Jezus geeft ons in de vorm van een verhaal de opdracht om waakzaam te zijn en niet in te dommelen, opdat we wakker zouden zijn wanneer de Heer komt.
Wanneer Jezus ons via zo’n beeldspraak aanspoort om te allen tijde klaar te
zijn voor Gods komst, dan zet Hij ons niet aan tot dwangmatige slapeloosheid.
Mochten we elke nacht waken zodat God ons wakker aantreft wanneer Hij komt, dan
zou Hij ons aantreffen met geheugenverlies, uitgeput en depressief, vol
angststoornissen en hallucinaties, als we al niet zouden zijn ondergegaan aan
hartfalen of een herseninfarct. Hij zou het onmogelijke vragen: zijn vraag zou
onmenselijk zijn. God vraagt niet het onmogelijke. Het betreft hier dan ook een beeldspraak, maar met een vrij zware boodschap.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
God verlangt niet dat we onze nachtrust laten, wel vraagt Hij ons om alert te zijn, om in ons dagelijkse doen en laten niet stuurloos rond te dobberen, weg van God. Denk aan de rijke zakenman die vorige week ter sprake kwam: hij was met van alles bezig, maar God was hij helemaal vergeten. In die zin moeten we wakker zijn. Daar gaat het om. Er is zoveel om ons heen dat voor afleiding zorgt. Het is onze taak om God niet te vergeten te midden van de dingen van elke dag.
Gelukkig
Wanneer we dat volhouden, zal zijn dankbaarheid groot zijn, volgens het verhaal: God zal ons, net als de heer des huizes… bedienen! Dat is
de omgekeerde wereld. Het Rijk Gods is dan ook een andere manier van leven dan
wat wij gewend zijn.
Gelukkig zijn zij die waken en die niet ingedommeld zijn. Hetzelfde woord als in de zaligsprekingen wordt gebruikt: "makarioi". (Matteüs
5, 1-16) Ook bij de zaligsprekingen wordt gesproken over het Gods rijk. We mogen concluderen dat
hier een belangrijke opdracht wordt meegegeven. Al wie alert is, wie tot God blijft bidden en niet afgeleid raakt door slaapverwekkende zaken als bezit, macht, eer, titels
enzovoorts, mag zich gelukkig prijzen: voorspoed is met hen. Ze zijn goed in Gods
ogen.
Dienaar
Toen Jezus de voeten van zijn leerlingen waste tijdens het
Laatste Avondmaal (Johannes 13, 4), heeft Hij zich een linnen doek omgeslagen,
net als de heer in het verhaal doet (hetzelfde Griekse woord wordt gebruikt: “zoonè”, gordel). De Heer Jezus kleedt zich als Dienaar, Hij maakt zich het dienaarschap uit het verhaal eigen. In Gods Rijk is geen sociale
hiërarchie. De logica wordt ter confrontatie radicaal omgekeerd: “Wie van jullie de eerste
wil zijn, zal de anderen moeten dienen.” (Matteüs 20,27)
Nachtelijk
We mogen ons niet in slaap laten wiegen.
Denk aan de leerlingen in Getsemane, na het Laatste Avondmaal. Ze konden zich
maar niet concentreren op wat echt belangrijk was, en dat op zo'n cruciaal moment. We horen wakker te blijven, bij
de zaak te blijven, op het belangrijkste gefocust zijn. Het verhaal dat Jezus
vertelt, heeft veel gelijkenissen met wat Hij zelf doet en meemaakt daags voor
zijn lijden en sterven. Dat is niet toevallig: het is een volgende stap in de
voorbereiding op het Rijk Gods. De beeldtaal wordt samengebracht.
God komt volgens Jezus’ verhaal niet wanneer men het
verwacht, maar in de tweede of derde nachtwake: midden in de nacht of kort vóór
het aanbreken van de dag. Van mijn jaren als verpleegkundige ken ik de zwaarste
nachtelijke uren: het uur U was voor mij 3 uur in de nacht. Dan wogen mijn oogleden het zwaarst. Meestal was er veel te doen, en dan viel dat niet echt op. Maar wanneer
alles even stil werd, dan werd het lastig om wakker te blijven. Dat maken ook de dienaars mee. Ze
hoeven niets te doen: alleen maar waken.
Gelijkaardig
In een ander verhaal over het Rijk Gods heeft Jezus het over tien jonge vrouwen die op uitkijk staan voor hun bruidegom. Ze moeten hun lampen brandend houden, zodat ze hem zien aankomen. Het wordt wel eens smalend het verhaal van de vijf slimme en vijf domme blondjes genoemd. (Matteüs 25, 1-13) Wees waakzaam, zo klinkt de goede raad, “jullie weten niet op welke dag en welk tijdstip Hij komt”. (Matteüs 25, 13) In het verhaal van de heer des huizes zal de komst gebeuren “op een tijdstip waarop je het niet verwacht”. (Lucas 12,40) En ziedaar: de bruidegom nadert plots, de meisjes trekken Hem meteen tegemoet. Sommigen hebben geen olie genoeg en de bruidegom herkent hen niet in het donker. Bij de dienstknechten die in slaap gevallen zijn, is hun kaars spreekwoordelijk ook gedoofd. Ze worden in het donker van de nacht aan het zicht onttrokken. Ze hebben afstand genomen van het Licht…
Uw Rijk kome
Het Rijk Gods komt vaak ter sprake in de evangeliën: 105 keer, heb ik me laten vertellen. Een groot geloof is essentieel om in het Rijk Gods te komen.
In de passage met de honderdman zegt Jezus dat de man in de Hemelse Maaltijd “met
Abraham, Isaak en Jakob zal aanliggen” (Matteüs
8, 11), omwille van zijn geloof.
Over het Rijk Gods spreekt Jezus altijd in beelden: het is
als gist in het deeg, als een mosterdzaadje. (Matteüs 13, 31-35) De verwachting
van het Rijk, die bestudeerd wordt in de eschatologie, is dan ook een heel complexe materie. De verwachting
is hoopvol van aard en is gebaseerd op de belofte van Jezus: de Wederkomst, het
komend Rijk, dat Hij in het Onze Vader ook benoemt. (Matteüs 6, 9-13; Lucas 11,
2-4) Het is een onrustig uitzien, we horen ons niet te nestelen in het aardse
gemak, maar onze gedachten en gebeden tot God te richten.
Gods Rijk: een moeilijke thematiek, even complex en ongrijpbaar als de Verrijzenis. Hoe zie jij het Rijk Gods? Wat stel jij je er bij voor? Hoe sterk leeft de eindtijd in jouw geloof? Hoe zorg jij dat je geloof niet indommelt in je leven?