We vieren Maria Lichtmis: de opdracht of presentatie van de Heer in de tempel. Jezus wordt door Maria en Jozef opgedragen aan God, zoals iedere eerstgeboren zoon in de joodse traditie. Jezus wordt niet weggestopt, niet verborgen, maar getoond aan de priester, en dus ook aan de Heer. De zichtbaarheid van Jezus is ook zijn kwetsbaarheid. Hij leeft als mens onder ons, en zal ook sterven onder ons, juist omdat Hij in het oog springt.
- Voor de lezingen van Lichtmis: klik hier.
‘Hupapantè’ wordt dit feest in de Orthodoxe traditie genoemd: ontmoeting. Jezus wordt begroet door Simeon en door de profetes Hanna. In de eerste 40 dagen van Kerstmis wordt Jezus begroet door herders, door wijzen en door Simeon in de tempel. Daarom ben ik voorstander van een langere Kersttijd, tot aan Lichtmis. Omwille van de symboliek van ontmoeting, van de verwelkoming van Jezus: het Licht in de duisternis. Licht en duisternis zijn bij elke ontmoeting met het Kind Jezus duidelijk aanwezig. Deze sequentie van sacrale ontmoetingen vieren we in een tijd van traagzaam toenemend licht in de donkere winter. Het ruigste seizoen ondersteunt de diepe symboliek op meer dan één manier. Ook wij zoeken geborgenheid tegen de hardheid van de elementen.
De herders, de wijzen en Simeon
Bij de ontmoeting met de herders ligt Jezus als pasgeboren Kind heel kwetsbaar in een voederbak. Veel bescherming geniet de Heiland niet. (Lucas 2, 6-7) Toch er is ook een majestueuze kant aan Kerstmis. Aan de herders verschijnt een engel, omgeven door de stralende luister van de Heer, en hij brengt goed nieuws: in de stad van David is de Redder geboren. Daarna verschijnen nog meer engelen en ze prijzen de Heer. (Lucas 2, 8-14) De herders trekken naar Jezus om Hem te begroeten en ze vertellen aan Maria en Jozef over de lofprijzing van de engelen waar ze getuige van zijn geweest. (Lucas 2, 15-20)
Drie koninklijke wijzen komen uit het Oosten naar Jeruzalem om de Koning van de Joden te ontmoeten. Een hemelse ster heeft hen erheen gebracht. Ze komen van ver om Jezus te aanbidden. Opnieuw is er hemels licht en de aankondiging van goed nieuws. De wijzen volgen vol vreugde de ster en aanbidden de Koning. (Matteüs 2, 1-6 en 9-10) Helaas hebben de wijzen, voordat ze bij Jezus zijn aangekomen, eerst een bezoek gebracht aan koning Herodes. Die vraagt hun om een grondig onderzoek in te stellen en verslag uit te komen brengen bij hem. De koning wil Jezus namelijk vermoorden. Hij verdraagt geen concurrentie. Gelukkig wint de wijsheid het van de huiveringwekkende kwaadaardigheid van Herodes. (Matteüs 2, 1-8)
Tijdens de derde ontmoeting, met Simeon en de profetes Hanna in de tempel, wordt Jezus ‘het licht dat geopenbaard wordt’ genoemd door Simeon. De oude man wordt naar de tempel geleid door de heilige Geest om de Messias te ontmoeten. Ook hier zijn duidelijke verwijzingen naar de hemel en naar het licht. (Lucas 2, 25-32) Maar evenzeer klinkt er een boodschap in mineur van Simeon aan Maria: “zelf zal je als door een zwaard doorboord worden.” (Lucas 2, 35a)
Vreugde
Er gaat overigens al een sacrale ontmoeting vooraf aan het Kerstverhaal, namelijk de ontmoeting van Maria en haar nicht Elizabet. Daar wordt de duisternis nog niet vernoemd. Maar Maria prijst de Heer (Lucas 1, 46-56) en Johannes, het kind dat Elizabet verwacht, springt van vreugde op in haar schoot (Lucas 1, 39-45). Het is pas wanneer Jezus wordt geboren, dat het Licht en het lijden ter sprake kunnen komen.
Zo is de (verlengde) Kersttijd een opeenvolging van ontmoetingen. Dat is immers wat wij mensen doen op aarde: samenleven en elkaar ontmoeten. Het is eveneens een processie van lofprijzingen: door Elizabet (Lucas 1, 42-45), door Maria zelf (Lucas 1, 46-55), door Zacharias (Lucas 1, 68-79), door de engelen (Lucas 2, 10-13 en 14), door de wijzen (Matteüs 2, 2), door Simeon (Lucas 2, 29-32) en door Hanna (Lucas 2, 38). Dit is een tijd van vervuld verlangen en dankbare vreugde, maar er verschijnt al een randje van duisternis. De Messias en Heiland is ook de Lijdende Dienaar, de Mensenzoon die zal moeten lijden en sterven. Dat kan door de evangelisten niet vroeg genoeg onder de aandacht gebracht worden.
De volgende teksten krijgen een belangrijke plaats in het dagelijkse (getijden-)gebed. Een aanrader om tot bezinning en gebed te komen:
- De korte lofprijzing van Elizabet (Opening van het Weesgegroet of Ave Maria) - in het persoonlijk gebed: Lucas 1, 42 (of 1, 42-45)
- De lofzang van Maria (Magnificat) - in het avondgebed: Lucas 1, 46-55
- De lofzang van Zacharias (Benedictus) - in het ochtendgebed: Lucas 1, 68-79
- De korte lofprijzing van de engelen (Opening van het Eer aan God of Gloria): Lucas 2, 14 - in de eucharistie op zon- en feestdagen buiten de advent en vasten
- De lofzang van Simeon (Nunc Dimittis) - in de dagsluiting: Lucas 2, 29-32
- De proloog van Johannes - (fragment in het Angelusgebed): Johannes 1, 1-5 en 10-14