Jezus maakt zich heel kwaad in het evangelie van de feestdag van de inwijding van de Lateraanse basiliek. Dat zijn we niet gewend van Hem. Op de dag dat we de oudste bestaande christelijke plaats van eredienst vieren, worden we meteen gewezen op de relativiteit van mooie gebouwen. We vieren deze zondag dat er plaatsen zijn om God in het bijzonder te loven, te eren en te danken: kerken, kapellen, basilieken en kathedralen. Maar de essentie van deze feestdag ligt niet in de gebouwen zelf.
- Voor de lezingen van het feest van de kerkwijding van de Lateraanse basiliek: klik hier.
Woede
Jezus jaagt de geldwisselaars en de handelaars hardhandig van het tempelplein weg met een zweep van touw. Het geld smijt hij tegen de grond en de tafels van de verkopers gooit hij omver. (Johannes 2, 14-15) Zo'n rauwe uitbarsting van woede bij Jezus vinden we enkel hier in de evangeliën terug: bij de tempelreiniging.
Dat komt omdat Jezus wordt geconfronteerd met de meest flagrante misvorming van godsdienst: de tempel wordt als winkel uitgebaat. Het huis van God wordt een zaak die pretendeert God manipuleerbaar te kunnen maken via een investeringskans om zonden uit te wissen. "Weg ermee!", roept Jezus. "Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!"
Uiterlijk vertoon
De tempel hoort geen winkel te zijn waarin je je van je schuld kunt ontdoen door een artikel te kopen en te offeren. En winst halen uit God is al helemaal niet aan de orde. Of het nu een schaap betreft of een duif (Johannes 2, 14), of een noveenkaars of een misviering. Met geld alleen koop je jezelf niet vrij. Nooit. Je wordt niet reiner door meer geld te betalen. God schenkt ons een nieuwe kans wanneer we berouw tonen en verdriet hebben: een gebroken en verbrijzeld hart hoort onze offerande te zijn. (Psalm 51, 19)
Uiterlijk vertoon maakt weinig indruk op God. De intentie erachter is immers al te vaak hol en leeg. Het wordt een oppervlakkige gewoonte, een gebruik zonder diepere betekenis, een makkelijke oplossing die niet te veel inspanning vraagt. Telkens weer slagen mensen erin om God te vervormen tot spirituele zelfbediening. Van het Gouden Kalf in de woestijn tot de aanbidding van Baäl voor een goede oogst (Exodus 32, 8 en Jeremia 2, 8), van plengoffers (Jesaja 65, 11) tot aflaten om de hemel te verdienen. Terwijl God helemaal niet zoveel vraagt van ons: een oprecht hart dat gelooft in Hem. Een vastberaden geest die Hem trouw blijft. Meer niet.
De herrezen tempel
De tempel heeft geen betekenis als hij niet gerespecteerd wordt als Gods woning. Deze tweede tempel zal kort na Jezus' dood en verrijzenis vernield worden. Daarmee wordt God niet geschaad. Integendeel: de tempel schaadt God wanneer die een winkel wordt, een geldzaak. Profetische woorden spreekt Jezus wanneer de Joden Hem vragen waar Hij het gezag vandaan denkt te halen om zo hardhandig op te treden: "Breek deze tempel maar af, en Ik zal hem in drie dagen weer opbouwen." (Johannes 2, 19) Ze staan verstomd: de bouw ervan heeft 46 jaar geduurd!
Maar Jezus heeft gelijk: in drie dagen zal Hij de tempel doen herrijzen. Het mysterie zal geschieden in zijn dood en verrijzenis. Geen hoop stenen verbindt ons met God, maar Jezus Christus zélf, de Zoon van God. (Johannes 2, 21) Het mag merkwaardig genoemd worden dat deze lezing is gekozen voor het feest van de kerkwijding van de oudste katholieke basiliek: deze van Lateranen. Het oudste gebouw op deze plek werd ingewijd in 324. Haar stenen worden op deze feestdag echter niet geprezen of vereerd. Het gebouw, hoe oud en hoe mooi ook, verwijst in haar geheel naar Jezus Christus, naar de Verlosser.
En wij dan?
Het Lichaam van Jezus zal verrijzen en dus ook de allerheiligste Tempel. De derde dag zal ze herrijzen uit de ruïnes van de dood. Die 'spoiler' geeft Johannes ons al mee helemaal aan het begin van zijn evangelie. (Johannes 2, 19-22) De evangelist komt tot de essentie van ons geloof, dat niet hoort te verstenen. Het blijft helemaal niet bij de lentevreugde om de verrijzenis.
Het diepste mysterie is misschien wel dat die tempel is heilig en dat wij die tempel zijn: wij, volgelingen van de Verrezen Heer! (1 Korintiërs 3, 17b) Jij en ik, en allen die in de Heer hun vertrouwen stellen. De Geest van God woont in ons en verheft ons. (1 Korintiërs 3, 16b) Op niemand anders kunnen wij deze tempel bouwen: op het fundament dat Christus zelf is, daarop bouwen wij. (1 Korintiërs 3, 11) Doen we dat niet, dan bouwen we op drijfzand.
Welnu, is onze tempel voldoende sterk gebouwd? (zie ook Matteüs 7, 24-27 en Lucas 6, 47-49) Maken we nauwgezet werk van dit gebouw en gebruiken we onze meest kostbare materialen? Het gaat hier niet over geld, maar over trouw en Liefde, dankbaarheid en oprechtheid. En hoe richten wij onze tempel in? Tot eer van God? Hebben we Hem voor ogen? Beheren we de tempel van ons geloof als een goede huisvader: nauwgezet en verantwoordelijk?
Ik wens je graag een inspirerende feestdag toe van de kerkwijding van Sint-Jan van Lateranen, die verwijst naar Johannes de evangelist, die we vandaag beluisteren, en naar Johannes de Doper, die ons volgende maand, in de advent, oproept tot bekering en verwachting. En bovenal verwijst de basiliek naar Jezus Christus zelf!