekenis en context van Schriftteksten?

Het Godsvolk dat in kampen woont, bepaalt in een regel dat iemand met huidvraat, een besmettelijke en ongeneeslijke huidziekte, buiten het kamp moet verblijven. (Leviticus 13, 46) Huidvraag mogen we niet verwarren met melaatsheid. In eerdere Schriftvertalingen gebruikte men verkeerdelijk dat begrip. Lepra bestond toen echter nog niet. 

De maatregel klinkt bijzonder wreed, maar hij dient in de eerste plaats ter bescherming van de groep. Sinds het coronavirus hebben we opnieuw een betere kijk gekregen op het principe van quarantaine en voorzorgsmaatregelen. Zelfs in onze geavanceerde tijden zijn gelijkaardige maatregelen afgekondigd. Bij die maatregelen kwam overigens veel protest. De inperking van vrijheid maakt veel los bij mensen. Men laat zich niet altijd van zijn of haar beste kant zien wanneer regels opgelegd worden.

Nieuwe tijd

Een samenleving geordende samenleving hanteert veel regels, en in een religieus geïnspireerde samenleving zijn die vanzelfsprekend met God verbonden. Het christendom, hoewel oorspronkelijk niet zo bedoeld, wordt een nieuwe religie, zonder vaste thuisbasis. Paulus trekt rond en mensen van allerlei komaf en overtuiging kunnen zich bekeren tot Christus. Dat vraagt om een andere visie. Paulus hoeft uiteindelijk niet ver te zoeken: Jezus geeft zelf al de goede richting aan. Zei Hij niet: "Geef aan de keizer wat de keizer toekomt en aan God wat God toebehoort." (Lucas 20, 25)?

Het uitgangspunt is niet langer gekoppeld aan uiterlijkheden, waarbij iedereen alles op precies dezelfde manier moet doen. De kern van de Boodschap is een verinnerlijkte houding: ‘Wat je ook doet, zorg dat je geen aanstoot geeft, en doe alles ter ere van God’ (1 Korintiërs 10, 31) Paulus tracht daarbij iedereen zoveel mogelijk ter wille zijn. (1 Korintiërs 10, 33) De nieuwe realiteit is niet langer zwart-wit. Toch blijft het een probleem voor elke overtuiging om verschillende mogelijke standpunten naast elkaar te aanvaarden, waarbij de éne visie niet noodzakelijk zinvoller is dan de andere.

Consensusmodel

Paulus hanteert voor regels en afspraken die niet direct met Christus zelf zijn verbonden een consensusregen: bijvoorbeeld rond het eten van varkensvlees en de besnijdenis. Met die houding wekt hij ergernis op, omdat ze niet rechtlijnig is. Zijn wil tot consensus gaat overigens best ver. 

In Athene bijvoorbeeld verkondigt Hij dat God de onbekende god is waarvoor daar een altaar is gemaakt. (Handelingen 17, 16-31) De mensen van Athene, zo stelt hij, aanbidden God al, maar ze weten het niet. De onbekende god (‘ho agnoostoo thèoo’ in het Grieks) is de God die de wereld heeft gemaakt en uit wie we allen voortkomen. (Handelingen 17, 23-26) Het is de bedoeling dat we God zoeken. Hij laat zich vinden en is nooit ver van ons vandaan, zegt Paulus overtuigend in een taal die de Grieken goed begrijpen. (Handelingen 17, 27) Een belangrijk detail hierbij is iets Paulus het niét over heeft in zijn redevoering: in een polytheïstische context vernoemt Hij God, maar verzwijgt hij het monotheïstische karakter van zijn godsdienst.

