Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

10 november 2022

Na ons de zondvloed? (12-13 november 2022)

Wat zou jij doen als je wist dat de wereld over een paar dagen vergaat? Je kan stoïcijns verder doen zoals je bezig was, omdat het nuttig en zinvol was tot dusver. Waarom alles omgooien? Je kan ook enthousiast een bucket list opstellen en de activiteiten één na één afvinken. Misschien loop je verloren in de keuzestress. Wat moet je kiezen? Wat is belangrijk, wat is bijkomstig? Het is ook mogelijk dat je blokkeert op de eindtermijn en je hysterisch vastklampt aan je hebben en je houden. Hoe ga je om met onomkeerbare veranderingen waar je geen controle over hebt?

Fatalisme en hedonisme

Fatalisme is van alle tijden. Het glas is half leeg. Alles wat vroeger beter, niets is meer wat het was. Fatalisten treden Madame de Pompadour bij, de belangrijkste maîtresse van Lodewijk XV, die zuchtte dat de gouden tijden van de adel stilaan voorbij waren: “Après nous le déluge”, na ons de zondvloed. Ze zou gelijk krijgen: 25 jaar na haar dood brak de Franse Revolutie uit. Dat de almacht van de koning stilaan uitdoofde, voelde ze goed aan. Fatalisme is soms realistisch.

Hedonisme is ook van alle tijden. Geniet, nu het nog kan. Pluk de dag. “Carpe diem!” Keizer Horatius had het oorspronkelijk geschreven als aanmaning om niet uit te stellen tot morgen wat vandaag nog gedaan kan worden, de dag is al zo kort. Stilaan is de leuze echter een eigen leven gaan leiden: denk niet aan morgen, geniet van vandaag.

Ook de boutade van Madame de Pompadour heeft een hedonistische bijklank gekregen. Fatalisme en hedonisme hebben een onderlinge aantrekkingskracht. Wanneer de toekomst er niet goed uit zien, kan je maar beter genieten van deze dag, van wat er nu wel nog is en morgen misschien niet meer. Geniet vandaag: de kater is voor morgen, als die dag nog komt tenminste. 

Het einde is nabij

Ten tijde van de eerste christenen verwachtte men Christus’ wederkomst in de heel nabije toekomst. Dan zou het eindoordeel komen. Dat biedt een perspectief van redding, maar dan is het leven hier op aarde ook definitief voorbij. In de lezingen van de voorlaatste zondag van het liturgische jaar klinkt de eindtijd in zowat elke zin.

Er is een vorm van fatalisme uit deze boodschap te filteren: “Leef, alsof het je laatste dag is. Leef, alsof de morgen niet bestaat.”, om een Nederlandse schlagerzanger te citeren. Je leven ten volle leven, gaat echter ten koste van anderen en van jezelf. Wanneer je vol in de vrijheid gaat staan, wis je je verantwoordelijkheid uit. De gevolgen zijn bijkomstig op dat moment. De illusie wil dat je uiteindelijk wordt ingehaald door de consequenties van je daden, of je wil of niet. En spijt komt nooit te vroeg, steeds te laat.

In de Handelingen van de apostelen wordt verteld hoe Paulus in Tessalonica aankomt en in de synagoge uitlegt hoe Jezus de langverwachte Messias is. (Handelingen 17, 1-15) Hij verkondigt in de eerste plaats aan de joodse gemeenschap, waarvan sommigen de Blijde boodschap aannemen. Er zijn echter ook Grieken die in Jezus gaan geloven. Er wordt in de eerste Tessalonicenzenbrief door Paulus verteld hoe innig band zijn band met deze christengemeenschap is geworden. (1 Tessalonicenzen 2, 8)

Paulus en de Tessalonicenzen

Dat pril enthousiasme blijft niet duren. In de tweede brief wordt verteld hoe sommigen werkloos rondhangen en zich onledig houden met nutteloze bezigheden. (2 Tessalonicenzen 3, 11) Waarom zou men zich nog inspannen als eerstdaags de laatste dag aan kan breken? Dat hadden ze immers vernomen uit Paulus’ brief (1 Tessalonicenzen 4, 15-17). Er is bovendien veel om van te genieten in Tessalonica. Het is de hoofdstad van de provincie Macedonië: een dichtbevolkte, bruisende wereldstad langs een belangrijke handelsroute in een warm en zacht klimaat…

Het grootste verschil tussen 1 en 2 Tessalonicenzen is het onderscheid in de verwachting van de eindtijd. 1 Tessalonicenzen wordt vrij algemeen beschouwd als het eerste schrijfwerk van Paulus, zijn theologische visie is nog volop in ontwikkeling. In de tweede brief wordt het tijdsperspectief gecorrigeerd – de wederkomst laat immers langer op zich wachten dan men had ingeschat – en er wordt gevraagd om de tussentijd nuttig in te vullen. Het is niet zeker dat 2 Tessalonicenzen van de hand van Paulus is, in tegenstelling tot de eerste brief. Hoe dan ook klinkt de toon ernstiger en er klinken duidelijke aanmaningen (2 Tessalonicenzen 3).

De kernboodschap is heel duidelijk: “Totdat de Heer komt, moet je je werk doen en je brood verdienen.” (2 Tessalonicenzen 3, 12) Niets doen, leidt tot niets. Jezus heeft niet verkondigd dat we op aarde zijn op niets te doen tot de Heer terugkomt. Integendeel. Er is zoveel te doen: zorgen voor je naasten, vooral voor wie noodlijdend is, zwak of arm, en God liefhebben in gebed en in eredienst en in een correcte levenswandel.

Wat nu?

Intussen zijn we bijna tweeduizend jaar verder. Nog steeds verwachten we het komend Rijk. Sommigen zien in oorlogen en rampen tekenen dat het einde nabij is. Misschien is dat wat egocentrisch, alsof het per se in ons leven moet gebeuren. Jezus is duidelijk. Het Rijk zal komen, maar: “Er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: ‘De tijd is gekomen’. Loop niet achter hen aan!” (Lucas 21, 8bc) We mogen vertrouwen op de Heer. “Door standvastig te zijn, zal je je leven winnen.” (Lucas 21, 19) Van God is de toekomst, kome wat komt.

Weldra begint de advent. Dan verwachten we de komst van Jezus op aarde. In een diepere laag resoneert ook de verwachting van het Rijk Gods. De twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wanneer de Messias op aarde komt wonen, kan ook de ultieme belofte van zijn wederkomst ontstaan.  

Er komen weer bijzonder sfeervolle tijden aan: een verrijking voor je gebed, inspiratie voor je geloof… 

De volgende bijdrage is voorzien over veertien dagen, bij het begin van de advent.