Ons zicht bedriegt ons vaak. Denk maar aan de fata morgana’s
die menig dorstige reiziger in de woestijn heeft ervaren bij hitte en
uitdroging. Men leek een oase in de verte aan de horizon te ontwaren, maar er in realiteit was daar
slechts een ontnuchterende teleurstelling. Het licht van de sterren die wij aan de
hemel waarnemen, is tussen de één en tien miljard oud. Wat we zien, kan al
verdwenen zijn. Zelfs de zonnestralen die wij zien, zijn 8 minuten oud. En in
de zon kijken, dat kunnen we al helemaal niet.
- Voor het evangelie van deze zondag: klik hier.
Er zijn ook genoeg voorbeelden van trompe l’oeils, van
gezichtsbedrog. De ingebedde grijze streep is zo’n voorbeeld. Die heeft over
de hele lengte dezelfde kleur, alleen zien wij dat anders. Ons brein corrigeert
in zijn interpretatie de kleur. Wat onze ogen waarnemen, wordt door onze
hersenen tot een beeld gevormd. Soms is dat letterlijk ‘inbeelding’.
Zichtbaarheid
Nee, God zien wij niet van aangezicht tot Aangezicht. Onze
waarneming is veel te beperkt om de Eeuwige te aanschouwen. God overstijgt het zuiver zintuiglijke. Ook in de Schrift verschijnt Hij onder de vorm van
tekenen. Tot Mozes verschijnt God vanuit een brandende braamstruik. (Exodus 3, 2-4) Met Elia
spreekt Hij onder de vorm van een zachte bries. (1 Koningen 19, 11-13) Hij wordt ook waargenomen in
een wolk. (Exodus 40, 38) Abraham ziet God in de beeltenis van drie mannen.
(Genesis 18,2 - 19, 1) Hij verschijnt aan Maria langs de Engel. (Lucas 1, 26-38)
En profeten verkondigen dat ze God hebben gezien, maar dan in visioenen. (Jesaja 1,1 en 6,1 –
Daniël 7, 2 en 9 – Amos 1,1 en 9, 1) Zien is een ruim begrip.
Nooit is God dichter bij de mensen gekomen dan in zijn
eniggeboren Zoon, Jezus Christus: “Wie Mij heeft gezien, die heeft de Vader
gezien.” (Johannes 14, 9) De mensen die Hem hebben ontmoet, en zeker zij die
Hem zijn gevolgd, hebben God mogen zien, al leken ze dat niet goed te beseffen.
Filippus zag de Zoon, maar vroeg terstond om de Vader te mogen zien. (Johannes 14,
8)
Nabijheid
God overstijgt ons in alles, en tegelijk is Hij dicht bij
ons. Hij
staat ons bij wanneer we door angst of verdriet worden overmeesterd. Hij
tempert onze woede en laat ons in zijn bescherming tot rust komen. Hij aanhoort
ons gebed en verhoort onze beden.
We kunnen God zien, maar dan op indirecte wijze: in de
schepping, in de Schrift, in het leven van Jezus, en vooral ook in ons geloof en in het delen van dat geloof. Toegegeven, soms
is dat beeld scherper dan op andere momenten. Ook wanneer God afwezig lijkt
voor ons, dan is Hij ons toch nabij. Alleen verhinderen angst, verdriet of
koppigheid ons om Hem te ervaren op dat ogenblik.
Aanwezigheid
Wanneer je iemand ontmoet die radeloos ronddwaalt in de donkerste nacht, wanneer je merkt dat iemand lamgeslagen is door het ongeluk en de tegenslag waarmee het leven ons kan kwellen, sta die mens dan bij. Beluister de neerslachtigheid, het verdriet, de leegte, de radeloosheid. Ontwijk het leed niet, veeg het niet opzij, maar geef het tijd en ruimte. En wees zonder veel woorden dat sprankeltje hoop, dat vonkje licht dat een nieuw begin maakt en dat God opnieuw aanwezig brengt in die ander.
En wanneer je zelf in de duisternis verwijlt,
laat er dan iemand zijn voor jou die zonder aandringen of opdringen, gewapend met luistervaardigheid, geduld en begrip, God aanwezig brengt wanneer je Hem niet meer ervaren kan.
Kleine gedaanteverandering
In de zorg voor de ander, ondergaan we ‘de kleine gedaanteverandering’ die bezongen wordt in de hymne ‘Ubi caritas’: in de liefde en zorg voor de ander, daar komt God aanwezig. Niet in een oogverblindend licht, niet in een oorverdovend gedruis, maar in de grootste eenvoud, die Jezus zelf heeft gepredikt. (Marcus 10, 43-45) ‘Ubi caritas’ ken je wellicht in de Taizé-versie. De oude Latijnse hymne die op Witte Donderdag werd gezongen, vertaalde ik voor deze blog. Bij dezen, als afsluiter:
In de liefde en zorg voor de naaste, daar is God aanwezig.
De liefde
van Christus brengt ons bijeen:
laten wij
juichen en vreugde vinden in Hem.
Laten we de
levende God aanbidden en beminnen
en elkaar in
liefde en rechtvaardigheid nabij zijn.
Laten we
eensgezind samen zijn
en geen
verdeeldheid toelaten in ons midden.
Wanneer
ruzie en kwaadheid worden gesmoord,
komt Jezus
onder ons aanwezig.
Mogen wij
ooit met de zaligen zijn
en uw gelaat
in heerlijkheid zien, Jezus Christus.
Dan zullen
wij zuiver en dankbaar van hart zijn.
In alle eeuwen der eeuwen. Amen.