Hoewel de kerststal niet helemaal op Bijbelverzen steunt, vertelt ze het wonder van Jezus’ geboorte op bijzondere wijze en mag ze ons geloof ieder jaar weer inspireren. Hiermee brengen we Kerstmis terug naar haar essentie: geen flikkerende kerstbomen, geen vreemd lachende kerstmannen, geen dure geschenken, maar de geboorte van Jezus in al haar eenvoud.
- Voor de lezingen van Kerstavond: klik hier.
- Voor de lezingen van Kerstdag: klik hier.
Zien en niet zien
Om te begrijpen wat je ziet, is het zinvol om een stap achteruit te zetten en na te gaan wat je niet ziet. Wie blijft er buiten beeld van onze kerststal? De herbergier alleszins, die Jozef en de hoogzwangere Maria logement weigert. Hij heeft geen plaats, zegt hij. Mensen kunnen teleurstellen.
De herders maken wel deel uit van het tafereel: eenvoudige lieden die de nacht doorbrengen bij hun kudde, in de velden. Maar hun geloof is bijzonder groot, zo blijkt. Ze schrikken wel van het nieuws dat hun wordt verkondigd, maar ze laten zich verwonderen. Wat hun wordt toevertrouwd, dat geloven ze.
Plichtsbewust en ontvankelijk
Jozef zien we hier, de man die bezorgd is over zijn vrouw, die plichtbewust in het leven staat en een oplossing zoekt wanneer tegenslag hun pad kruist. De stal is geen luxueus verblijf, maar biedt wel bescherming. En er komt nog onheil: Jozef zal met Maria en Jezus naar Egypte moeten vluchten omdat Herodes hun kwaad wil doen. Jozef beschermt Jezus en zal Hem opvoeden en het vak van timmerman leren. Hij aanvaardt vanaf het begin dat dit Kind een heel bijzondere zending heeft.
We zien ook Maria, de gelovige vrouw die de Zoon van God baart en die dit wonder op zich laat afkomen. Zoals God het wil, zo zal het gebeuren. Haar vertrouwen is groot, haar ontvankelijkheid ook. Maria had vriendelijk kunnen bedanken wanneer de Engel haar bezocht, maar dat heeft ze niet gedaan. En dat is geen uiting van nederige gehoorzaamheid, maar een heel bewuste keuze. En ook in die moedige keuze zal ze niet gespaard blijven van leed.
Eenvoud en wijsheid
Achteraan liggen de os en de ezel. Het zijn eerder volkse, ludieke figuren die het eigene van de stal beklemtonen. In het geboorteverhaal staat de os nergens vermeld. De ezel komt na de geboorte van Jezus ook niet meer in beeld. Maar de profeet Jesaja klinkt langs deze dieren op de achtergrond mee: “Een os herkent zijn meester, een ezel kent zijn voederbak, maar het Volk van God mist elk inzicht, het leeft in onwetendheid.” Hier klinkt al meteen een eerste afwijzing van Jezus als Gods Zoon. Goede Vrijdag is nooit ver weg in het verhaal van Jezus. We herkennen in de os en de ezel misschien het noeste werken en in het gareel moeten lopen. En de hardheid die we in ons bestaan ontmoeten. Maar net als de ezel kunnen we een gezonde koppigheid kennen, en toch de Heer ten volle willen ontmoeten.
Op de drie wijzen uit het Oosten wachten we nog even. Zij zullen in hun wijsheid in Christus de Redder herkennen.
Christus en wij
Centraal in de stal vinden we vanavond uiteraard de Messias zelf. Jezus Christus, de Zoon van God, de Heer die hier op aarde verschijnt in een teer en kwetsbaar Mensenkind, God in Mens onder ons: door profeten voorzegd en lang verwacht.
Wijzelf maken ook deel uit van het tafereel: we aanschouwen het, we nemen het beeld in ons op. Mogen wij de verwondering van de herders meedragen, de aanvaarding van de os en de ezel, de zorgzaamheid van Jozef en de ontvankelijkheid van Maria. Mogen wij Jezus warm onthalen in ons gebed en in heel ons leven, dankbaar en vol feestvreugde omdat God in Jezus is geboren in Betlehem en te slapen gelegd in een kribbe in een schamele stal.
De Kerstnacht verwelkomt alle wonderen in een oogopslag, de eeuwigheid in één enkel moment: zomer in kille winter, dag in donkere nacht, hemel in aarde, God in mens. Zo groots is het Kindje, wiens geboorte alles bijeenbrengt. Kerstmis verheft de aarde tot in de hemel, en buigt de hemel tot aan de aarde. (Richard Crashaw)
Een zalig Kerstfeest!