Op Allerheiligen is de traditie gegroeid om de kerkhoven te
bezoeken en chrysanten neer te zetten bij de graven van onze overleden geliefden. Eigenlijk
hoort dat gebeuren liturgisch bij Allerzielen. Omdat Allerzielen geen
vrije dag is in onze contreien, maar de dag ervoor wel, is 1 november de dag van de graven geworden. Op het hoogfeest
van Allerheiligen vieren we… alle heiligen.
Tienduizend en meer
De katholieke Kerk heeft meer dan 10 000 mensen heilig verklaard doorheen de bijna twintig eeuwen van haar geschiedenis. Een exact getal is er niet, omdat men vooral in de eerste tien eeuwen in het duister tast. In het eerste millennium werden mensen gaandeweg als heilig beschouwd wanneer bedevaarten groeiden naar aanleiding van een plaatselijke verering die zich verder uitbreidde. Daarenboven werden tot in de zeventiende eeuw niet alle heiligen centraal bepaald, in Rome.
Hoe dan ook, er zijn veel te weinig dagen in het
jaar om alle heiligen in de kijker te zetten. Dat, en het feit dat voorbeeldige
christenen doorheen de tijd in de vergetelheid zijn geraakt, is een aanleiding
om werkelijk alle heiligen, bekend en onbekend, te vieren met Allerheiligen.
Technisch
Laten we duidelijk zijn: de Kerk “creëert” geen heiligen,
maar erkent de heiligheid van mensen die omwille van hun levensloop en hun
geloof voorbeelden bij uitstek zijn voor ons allen. We vieren op Allerheiligen
dus veel meer dan 10 000 heiligen. We ontmoeten in ons eigen leven ook voorbeelden
van mensen die van ons zijn heengegaan en die ons gedurende hun leven hebben
geïnspireerd door hun geloof, hun wijsheid, hun gedrevenheid. Ze hebben misschien
geen mirakels verricht, hoewel het inspireren tot geloof eigenlijk ook een
klein mirakel genoemd mag worden. Ook hen kunnen we mee gedenken in ons gebed.
Hoe wordt men heilig verklaard? Een belangrijke vereiste: de
persoon moet overleden zijn. Niemand wordt gedurende zelfs het meest
voorbeeldige leven heilig verklaard. Er moeten ook mensen zijn die de persoon
voordragen: er moet een draagvlak zijn voor de verering. Naast een voorbeeldige
levenswandel, zijn er twee wonderen nodig, meestal onder de vorm van
miraculeuze genezingen, om heilig verklaard te kunnen worden.
Hunker
Hoe is die traditie gegroeid? Van waar komt die hunker naar heiligen? Er is in alle tijden een vraag naar rolmodellen op vlak van geloof: voorbeeldfiguren, niet enkel uit een ver verleden, maar ook uit recente tijden. De heilige Moeder Teresa bijvoorbeeld, overleed in 1997, en de heilige Johannes Paulus II in 2005. Een recente zalige is Carlo Acutis, een jongeman die een website maakte waarin hij de eucharistische wonderen documenteerde. Hij overleed aan leukemie in 2006, op 15-jarige leeftijd.
Terwijl gelovigen opkijken naar heiligen als mensen die hun
leven op een bijzondere wijze toegewijd hebben aan hun geloof, is er ook een
zekere herkenbaarheid in hun menselijkheid: ze hebben fouten gemaakt, net als
wij, en vaak ontmoetten ze ook twijfels en problemen op hun pad. Hun
gecombineerde zwakheid en sterkte is herkenbaar. Ze brengen de idealen
dichterbij die soms zo onbereikbaar ver weg lijken. Tegelijk verwijzen ze ook
naar het hogere doel: geloven in de Heer. Let wel: heiligen mogen we vereren,
maar niet aanbidden. Aanbidding komt alleen God toe.
Schrift
Heilig betekent in de Schrifttraditie (in het Hebreeuws: “kadoosj”,
in het Grieks: “hagios”): afgezonderd zijn, anders, zuiver, rein, volmaakt,
vrij van al wat kwaad en onrein is. Het is een menselijk streven, gericht op
God, die heilig is in de volstrekte betekenis. (Jesaja 6, 3) Wie gelooft, is
deelachtig aan Gods heiligheid, maar is heilig in de mate dat het doen en laten
ook gericht is op de Heer. (Leviticus 20, 26 - 1 Petrus 1, 16 - Efeziërs 4, 24)
Daartoe kunnen de heiligen ons op weg helpen, als wegwijzers naar de Heer. Heilig slaat niet enkel op de grote voorbeelden die we mogen vereren, het is ook onze opdracht om steeds meer bedreven te worden in heiligheid.
Soorten
Ze hebben vanuit hun eigenheid vaak een interessante insteek. Franciscus van Assisi leert ons als geen ander de waarde van eenvoud en toewijding. Ook Antonius Abt (die in de volksmond “Toontje met zijn zwijntje” genoemd wordt) inspireert ons tot eenvoud en gebed. Rita van Cascia leert ons dat volharding in gebed zelfs in uitzichtloze situaties zinvol kan zijn. Theresia van Lisieux combineert mystiek met grote eenvoud. Zo zijn er nog veel populaire heiligen te noemen…
Vroeger waren er ook heiligen die men vereerde bij ziekten, kwalen en ongemakken. Tot midden de twintigste eeuw was de geneeskunde vrij beperkt in mogelijkheden. Bij tandpijn ging men dus naar Sint-Apollonia, bij koorts of hoofdpijn naar Sint-Gertrudis. Denken we ook aan koortskapellen van Onze-Lieve-Vrouw. Wanneer men keelpijn of een oogziekte had, was een bedevaart naar Sint-Godelieve aanbevolen, bij reuma bad men een noveen tot Sint-Livinus. De geneeskunde staat gelukkig veel verder nu. Magie loert om de hoek wanneer men heiligen vraagt om kwaaltjes te genezen. En wat als er dan geen genezing komt?
Nu zijn de heiligen gelukkig opnieuw teruggebracht tot hun eigenlijke taak: ons inspireren, ons de weg wijzen naar God.
Heb jij voeling met heiligenverering? Welke heiligen inspireren jou?