Interpretatie

Paulus is vindingrijk maar tegelijk heel standvastig. Hij staat midden in een veranderende wereld en maakt zelf deel uit van de verandering. Dat is zijn roeping: het evangelie verkondigen en mensen Christus leren kennen. Zijn flexibiliteit gaat soms verloren wanneer men Paulus’ brieven leest en interpreteert. Echter: wanneer we zijn brieven lezen, dan zijn authenticiteit en verandering essentiële begrippen als interpretatiekader. Paulus’ regels zomaar knippen vanuit het verleden en plakken in het heden is afbreuk doen aan zijn gedachtengoed en zijn nalatenschap. Net als in het Eerste (Oude) Testament, is ook bij Paulus de Sitz im Leben (de context, de situering) van kapitaal belang om de brieven goed te begrijpen. Dat heeft bijbelwetenschapper Hermann Gunkel ons geleerd.

Genezen

In het Tweede (Nieuwe) Testament wordt iemand die aan huidvraat lijdt door Jezus genezen. Jezus raakt de ‘onreine’ man gewoon aan (hèpsatoo in het Grieks: stevig vastpakken, aanraken). (Marcus 1, 41) Daarna draagt Jezus hem op om er niets over te vertellen en er met niemand over te praten. De man maakt het nieuws echter overal openbaar. (Marcus 1, 43-45) Dat is te verwachten natuurlijk. Het geheim van de helende Messiasontmoeting is niet te bewaren. 

Tijdens zijn blijde intrede in Jeruzalem berispen de farizeeën Jezus dat Hij de mensen het zwijgen moet opleggen wanneer ze hun vreugde met iedereen delen. Hij antwoordt: “Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen.” (Lucas 20, 40) Jezus weet wel dat het Messiasgeheim niet zomaar stil gehouden kan worden. 

Beheersbaarheid

Farizeeën houden niet van verandering, zelfs niet wanneer ze voor zichzelf moeten toegeven dat die visie authentieker is. Hun hele aanzien is immers gebouwd op een bijzonder gedetailleerd systeem. Ook in onze tijd wordt krampachtig aan verzen en interpretaties vastgehouden, aan regels en gewoonten, zelfs ten koste van de correctheid. Het past bij de visie en overtuiging, dus doen we zo verder. Soms worden verzen nauwgezet uitgekozen (en andere netjes opgeborgen), ter bevestiging van de stabiliteit en standvastigheid.

Verandering is moeilijk voor mensen, om verschillende redenen. Vooreerst is er zelden of nooit volledige eensgezindheid rond de concrete invulling van die verandering. Bovendien wekt verandering angst op: voor verlies van gewoonte, gemak, overzichtelijkheid. Tenslotte zijn zowel onze rede als ons gevoel telkens weer op zoek naar stabiliteit en standvastigheid

Beweegredenen

In de bewegingsleer is de traagheidswet van Galileo Galilei, overgenomen als de eerste wet van Isaac Newton, een fundamenteel beginsel: een object wil de bewegingstoestand volharden. Een stilstaand object wil niet tot beweging komen. Rust en stilstand zijn zeker een contante wanneer men vertrekt vanuit het machtsbeginsel of alles beheersbaar te houden. Je moet hard duwen om een stilstaande kar op dreef te krijgen. Omgekeerd moet je hard tegentrekken om hem weer tot stilstand te brengen. Toch zijn beide acties nuttig. 

Verandering is zeker nuttig, zelfs zinvol. De zaken in hun juiste context zien, is minstens van even groot belang. Daarbij is het een verrijkende oefening om de mechanismen achter je standpunt en de zaken waar je spontaan weerstand ervaart bij je zelf beter te begrijpen. Het bevordert het zicht op je zelfbewustzijn in je geloofsopvatting. Dat inzicht beïnvloedt namelijk mee de authenticiteit van je spiritualiteit: zo kom je dichter bij Christus en stap je verder weg van zelfingenomenheid.

Hoe sta jij in je geloof? Heb je inhoudelijk veel nood aan houvast en duidelijkheid? Of laat je ruimte voor een nieuwe kijk? Hoe is je geloof gegroeid doorheen de jaren? Heb je crisissen doorgemaakt in je geloof? Welke inzichten hebben je geloof verrijkt? Misschien kunnen deze vragen jouw Veertigdagentijd spiritueel verdiepen...