Het Joodse paasfeest is op handen en dan trekken duizenden mensen
naar Jeruzalem op bedevaart. Voor de geldwisselaars en koopmannen is het een
uitgelezen kans om handel te drijven en inkomsten te halen uit deze grote
menigte. Het rovershol dat Jezus aantreft, is dus geen wekelijkse aangelegenheid:
het is uitzonderlijk. Zijn verontwaardiging is groot. Hij vindt dat de tempel, die aan zijn Vader toegewijd hoort te zijn, ontheiligd wordt door de geldzuchtige handelaars en Hij jaagt hen er uit. Weg ermee!
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
El Greco
Eind zestiende en begin zeventiende eeuw wordt de tempelreiniging wel vaker in
schilderwerken uitgebeeld: denken we maar aan Stradanus, Jacob Jordaens, Francesco Boneri en Rembrandt. Er is een zekere analogie qua thematiek met de
religieuze realiteit van de protestantse reformatie en de daaruit voortkomende katholieke
contrareformatie.
El Greco, Spaans voor ‘de Griek’, is geboren in 1541 op Kreta.
Hij overlijdt in het Spaanse Todedo in 1614. Zijn echte naam is Domenikos
Theotokopoulos. De meeste van zijn werken zijn religieuze taferelen. Hij schildert lange tijd in Venetië en trekt uiteindelijk in 1570 naar Spanje, waar hij gaandeweg zijn
eigen stijl ontwikkelt, die gekenmerkt wordt door sterke contrasten,
ongebruikelijke kleurencombinaties en rijzige figuren. Hij neemt steeds meer afstand van realistische verhoudingen, waardoor hij in het impressionisme en expressionisme opnieuw onder de aandacht komt.
We bespreken hier El Greco’s Tempelreiniging van omstreeks 1600, geschilderd in tijden van volle godsdienstoorlog. Het werk hangt heden ten dage in de National Gallery in Londen. El Greco heeft doorheen zijn leven vier versies geschilderd.
Het kwaad
Er is in dit werk een figuratieve scheiding gemaakt tussen
goed en kwaad. Jezus vormt de formele grens: Hij waakt over het goede en jaagt het kwaad weg. Onder de kooplieden, links afgebeeld in het werk, heerst chaos
en verwarring. Ze nemen drukke houdingen aan en kijken van elkaar weg, vooral
bekommerd om hun eigen situatie en hun eigen materiaal. Enkelen deinzen angstig
terug voor Jezus, in een afwerende houding. Anderen dreigen dan weer te vallen.
Vooraan zien we een omvergegooide tafel.
De leerlingen
Aan de rechterzijde krijgen twee leerlingen een rustige, standvastige pose toebedeeld, vooraan. Ze neigen zich naar elkaar toe en kijken aandachtig en met verbazing naar wat zich voor hun ogen afspeelt, alsof ze het analyseren en trachten te begrijpen. De twee apostelen zijn ouder en hebben een baard, wat hun wijsheid wil beklemtonen. Vooral de apostel vooraan heeft er alle vertrouwen in: hij is op één knie neer gaan zitten en laat zijn hoofd op zijn hand steunen. Hij lijkt absoluut niet bang te zijn om omvergeduwd of -gelopen te worden.
Achter hen staan nog eens vier leerlingen te overleggen. Eén leerling springt er uit: de beminde leerling, die veel jonger is dan de anderen. De traditie linkt de evangelist Johannes met de beminde leerling. Hij legt uit wat er gebeurt. Niet toevallig voegt de evangelist Johannes als enige immers toe in het verhaal: “Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal mij verteren.’” (Johannes 2, 17) Het Goddelijke mysterie krijgt alle ruimte aan deze zijde van het schilderij.
Uiterst rechts komt een
handelaar nietsvermoedend aan met koopwaar in een mand op het hoofd. Het
contrast met de ontredderde man met de mand links kan niet groter zijn. Wanneer de handelaar straks ziet wat er gebeurt, zal deze de fout van de concullega's hopelijk niet meer begaan. Na Jezus’ lijden en dood zullen zijn volgelingen ook
een juister inzicht verwerven.
Jezus centraal
Opdat Jezus meteen in het werk zou opvallen, staat Hij centraal en heeft Hij als enige een rood kleed aan. Hij staat bovendien centraal onder de boog van de tempelpoort, een verwijzing naar zijn uitspraak: “Ik ben de deur.” (Johannes 10, 7) Doorheen die poort zien we de buitenwereld. Er lijkt regen aan te komen, wat in het vrij droge klimaat van Israël (en van Spanje) een teken van hoop en nieuwheid is. Zo zal ook Jezus’ dood een nieuw begin inluiden. We zien dus een beloftevolle hemel: donkere wolken die uiteindelijk groei zullen brengen.
Jezus’ pose is niet krachtig of agressief, maar opvallend sereen. We zien ook geen zweepslag in uitvoering. Het schilderij verbeeldt de enige keer dat Jezus daadwerkelijk zijn kwaadheid uit in krachtdadig handelen. We kennen Jezus als ontroerd of verontwaardigd, maar dat uit Jezus doorgaans hooguit in cassante verbale antwoorden. Vandaar dat de schilder ook hier de figuur van Jezus een zeker rust en standvastigheid wil laten uitstralen.
Op de achtergrond zijn op de muur van de tempel twee reliëfs zichtbaar. Links is de zondeval afgebeeld, die de menselijke aantrekking tot het kwaad binnenbrengt. Net als Adam en Eva uit het Paradijs, worden de kooplieden weggejaagd uit de tempel omdat ze de heiligheid niet respecteren. Rechts zien we Abraham, die bereid is om zijn zoon Isaak te offeren op Gods vraag. Net als Isaak, nadert ook Jezus het zelfoffer: weldra wordt Hij immers gekruisigd. Isaak zal niet gedood worden.
En nu wij
Net als aan het einde van de woelige zestiende eeuw, worden ook wij
aan het denken gezet, hier en nu. De keuze van het verhaal en de uitbeelding ervan mogen ons in deze Veertigdagentijd uitdagen om dichter tot God en tot de blijde
Boodschap te naderen.
Ons lichaam is de tempel, onze geest is de tempel. Zijn wij ons bewust van het kwaad dat er aanwezig is? Neigen we onze aandacht naar de wijsheid en staan we onbevangen open voor het mysterie? Laten we Jezus te allen tijde toe? Trachten we soms ons geweten goedgunstig te stemmen of te sussen met koopwaar? Marchanderen we soms met de inhoud van de Boodschap, zodat die minder uitdagend wordt en beter past bij onze gewoonten? Zijn we zelfbewust genoeg om dat in te zien?
Durven we als Kerkgemeenschap, andermaal in bijzonder woelige tijden, kritisch te kijken naar de mistoestanden die zoveel leed hebben veroorzaakt? Zijn we bereid om met een open blik te betrachten dat de Kerk zich in de toekomst van dergelijk onheil kan vrijwaren en haar zo precieuze openheid en geloofwaardigheid kan bestendigen? Zijn we bereid om daar mee aan te bouwen?
El Greco vertelde aan de mensen toen een belangrijk verhaal. Ook voor ons mag hij een inspiratiebron zijn. Dat is de kracht van kunst: hoe tijdsgebonden ook, ze is uiteindelijk van alle tijden.