Aan het begin van de advent horen we een scherpe
waarschuwing van Jezus. We moeten wakker blijven. Hemel en aarde zullen verdwijnen,
maar het Woord van God blijft bestaan. Daarin weerklinkt de belofte dat Hij
ooit terug zal komen. Daar mogen wij op hopen, dat mogen wij geloven. Wanneer
Hij komt, dat weten we niet. De advent is een tijd van hopen en wachten, van
geloven en waken. En vooral niet indutten in het leven van alledag.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
Hoop
Geloven is een actieve levenskeuze: niet één keer, maar telkens opnieuw. Dommel dus niet in.
(Matteüs 24, 42a-44) Laat je niet meeslepen in een roes van surrogaat en leegte,
van gewoonte en gemak. (Matteüs 24, 37) Blijf zoeken naar zin, blijf hoopvol vooruitzien. De Heer komt weldra. Dat is waar de advent rond is opgebouwd: op een
warmhartig verlangen, op de verwachting van iets nieuws.
Daarom is het ook uiterst belangrijk om niet in de val van
het cynisme te trappen. God is niet gediend van zuurpruimen die overal tegenaan
schoppen, die snauwend en blaffend op alles en iedereen neerkijken. Dat
neerkijken veronderstelt immers dat men zichzelf zoveel beter vindt dan de rest. Of het komt voort uit een minderwaardigheidscomplex. Deze houdingen teren op ergernis en nijd. Onze God is een God van Liefde. Hou je
verlangen puur. Kijk niet weg van je medemens.
Zuiver
Hou je des te meer bezig met je eigen hart. Ben jij wel gereed voor wat er komt? Ben je goed voorbereid? De Heer komt tot
ons heel onverwacht in kleine dingen van elke dag, in kleine hemelse zegeningen.
Wees dus dankbaar, telkens opnieuw. Wees niet misnoegd.
De zuiverheid van Gods antwoord op het menselijk zoeken is
zijn komst op aarde, die wij weldra opnieuw gedenken: de Heer komt terug in ons
midden als Mens, aan ons gelijk. Hij wordt opnieuw geboren als Kind onder ons. Maar
de Zoon zal tegelijk ook God zijn.
Laten wij dus verlangend uitzien. De nacht loopt ten einde, de
dag nadert al. (Romeinen 13, 12a) Ons aardse bestaan is een nacht in vergelijking
met Gods Rijk, dat steeds dichterbij komt. Er blijft veel verscholen in de schaduw
en de stilte hier in onze wereld, zaken die het licht niet verdragen.
Niet beïnvloedbaar
Even onverwacht als de Heer in onze dagelijkse zegeningen
verschijnt, komt ooit de dag dat God terugkomt. Dat ogenblik blijft zelfs voor
de Mensenzoon geheim. (Matteüs 24, 36) We kunnen het dus niet regelen en niet bepalen,
wat bijzonder moeilijk is voor ons, mensen. (Matteüs 24, 42b) Wij hebben graag
een invloed op de zaken, zeker wanneer ze belangrijk en bepalend zijn. De komst
is dus niet door mensen af te roepen. (Matteüs 24, 23) Geloof niemand die een
moment heeft berekend of in de tekenen heeft gelezen. Het is de vrucht van hovaardigheid of kletspraat.
Wanneer God het wil, dan zal het gebeuren. Zoals Jezus als Kind werd geboren, en zo - aangekondigd maar evenzeer onverwacht - op deze wereld kwam.
We hebben veel om naar uit te kijken. Mooie dingen, en dingen die ons misschien wel angst inboezemen. Verlangen is openstaan voor wat komt en aanvaarden dat de komst een verrassend geschenk zal zijn. Laat ons samen waken en niet indommelen!