We vieren Sacramentsdag: donderdag, of uitgesteld op zondag. Jezus heeft de eucharistie ingesteld, omringd door zijn leerlingen, en gaf hen de opdracht: "Doe dit telkens opnieuw om Mij te gedenken." Bijna tweeduizend jaar later gaat deze sacramentele traditie nog steeds verder. We blijven verbonden met Christus, en door Hem ook met God. Daartoe heeft Jezus een Nieuw Verbond gesloten, langs zijn lijden, dood en verrijzenis. Deze wederzijdse verbondenheid mogen we vieren met gepaste vreugde.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
Instelling
Het Verbond dat God sluit met zijn volk langs Mozes wordt door Jezus in herinnering gebracht wanneer Hij met zijn leerlingen het Laatste Avondmaal houdt. Hij breekt brood en deelt de beker met hen, en legt het verband met zijn Lichaam en zijn Bloed, waarlangs Hij het nieuwe Verbond zal sluiten. (Lucas 22, 20) Brood en wijn blijven de tekenen van dit Nieuwe Verbond. Net als de leerlingen, mogen wij deelnemen aan de maaltijd en de instelling van het Nieuwe Verbond gedenken.
Het oude Verbond heeft afgedaan, zo blijkt. Jezus staat garant voor een veel beter verbond. (Hebreeën 7, 22) Een nieuwe schepping breekt aan: het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. (2 Korintiërs 5, 17) Dat wil niet zeggen dat de geboden van het oude Verbond komen te vervallen. De Wet zelf is heilig en de geboden blijven heilig, rechtvaardig en goed. (Romeinen 7, 12) De beleving van de Wet: dààr is het fout gelopen.
Niet geschrapt
Gods Zoon is in harmonie met zijn Vader. Jezus schrapt de traditie absoluut niet door de instelling van het Nieuwe Verbond. Hij dringt daarentegen aan op een nieuw inzicht en een nieuwe beleving. In zijn navolging wordt de oude orde van het dienen van de wet achtergelaten. De nieuwe orde is die van de heilige Geest (Romeinen 7, 6b) Het Nieuwe Verbond is geen verbond van de geschreven wet, maar een verbond van zijn Geest. (2 Korintiërs 3, 6) Het oude verbond is verouderd en versleten, de teloorgang nabij. (Hebreeën 8, 13) Het Volk van God is immers niet trouw gebleven aan het verbond en heeft het geschonden. (bijvoorbeeld Psalm 78, 37; en Jeremia 11 en 31, 31-34)
Nieuw tijdperk
Een nieuw tijdperk vangt daarom aan, die de Wet verinnerlijkt. We richten ons niet meer op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want die zijn eeuwig. (2 Korintiërs 4, 18) Het is een nieuw begin, het begin van een nieuwe geloofshouding: niet enkel toen, maar ook tot op vandaag, in onze dagen, telkens opnieuw. Het is een voortdurend bekeringsproces waarbij we de nieuwe mens aantrekken: we bekleden ons met de nieuwe mens. (Efeziërs 4, 24, Kolossenzen 3, 10)
Wij zijn deelachtig aan het Verbod dat Christus heeft ingesteld doordat Hij uit de dood is opgewekt: zo mogen ook wij een nieuw leven leiden. (Romeinen 6, 4) De ontrouw en de overtredingen van eertijds zijn uitgewist door Jezus. Hij is de nieuwe Priester, zoals eertijds Melchisedek. (Hebreeën 7, 15) Jezus Christus is de Bemiddelaar van het Nieuwe Verbond. (Hebreeën 12, 24)
Verbonden
Doorheen de Schrift merken we dat God niet één verbond heeft gesloten, en ook geen twee, maar meerdere. De Heer maakt in dat proces geen oud verbond ongedaan met een nieuw verbond, maar herhaalt, bevestigt en verbreedt zijn heilige alliantie telkens.
Het eerste verbond dat vernoemd wordt, sluit God met Noach (Genesis 6, 18). Hij belooft voor hem, zijn gezin en zijn dieren te zullen zorgen en spreekt een zichtbaar teken af: er zal een regenboog aan de hemel verschijnen. (Genesis 9, 12-17) Met Abraham en zijn nakomelingen wordt ook een verbond gesloten. (Genesis 15, 18 en 17, 2) Hiermee wordt het volk voor het eerst onder zijn bescherming geplaatst onder de vorm van 12 stammen die zullen ontstaan uit de aartsvader. Het bekendste verbond in het Eerste (Oude) Testament sluit God af met Mozes. Er wordt opnieuw een verbreding gemaakt, en volgt een nieuw tijdperk, waarbij Gods Volk zal leiden naar een heilig land: het Beloofde Land. (Deuteronomium 5, 1-22) Met David wordt het Verbond bekrachtigd met het Volk en het land: ze zijn één en heilig. (2 Samuel 7, 8-16) Het volk is niet langer nomadisch maar heeft zich gevestigd. De troon van David symboliseert het sedentaire koninkrijk onder Gods bescherming.
Het Nieuwe Verbond houdt andermaal een verruiming in: iedereen die Jezus wil navolgen, maakt er deel van uit, overal ter wereld. Toch is er een duidelijke cesuur bij het Nieuwe Verbond dat door Jezus Christus wordt gesloten: Jezus is Gods Zoon en dit is het ultieme, laatste Verbond dat eeuwig duurt, tot de voleinding.
Schoon gewassen
Jezus is de eeuwige Hogepriester die de zonden van de wereld vergeeft door zijn Bloed. Er schuilt een duidelijke verwijzing in naar het bloed van het eerste verbond, dat werd gesprenkeld over het volk. (Exodus 24, 8) Jezus’ bloed zal worden vergoten, langs zijn dood op het kruis. Bloed staat voor levenskracht, voor nieuw leven en verwijst daarmee naar de Schepping: een genadegave van Godswege. Jezus wekt ons tot nieuw leven, schept in ons nieuwheid. Hij herschept ons om ons in het Rijk Gods op te kunnen nemen (2 Korintiërs 4, 14) Het Brood staat voor het lichaam, voor de mens geworden Zoon van God, die in onze tijdrekening en op onze schepping heeft geleefd, verkondigd en geleden, en die er gestorven is en verrezen.
Sacramentsdag brengt ons tot bij de diepste betekenis van het Verbond. Ons geloof is geen verzameling van uiterlijkheden, maar is een diepe verbondenheid met God, geïnspireerd door de heilige Geest. Sacramentsdag volgt niet toevallig kort na Pinksteren. Begeesterd vormen we samen de Kerk en mogen we het Verbond van onze Heer Jezus Christus vieren en van onze kant telkens weer bevestigen: 'Ja, ik geloof dat Jezus Christus de Heer is!'