“Macht leidt tot corruptie en absolute macht maakt absoluut corrupt.”, schrijft Lord Acton aan een Anglicaanse bisschop in 1887. In die brief argumenteert de katholieke Lord Acton dat hij het oneens is met de bisschop wanneer die beweert dat we koningen en pausen uit het verleden met de gunstige vooronderstelling moeten benaderen dat ze geen fouten maken, dit in tegenstelling tot andere mensen. Daarmee is de brief zowat samengevat en tegelijk ook de thematiek die Jezus in het evangeliefragment van deze zondag aanraakt.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
Zuchten
Macht veronderstelt hiërarchie en bijgevolg ook ongelijkheid.
Jezus verwerpt het gegeven macht niet, maar wel de houding die er achter schuilt, met name wanneer macht wordt misbruikt. Daarbij wijst Hij op Gods reactie op he obsessief t
toeëigenen van macht en aanzien. “Wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden
en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.” (Lucas 14, 11) Of
bevattelijker uitgedrukt: wie zichzelf belangrijk vindt, zal onbelangrijk zijn
in Gods ogen en wie zichzelf onbelangrijk vindt, zal belangrijk worden in Gods
ogen.” Het gaat dus in eerste instantie over de ambitie om macht en de bijhorende allure naar zich toe te trekken. De nederigheid van de honderdman is een typisch voorbeeld van goed omgaan met macht en positie: gecombineerd met persoonlijke nederigheid. (Matteüs 8, 5-11) Jezus verafschuwt de fameuze "zuchten": hebzucht, eerzucht, heerszucht, machtszucht.
Geloof vergt daden
Paulus beweert terecht dat in Christus iedereen
gelijkwaardig is. (Romeinen 10, 12) De Liefde is daarbij het richtsnoer: liefde
voor zichzelf, voor de naasten en voor God (Marcus 12, 30-31 en 1 Korintiërs
13). In de Liefde is iedereen principieel gelijkwaardig. Dat betekent concreet dat men zichzelf respecteert, hulp biedt aan behoeftige naasten en eerbied heeft voor God.
Wanneer men echter de liefde naar zichzelf toe trekt, en God
en de naasten ondergeschikt acht, dan zal dat door God niet in dank afgenomen
worden. De Vader zal deze zelfverheffing beantwoorden met een
gesloten deur van het Koninkrijk. God heeft hen die naar wereldse maatstaven
arm en onbelangrijk zijn, uitgekozen om rijk en belangrijk te zijn door het geloof en deel te krijgen aan het
koninkrijk. (Jakobus 2, 5)
Wie dweept met de zelfgenoegzame rijken en machtigen, zal
evenmin beloond worden. Wie meer aandacht heeft voor uiterlijkheden en voor
machtswellust dan voor innerlijkheid en God, heeft geen levend, maar een dood
geloof. (Jakobus 2, 2-4) Dat verwijt Jezus trouwens ook aan de farizeeën in het
Matteüsevangelie na de uitspraak van Jezus dat wie zichzelf verhoogt door de
Vader vernederd zal worden. (Matteüs 23, 12-14) Ook bij Lucas is Jezus’ uiteenzetting
een pijnlijke sneer tegen hun gedrag. Want geloof zonder daden is dood.
(Jakobus 2, 26b)
Macht en geloof
Ten tijde van Jezus is de grote massa niet bepaald
welstellend: boeren, vissers, herders, slaven, zieken, weduwen. Daar tegenover
staan handelaars, die van de winst leven, en tollenaars, die tol innen voor de
Romeinen, maar telkens een deel voor zichzelf bij rekenen. Er zijn ook de
priesters, onderverdeeld in verschillende klassen. Zij genieten aanzien en
respect bij de bevolking. Er zijn rijke families die er alles aan doen om rijk
te blijven. Er is dus in grote mate ongelijkheid en daar levert ook de
godsdienst een bijdrage in. Dat ligt gevoelig bij Jezus.
Dat wetgeleerden en farizeeën de mooiste plaatsen kiezen op
een feest of bijeenkomst, wordt bevestigd wanneer Jezus aan het spreken is. (Lucas
14, 7) Ze verhogen zichzelf en ze laten zich op straat groeten door de mensen. (Matteüs 23, 7) Welnu, Jezus verfoeit dit zelfgenoegzaam gedrag omdat het puur
op zichzelf is gericht, niet op God of op de naasten. Sterker nog, ten diepste gaat
deze zelfverheffing ten koste van hen. Wellicht ook daarom geeft Jezus aan dat
er misschien iemand uitgenodigd is op het feest die nog belangrijker is.
Impliciet klinkt hier: “Je moet niet proberen om de Heer willen overtreffen.”
Schenken zonder te ontvangen
Jezus gaat verder met zijn raadgevingen: “Vraag niet uw
vrienden, broers of rijke buren voor een maaltijd in de verwachting dat ze je
terug vragen.” (Lucas 14, 12) Wil je echt iets schenken? Doe dat dan aan iemand
die niet terug kan geven: een arme, kreupele, verlamde of blinde naaste. De
ultieme gave veronderstelt geen wederdienst. we verwachten bij het geven van
een geschenk onbewust dat we op een bepaald moment ook iets terugkrijgen. Het schenken
van cadeaus bijvoorbeeld, bevestigt en versterkt de onderlinge relatie. Dat is
echter niet echt geven: het is eerder uitwisselen. Jezus stelt voor om ervoor
te zorgen dat je nog “te goed” hebt. Dan zal je door de Vader in de hemel
beloond worden. (Lucas 14, 14)
Onterecht wordt soms geconcludeerd dat men zich hoort te schikken in een erbarmelijk leven, vol met onrecht, honger en tegenslagen. Christenen hoeven zich niet te wentelen in ellende als offer om later beloond te worden. Dat is niet wat Jezus verkondigt: Hij heeft het over Liefde voor zichzelf, voor de naasten en voor God. We mogen dus ambitieus en ondernemend zijn, en streven naar een beter leven, zolang die drie factoren in evenwicht zijn. Wanneer je persoonlijke band met God (en zijn Woord en zijn Wet), en het engagement van de naastenliefde even belangrijk zijn als je ambitie, dan leef je in de Liefde.
Geloven is denken, spreken en handelen naar de Liefde. De Liefde is geven zonder iets terug te verwachten. Alle denk- en leefpatronen die geen evenwicht houden in aandacht voor zichzelf, de naasten en de Heer, zijn gedoemd om te mislukken in de ogen van Jezus. Hoe kan de Vader je belonen voor wat je louter voor jezelf hebt gedaan? Je bent dan al beloond. De Weg is niet vanzelfsprekend en niet eenvoudig. Gelukkig is de Leidsman barmhartig en geduldig.