Pinksteren verhaalt de laatste verschijning onder de leerlingen in hun tijd van afzondering. Het is dit keer Jezus niet meer. De verschijning is van de volgende generatie. Het is de
verschijning van een beeltenis, niet langer van een mens. Het is de verschijning
van de heilige Geest, niet langer van Jezus. Pinksteren is de dag waarop de leerlingen
beginnen te bouwen aan de Kerk zoals we haar nu kennen: een wereldwijde
gemeenschap van christenen.
We zijn getuigen van de eerste kleine stapjes in geloof van de leerlingen zonder Jezus aan hun zijde. Na Goede Vrijdag is Hij niet meer onderweg met hen, maar Hij verschijnt nog onder hen. Van nu af aan moeten ze vurig leren te vertrouwen op de Geest van God.
Als van vuur
De dag van Pinksteren breekt aan en de leerlingen zijn achter gesloten deuren en ramen bijeen, ook Tomas is er bij. (Handelingen 2, 1) Ze houden zich al geruime tijd
schuil. Ze hebben een traumatische tijd achter de rug. Heel onverwacht klinkt een
gedruis vanuit de hemel en het geluid vult het hele huis. (Handelingen 2, 2) Ze
zullen erg geschrokken zijn. Maar daar blijft het niet bij. Er verschijnen
tongen, als van vuur, die op ieder van de leerlingen neerzetten. (Handelingen
2, 3) Er is geen daadwerkelijk brandend vuur in de ruimte, maar wel tongen ‘als
van vuur’ (in het Grieks: ‘gloossai hosei piros’). Er wordt duidelijk symbooltaal
gebruikt.
De leerlingen worden allemaal vervuld (in het Grieks: eplèstèsan) met
heilige Geest. (Handelingen 2, 4a) Iedere vezel in hun lichaam is aangeraakt door
de heilige Geest. Meteen beginnen de leerlingen in allerlei andere talen (in
het Grieks ‘verschillende tongen’: ‘heterais glossais’) te spreken, talen die ze zelf niet kennen. De tongen
die boven hen zijn verschenen, worden een veelheid van talen: vurige woorden, woorden als van vuur.
Iedereen gelijk
Ze spreken vurig het Woord
dat bestemd is voor iedereen over de hele wereld. De heilige Geest kent geen
grenzen: geen grenzen van land en ook niet van stand. In de Geest zijn we allen gelijkwaardig.
Geen Schriftgeleerden verklaren Gods Woord, maar eenvoudige vissers.
Vreemdelingen die in Jeruzalem zijn voor het joodse Pinksterfeest, horen het geluid en lopen nieuwsgierig naar het huis toe waar het vandaan komt. Dan is Pinksteren vervolledigd: ieder van de bezoekers herkent zijn of haar eigen taal. (Handelingen 2, 6 en 8) De heilige Geest brengt eenheid in de aardse verdeeldheid.
Overwonnen
De leerlingen overwinnen hun angst en verwarring en durven eindelijk weer het Woord te verkondigen. En iedereen kan het verstaan. Gods Geest laat de leerlingen vol vuur vertellen van Gods grote daden. (Handelingen 2, 11) Allen zijn verbaasd (in het Grieks: ‘dièporoen’) en verrukt (‘existanto’). (Handelingen 2, 12)
Pinksteren is ons laten verbazen en verrukken door Gods Woord. Uit ons gewone doen, maar op de meest verblijdende manier. Een zalig en vurig Pinksteren!