Christus Koning sluit het kerkelijk jaar af. Volgende week begint met de advent een nieuw liturgisch jaar. We eindigen met een orgelpunt: Christus wordt gevierd als de Koning van hemel en aarde, van al wat is. Hij is door de Vader naar de aarde gezonden om het Volk van God weer in de armen te sluiten in een Nieuw Verbond.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
Verbinding verbroken
Jezus Christus is de Allerhoogste: “Oorsprong is Hij, eerstgeborene uit de dood, om in alles de hoogste te zijn: in Hem heeft heel de volheid willen wonen.” (Kolossenzen 1, 18bcd-19) Hij is ons ideaalbeeld, ons Goddelijk voorbeeld, door de Vader naar de aarde gezonden om het Volk met Zich te verzoenen. Duidelijker kan God niet meer worden, met zijn Volk onderweg. Want het oude Verbond is verwaterd.
We krijgen een nieuwe kans van God. De Schrift is een lange historiek van God die verbinding zoekt met zijn Schepping enerzijds en de mensen die telkens weer zijn gulheid met de beste bedoelingen beantwoorden, maar later toch weer verzanden in eigenbelang anderzijds. De trouw van Gods Volk is de achilleshiel. Keer op keer stellen de mensen zich gaandeweg andere prioriteiten. Ze ontdekken snel geluk en ze zien de illusie ervan niet in. Ze willen zichzelf op de eerste plaats zetten en beseffen niet dat hun kracht slechts sporadisch zal volstaan.
Het Verbond dat ooit in de woestijn werd gesloten, is teniet gedaan. Bij monde van profeten als Jesaja en Jeremia heeft de Heer zijn Volk kwaad toegesproken, maar ook een nieuw begin aangekondigd. Dat komt in Jezus, zijn eniggeboren Zoon: “door Hem en voor Hem (heeft Hij) alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel.” (Kolossenzen 1, 20ab) God blinkt werkelijk uit in vergevingsgezindheid, meer dan een mens ooit zal kunnen opbrengen.
Kruis
De ultieme verzoening is gekomen: langs het Lam dat geslacht is om het kwaad van de wereld te dragen. Verheven aan het kruis strekt Hij zijn armen uit over alle mensen. Een Nieuw Verbond wordt gesloten. Boven Hem wordt een opschrift aangebracht: ‘Dit is de koning van de Joden’. (Lucas 23, 38) Waar komt die titel toch vandaan? Waarom wordt Hij als koning gekruisigd?
Slechts één van de twee misdadigers die met Hem zijn gekruisigd, erkent Hem als zijn Redder. Hij zegt tegen de gekruisigde Heer: “Jezus, denk aan mij wanneer U in uw koninkrijk komt.” En Jezus antwoordt: “Ik verzeker je: nog vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn.” (Lucas 23, 42-43) De misdadiger, die in de schuld staat bij de hemelse Vader, ontvangt vergiffenis, omwille van zijn berouw en zijn geloof. Vandaag nog, niet in een verre toekomst.
Koninkrijk
Pilatus vraagt aan Jezus: “Bent U de koning van de Joden?” Jezus antwoordt: “Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Mijn koninkrijk is niet van hier.” (Johannes 18, 36ad) Het spottende opschrift wordt een heilige titel, de vernederende straf wordt een Overwinning, want Jezus Christus ís de Koning van het Heelal.
Hij bezit absoluut geen koningschap zoals een aardse vorst: zijn koningschap is er niet mee te vergelijken. Wat het betekent is voor ons, mensen, amper voor te stellen. Dit is geen politieke maar spirituele opdracht: Hij vult zijn Rijk met liefde en gerechtigheid en dat Rijk is al komende. Een Rijk dat gefundeerd is op vergeving en genade, op gulheid en hartelijkheid. Op God zelf. Dit koningschap is hemels van oorsprong en haar taak bestaat uit genade.
Eeuwfeest
100 jaar geleden is het hoogfeest van Christus Koning ingesteld door paus Pius XI, in 1925. Het benadrukt de allesomvattende betekenis van het koningschap van Christus over mens en wereld. Het concept is dus vrij recent, al heeft het uiteraard veel wortels in de traditie en in de Schrift. ‘De Allerhoogste’, zo bezingen we Christus in het ‘Eer aan God’.
In het boek Openbaring krijgt Hij de naam ‘hoogste Heer en koning’. (Apokalyps 19, 16b) “Jezus Christus (is) de betrouwbare getuige, de eerstgeborene uit de dood, de heerser over de vorsten van de aarde.” (Apokalyps 1, 5a) Het koningschap van Christus is onlosmakelijk verbonden met zijn belofte van het Rijk Gods waar wij hartelijk toe worden uitgenodigd: Christus heeft “een koninkrijk uit ons gevormd en ons gemaakt tot priesters voor God, zijn Vader. Aan Hem komt de eer toe en de macht, tot in eeuwigheid.” (Apokalyps 1, 6)
Uitnodiging
Als de Koning ons met vergeving tegemoet komt, als zijn Troon gebouwd is op Liefde, dan kunnen wij haast niet anders dan deelnemen aan deze Goddelijke goedheid, die ons hier op aarde verheft tot mensen van God.
Vergeving is wellicht één van de moeilijkste opdrachten doorheen ons mensenleven. De verhevenheid bestaat erin dat we de moeite doen om ons tot Hem te richten en niet voor het oppervlakkig gemak en zelfzuchtige gewoonte te kiezen. Daartoe nodigt de Koning ons uit: God en elkaar lief te hebben. Vergiffenis is de sleutel daartoe.
Graag wens ik ieder van jullie een zalig liturgisch eindejaar toe, en een hoopvolle en liefdevolle advent.