De Veertigdagentijd is een jaarlijkse uitnodiging tot een nieuw begin, een tijd voor inkeer en ommekeer.
Op Aswoensdag horen we de aanklacht van de profeet Joël. Hij wijst ons op Gods oproep om van ganser harte te vasten en te bidden en niet louter voor de schone schijn, met veel uiterlijk vertoon: “Keer nu terug tot Mij met heel je hart.” (Joël 2, 12). De tussenpsalm van Aswoensdag bevestigt Gods wens om oprecht tot inkeer te komen: “Het offer voor God is een gebroken geest, een gebroken en verbrijzeld hart zult U niet verachten.” (Psalm 51, 19). Geen brandoffers dus, geen uitwendig vertoon, maar een ommekeer vanbinnen. We zijn allemaal mensen, we maken fouten: soms bewust, soms onbedoeld. In deze periode van gebed en vasten is het passend om af te wegen wat we goed en fout doen. Geloof zonder daden, is immers geen levend geloof (Jakobus 2, 14 en 17).
We kunnen onze schuld en onze fouten niet afschuiven op iets uitwendigs. Dat is een gemakkelijke oplossing. Oprecht berouw en de vraag aan God om een nieuw begin is wat de psalmist terecht vraagt: “Schep een zuiver hart in mij” (Psalm 51, 12). Psalm 51 is overigens in zijn geheel een aan te bevelen gebed in de Veertigdagentijd. (Ik schreef er eerder een blog over, om te lezen: klik hier.)
Het kwaad
Deze inkeer zoekt Jezus zelf in het evangelie van de eerste zondag in de Veertigdagentijd. Hij trekt de woestijn in (Lucas 4, 1-13). Jezus gaat er de confrontatie aan met de mogelijke bekoringen die Hem kunnen overkomen tijdens zijn aardse optreden. De figuur van de duivel verpersoonlijkt dit kwaad.
De
evangelist gebruikt een erg figuurlijke verhaalvorm om de boodschap bevattelijker
te maken maar gaat daarmee ergens ook voorbij aan de venijnige complexiteit van
het kwaad. Het kwaad biedt zich lang niet altijd aan, vergezeld van een boosaardig
persoon. Dan zou het erg makkelijk zijn om er aan te weerstaan. Vaak komt verleiding
en bekoring gestaag en langs kleine nuances op je af. Het kan binnendringen in
je bestaan langs omwegen en een reeks van beslissingen die niet bestaan uit een
keuze tussen “het juiste” en “het verkeerde”. Levenservaring leert ons trouwens
dat er vaak niet gekozen wordt tussen “goed” en “kwaad”, maar tussen “kwaad” en
“minder erg”, of “goed” en “beter”. Daarenboven is op het ogenblik van een
keuze niet altijd duidelijk wat de beste keuze is, maar blijkt dat pas later,
wanneer alle feiten en gegevens gekend zijn. Soms besef je het pas achteraf, terugkijkend
op een keuze.
Twee bekoringen worden Jezus aangereikt: macht over de
mensen en macht over God. Jezus komt onder de mensen met zijn Boodschap en Hij
zal door zijn volgelingen algauw als ultieme leider worden gezien in een door
de Romeinen bezet land. Jezus komt echter niet om koning van het land te worden
en van aardse pracht en praal te genieten. Daarnaast spreekt de Mensenzoon in
naam van zijn Vader, God in de hemel. Jezus komt weliswaar niet om God te
overheersen en zijn plaats in te nemen. Deze diepere gelaagdheid is belangrijk
en dreigt verloren te gaan in een theaterachtig verhaal. Na de woestijnervaring
gaat Jezus op weg. Deze zaken moeten uitgeklaard zijn, op voorhand al, om alle
misverstanden te vermijden. Het is Jezus niet te doen om macht, welke dan ook.
Keuzes en opdrachten
Ook wij hebben baat bij woestijnmomenten: een tijd van
afzondering, om zonder de drukke prikkels om je heen tot gebed en bezinning te
komen, belangrijke beslissingen goed te overdenken, tijd te maken voor de
essentie, weg van de luidruchtige futiliteiten. Dat kan de Veertigdagentijd
voor jou zijn. Daar nodigt God ons toe uit, jaarlijks: een periode van zeven
weken waarin we telkens opnieuw de rust en de stilte kunnen opzoeken.
In de Veertigdagentijd periode krijgen we drie opdrachten mee. Op Aswoensdag horen
we ze al in de evangelielezing (Matteüs 6, 1-6 en 16-18): vasten (Matteüs 6,
16), gebed (Matteüs 6, 5) en naastenliefde, onder de vorm van aalmoezen (Matteüs
6, 2). Meteen wordt ook beklemtoond dat het niet mag gaan over uitwendig vertoon,
maar dat we hier oprecht werk van moeten maken, in het verborgene! Er wordt gewaarschuwd
voor de verleiding tot aandachttrekkerij (Matteüs 6, 1-6) en schijnheiligheid (Matteüs
6, 7).
Ik wens je een zinvolle Veertigdagentijd toe!
Mag ik als extra leestip de "roeping van Levi" meegeven? Daar ga
ik over enkele dagen op in. Het is de evangelielezing van de zaterdag na
Aswoensdag, daags vóór het verhaal van Jezus in de woestijn. (Om het verhaal te lezen: klik hier.)