We worden graag bevestigd en beloond in het leven. Dat geeft ons een goed gevoel. Wanneer die hunker dwangmatig wordt, dan zorgt het voor een grijperige en gedwongen atmosfeer. God laat zich niet binden aan menselijke dwangmatigheden. Geloven in God betekent Hem aanbidden en verheerlijken, en dat uit zich hoegenaamd niet in het manipulatief afdwingen van allerlei voorwaarden. God laat zich niet dwingen. Daarmee worstelt de mensheid al eeuwenlang: dat God ongrijpbaar is en ons overstijgt. Toch is het essentieel in de Liefde voor God.
- Voor de lezingen van deze zondag: klik hier.
Meer! Meer!
“Geef ons meer geloof!”, vragen de leerlingen aan Jezus. (Lucas 14, 5) Ze gaan ervan uit dat hun geloof niet kan volstaan, zeker in vergelijking met hun Meester. Het is niet genoeg. Is het ooit genoeg? Het kan niet de bedoeling zijn dat we hebberig geloven. Dan groeit ons geloof vanuit prestatiedrang. Het is typisch menselijk. We willen het niet goed doen, maar beter of best. Welnu, de genade volstaat. Er is iets moois aan de nederigheid van de leerlingen, maar helaas schuilt er tegelijk een storende inhaligheid achter. Jezus geeft de leerlingen dus geen extra portie geloof. Geloof wordt niet in porties verhandeld.
“Hadden jullie maar geloof als een mosterdzaadje”, antwoordt Jezus. Dan was alles mogelijk. (Lucas 14, 6) Hij verwijst naar een klein zaadje dat een enorme struik wordt. Met zijn beeldspraak van een zaadje geeft hij weer dat de groei al in hen aanwezig is. Zijzelf kunnen groeien in geloof. Die groei zal niet meetbaar zijn, maar zich uiten in authenticiteit. In daden. Dat is de - al bij al - hoopvolle boodschap die Jezus hun toevertrouwt. Zouden ze het begrijpen? Zien wij voldoende in wat Hij bedoelt?
Gewoon je plicht
Hij voegt er een waarschuwing aan toe. Het is niet de bedoeling dat je een beloning vraagt omdat je je best hebt gedaan. Opnieuw komt het risico op prestatiedrang in het vizier. We doen wat we doen omdat het zo hoort, niet omdat er een beloning tegenover zou staan. Je best doen, is geen verdienste maar een vanzelfsprekendheid. Dat is even slikken. Je doet wat je doen moet omdat je het doen moet, niet omwille van eventueel applaus.
Jezus is heel duidelijk: “Hetzelfde geldt voor jullie; wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: ‘Wij zijn maar eenvoudige knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.’” (Lucas 14, 10) Altijd maar belonen is immers niet goed. Het bevestigt de menselijke hebberigheid en maakt van een vanzelfsprekendheid ineens een krachttoer. Jezus is heel gevoelig voor geloof als egotrip.
Tevredenheid
Dat komt omdat Hij de wanpraktijken van de farizeeën en Schriftgeleerden hekelt, die overal en altijd lof en bevestiging zoeken. Daardoor dreigt het geloof in de hemelse Vader herleid te worden tot hun kneuterige visie die nefast is voor de diepste identiteit van de Boodschap. Zij leggen immers de Schrift uit en ze vertegenwoordigen het geloofsgezag. Hun voorbeeld wordt nageleefd.
Worden we dan in het geheel niet bevestigd voor wat we goed doen? God volgen is een kwestie van je best doen en Gods nabijheid als kracht en genade terugkrijgen. Dat is de gulheid waarop je kunt rekenen. Het is een les in tevredenheid. Wie niet tevreden is in Gods genade, die maakt het geloof tot een persoonlijk instrument en herleid God tot een maakbare beloner. Dat kan niet de bedoeling zijn. God is immers niet te regisseren. Een kernbeginsel van ons geloof is juist dat we God als onze Meerdere aanvaarden, met wie we niet marchanderen.
Continuïteit
We maken als illustrerende afsluiter de brug naar kunstenaar Max Bill (Winterthur, 1908 - Berlijn, 1994), een Zwitserse architect, schilder, graficus, beeldhouwer en schrijver.
In 1932 sloot hij zich aan bij de door Georges Vantongerloo opgerichte Parijse kunstenaarsgroep ‘Abstraction-Création’. De naam van de stichter verraadt diens Belgische origine. De groep is van groot belang geweest voor de ontwikkeling van de moderne kunst en had Kandinsky en Mondriaan op de ledenlijst staan. De zoektocht naar schoonheid, licht en energie kreeg een podium, en de moderne kunst begon stilaan internationale aanvaarding te genieten.
Max Bill, Unendliche Schleife (1956), Antwerpen (Middelheimmuseum)
Max Bill, Kontinuität (1986), Frankfurt am Main
De werken ‘Unendliche Schleife’ en ‘Kontinuität’ van Max Bill drukken dynamiek uit zonder concrete doelstelling. De beweging in beide werken is het tegenovergestelde van lineair. In de vorm zit geen enkele vorm van verwachting. Er wordt geen verandering of verbetering verondersteld. Tegelijk stralen beide vormen een ongedwongenheid uit, een vanzelfsprekendheid. De beweging is vloeiend en harmonisch van aard. Er is geen boven of onder, geen binnen- of buitenkant. Het mag verwijzen naar het Goddelijke, dat eeuwig en onophoudelijk is.
Prestatiegerichtheid is menselijk, harmonie is Goddelijk. Geloof is geen opeenvolging van geven en ontvangen. Het is geen ‘credere’ (Latijn: toevertrouwen, krediet verlenen) en ‘debere’ (Latijn: schuldig zijn, in debet staan). Ons geloof hoort een ondeelbaar continuüm te zijn. Onze Godsrelatie kan niet gedijen op verdienste en bevestiging. De Liefde kent deze eisende eigenschappen niet. Die vernielen de ongedwongenheid van een echte liefdesverbintenis. Ook in de Liefde bestaan geboden, zeker. Maar binnen dat kader is er een oprechte, spontane, creatieve en verheffende bewegingsruimte van continuïteit. Daarbinnen hebben eer, macht en bezit geen enkele waarde.
Dat alles geeft Jezus ons mee in zijn waarschuwende woorden.