De vroegste christelijke kunst bevindt zich in de verborgenheid. Het christendom zelf heeft zich ruim twee eeuwen moeten verbergen. Deze afbeeldingen moeten dus bijzonder kostbaar en betekenisvol zijn geweest voor de vroege christenen. Verwijlen bij één van deze afbeeldingen moet een rustpunt zijn geweest in tijden van angst om vervolging.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
Verborgen
Een ogenblik samen je geloof in Jezus mogen uitdrukken
en delen met anderen, verborgen onder de grond, omringd door enkele sobere beeltenissen: het is zo anders
dan wij nu gewend zijn. Even bij de Herder mogen samenkomen, even je diepste
overtuiging mogen beleven.
FragielJezus wordt in die vroege tijd wel vaker afgebeeld als goede Herder: een jongeman zonder baard, met een schaap om zijn schouders heen. Dat het beeld in die tijd erg in de smaak viel, is te begrijpen: de christenen zijn in die tijd vaak verspreid in een onchristelijke en vijandige omgeving en bevinden zich door hun overtuiging soms in gevaarlijke omstandigheden, maar ze zijn veilig bij hun Herder. Het beeld is heel intiem en geruststellend: zowel de dieren bij Jezus als het schaap om Jezus’ schouders zijn innig met Jezus verbonden. Jezus kent hen allemaal en zij kennen Jezus. De symboliek is even fragiel als de afbeelding zelf. De muurfresco straalt een authentieke puurheid uit.
Jezus is bekommerd om ons, net als de Vader. Zelfs wanneer Jezus vermoeid is en zich liever wat zou afzonderen van de grote menigten, blijft Hij zich over hen ontfermen. ‘Ze zijn als schapen zonder herder.’ (Marcus 6, 34) Stuurloos is de menigte waar Jezus naar kijkt, de weg kwijt. Verloren en zonder doel dwalen ze rond, op zoek naar een teken, een wonder. Jezus krijgt medelijden. Hij heeft het moeilijk wanneer Hij de mensen zo ziet. Ze weten niet wat ze moeten doen. Ze vragen om hulp. Hoe kan Hij dat weigeren, de Messias en Redder?
Om zoveel verschillende redenen moet dat beeld veelzeggend zijn geweest in het vroege, nog veroordeelde christendom. Een bron van inspiratie, van kracht, maar ook van troost moet het zijn geweest. Want al gaat de weg door een donker dal: wie gelooft, hoeft toch niet te vrezen, want de Herder is daar. (Psalm 23, 4a)
Pienter
Deze afbeelding in de catacomben van Priscilla heeft geen zonlicht gezien. De kleuren zijn bijzonder goed bewaard door de eeuwen heen. Dit is een vroege getuige van de kracht van kunst. Het is ook een doordachte keuze. Het beeld zal spontaan weinig argwaan wekken bij de Romeinen. De Romeinen zullen er namelijk Hermes in herkennen, die een ram draagt dat geofferd wordt. Dat is bijzonder pienter gezien van de christenen.
Zijn Romeins equivalent wordt in Mercurius gevonden, die ook soms met een
bokje of een geit wordt afgebeeld.
Symboliek
Het spreekt voor zich dat deze fresco de parabel van het verloren schaap uitbeeldt. (Lucas 15, 3-7) Deze parabel komt bij Marcus tot leven in de menigte die Jezus vraagt om uitleg. (Marcus 6, 30-34) Ze zijn op zoek, ze willen luisteren naar zijn Boodschap. Na de verkondiging volgt het broodwonder, en nog belangrijker: het viswonder. De vis staat voor het geloof in God ('ichtus' is Grieks voor 'vis' en staat in het Grieks als afkorting voor: Jezus Christus, Zoon van God en Redder). De vis - het geloof - wordt verdeeld op de bijeenkomst, samen met het brood dat leven geeft.
De eenvoud van deze fresco maakt het werk zo bijzonder. Het kleurenpallet is beperkt: rode, bruine en groene tinten. Ook de vormgeving blijft heel eenvoudig. In het midden staat de herder, een jongeman in een korte witte tuniek. Hij draagt een tas over zijn linkerschouder.
Uitgebeeld
Links en rechts van de Herder staan er bomen telkens met een vogel er in. Het lijkt een verwijzing te zijn naar Jezus die het Rijk Gods vergelijkt met een mosterdzaad, dat een grote boom wordt waarin de vogels kunnen nestelen. (Matteüs 13,31-32)
Links en rechts van de herder aan de voet van de bomen staan twee dieren die naar de herder kijken. Een derde dier wordt door de herder op zijn schouders gedragen. Wie aandachtig kijkt, merkt dat Jezus geen schaap draagt, maar een bokje. Een van de twee dieren op de grond blijkt overigens ook een bok. Dat doet enerzijds denken aan het scheiden van 'de schapen en de bokken' bij het Laatste Oordeel. (Matteüs 25,31-34)
Tegelijk maakt de fresco duidelijk dat Jezus gekomen is om de bokken op zijn schouders te nemen en niet verloren te laten gaan. Jezus is geduldig, zoals Petrus in één van zijn brieven schrijft. (2 Petrus 3, 3-9) De uitgestrekte hand van de Herder wijst zonder aandringen naar de rechterkant, de goede kant. Jezus wil helemaal niet dat iemand verloren gaat. Zijn gezicht is lichtjes naar die rechterzijde gewend.
Overvloed
Als de Heer je herder is, dan kom je niets tekort, zegt Psalm 23 met veel overtuiging. Die overvloed aan genade zal een kostbare ervaring geweest zijn ten tijde van de catacomben.
Het mag ook ons inspireren in tijden waarin het christendom haar comfortabele positie verloren heeft en er wel eens neergekeken wordt op geloof.