“Dankbaarheid is een bloemke dat in weinig hovekens bloeit.”, zo schreef priester-dichter Guido Gezelle in een ver verleden, in een tijd waarin poëzie nog moest opboksen tegen het nuchter boerenverstand en verder niets. De slogan heeft sindsdien veel schouwen versierd, op een tegeltje gedrukt en netjes ingekaderd.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
Dankbaarheid is nooit vanzelfsprekend geweest, in
tegenstelling tot vragen en krijgen. Het wordt wel nog steeds met veel vertoon
aangeleerd. Je ziet het overal waar een kind een geschenk krijgt. Ouders staan
meteen in gereedheid: “En wat zeg je dan?” De kindergezichten die daarna
volgen, zijn vaak wonderlijk. Al die priemende blikken, en de strenge stilte in
afwachting van het gewenste antwoord. Misschien leren we dankbaarheid iets te dwangmatig aan, zonder uit te leggen wat de diepe waarde ervan is…
Geschenken
Dankbaarheid is de bevestiging van een geschenk. Pas dan is
de gave voltrokken. Het geschenk wordt aangenomen met de uitdrukking van
dankbaarheid. Niet de inhoud van het cadeau is de aanleiding tot dankbaarheid,
maar de gave zelf. Daarom pakken we geschenken ook onherkenbaar in. Het feit dat iemand een geschenk speciaal voor jou heeft
uitgezocht en jou dat gunt, is de aanleiding voor de dankbaarheid. Zo niet, zou
je enkel bedanken in de mate dat het geschenk je bevalt.
Wanneer een geschenk herleid wordt tot een nuttige
uitwisseling waarbij de waarde domineert, dan is het geen geschenk maar een
transactie. Welk passend geschenk zou je dan kunnen geven op Moederdag of
Vaderdag, als je uit een warm nest komt en je ouders je overal in hebben
gesteund? Hoe bepaal je dan de prijs van het geschenk? Een geschenk is
symbolisch van aard en dus ook van waarde. Een geschenk is een gave van
affectie, of van liefde, of respect. Het is in se een gave van dankbaarheid.
Een geschenk is eigenlijk ten diepste immaterieel, al is er
meestal materie bij betrokken. Alhoewel... Stel, je wil iets opschrijven, maar je vindt geen
pen. Iemand leent je zijn of haar pen uit. Dan zeg je: “dank je wel”. Straks
geef je de pen gewoon weer terug. Toch bedank je, en terecht: er werd je iets geschonken. Hopelijk doe je dat niet
enkel uit vriendelijkheid. Dankbaarheid hoort immers welgemeend te zijn, geen
schone schijn. Je bedankt niet voor de pen zelf, want die krijg je enkel te
leen. Je bedankt de ander voor de hulp die geboden wordt. De ander is zo
opmerkzaam om te zien dat je geen pen bij hebt en schiet je te hulp. Naast die
hulp is ook het geschonken vertrouwen is een reden voor dankbaarheid. De ander
vertrouwt je iets van zichzelf toe.
Genade
Wanneer God ons iets schenkt, noemen we dat genade. Zijn genade
wordt ons gratuit geschonken, uit goedheid, waar God grenzeloos in is.
Ook Jezus’ genezing van de tien melaatsen is een daad van
genade. Hij hoeft dat helemaal niet te doen. Het is hun gegund. Ze vragen Jezus
in hun ellende om zijn ontferming. Jezus verhoort hun gebed en vraagt dat ze
zich aan de priesters laten zien. Onderweg worden ze gereinigd. Genezen komen
ze aan bij de priesters, die hen anders niet hadden ontvangen omdat ze onrein
waren.
Samaritaan
Daarna gebeurt iets merkwaardigs. Eén van de genezen mensen
komt terug. Het is een Samaritaan, een vreemdeling. De anderen hebben de moeite
niet gedaan om Hem te komen bedanken. Jezus vraagt hun strikt genomen ook niet om terug te komen, maar het lijkt Hem wel vanzelfsprekend en passend. De statistiek blijft teleurstellend: 10
procent toont Hem dankbaarheid. Guido Gezelle heeft zich misschien op deze cijfers
gebaseerd voor zijn boutade.
De Samaritaan wordt omwille van zijn dankbaarheid niet alleen lichamelijk rein: ook zijn ziel wordt rein. Omwille
van zijn geloof ontvangt hij een bijkomende zegen: Hem wordt het rijk Gods
gegund. De anderen, die teveel op zichzelf gericht zijn en te weinig op Gods
genade, worden niet gered. Hun genezing wordt weliswaar niet ongedaan gemaakt. Genade is een geschenk, en een geschenk neemt ook God niet terug.
De Samaritaan geeft heel uitdrukkelijk vorm aan zijn dankbaarheid: hij werpt zich voor Jezus’ voeten. Hij brengt
Jezus eer en dankt Hem. Daarop wordt de man gezonden: “Sta op en ga.” Met de zegen
van de Heer mag hij zijn weg verderzetten, gered omwille van zijn dankbaar geloof.
Inspiratie
De dankbaarheid van de Samaritaan mag ons inspireren om ons
geloof te verdiepen. Ook wij zijn op weg, gezonden door de Heer. We kunnen onze
dankbaarheid aan God kenbaar maken in ons gebed en tijdens de liturgie. Geloven
in God vraagt van ons dat we Hem loven en danken om wie Hij voor ons is: “Ik
ben er” (Exodus 3, 14). Hij is onze Schepper en Bevrijder en heeft zijn Zoon naar
de wereld gezonden om de Boodschap te verkondigen. Zijn Geest inspireert ons
elke dag opnieuw.
In de eucharistie bezingen we in het Eer aan God (Gloria) al heel vroeg in de tekst de opgewekte vormen van gebed: loven, prijzen, aanbidden, verheerlijken en dankzeggen. Persoonlijk vind ik de dankzegging het mooiste gebed.