Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- Voornemens (3-4 januari 2026).

22 oktober 2025

Het is moeilijk bescheiden te blijven (25-26 oktober 2025)

In een wereld van veelheid en verwachtingen, maar ook van verandering en voorbij, zoeken we allemaal een plekje. We willen iets betekenen. Ons leven moet het leven waard zijn. Maar wat geeft ons leven zin? Onze eigen prestaties? Of vinden we zin en betekenis bij God? Wie dienen we als christen vooral: God, of onszelf? Jezus trakteert ons op een inspirerende en confronterende gelijkenis.

Eigen lof stinkt

Een christen die enkel lof heeft voor zichzelf, dient zichzelf en niet God. Dat is duidelijk. Een louter zelfbevestigend christendom gaat niet over Christus maar over zichzelf. Het uitgangspunt van je geloof mag gerust het aardse bestaan zijn, maar daarbij mag Gods heerlijkheid niet uitgewist worden ten bate van een glimmend ego.

Wij, mensen, gaan door het leven met een diepe onzekerheid, die soms overgecompenseerd wordt. Soms, niet altijd. De nood aan bevestiging kan verslavend werken. Dan dreigt men in al die inhaligheid geen oog meer te hebben voor de overzijde, zeker wanneer men zich aan de welvarende kant bevindt. God kent heel andere maatstaven, die niet aards zijn. (Sirach 35, 12 - Lucas 18, 14a)

Het maken

In onze tijd wordt het als een grote verdienste beschouwd wanneer je in je eigen kracht staat en daar trots mee schittert voor anderen. 'Shinen' heet dat. Dan ben je het in je leven aan het maken - wat 'het maken' ook moge betekenen in die merkwaardige uitdrukking. Dan word je gezien in al je pracht: op straat, in je vriendenkring, op sociale media. Het fenomeen is hoegenaamd niet nieuw. Praal is van alle tijden.

"Doe maar normaal, dat is al gek genoeg," hoor ik aanmatigend weerklinken in mijn gedachten. Maar 'normaal' is niet meer van tel: er is geen maatschappelijke norm meer. Akkoord, we laten een tijd achter ons waarin teveel werd genormaliseerd. Nu blijkt mijn norm plots dé norm. Een samenleving kan blijkbaar geen maat houden... 

Shinen: het is een kwestie van durven en doen en er niet teveel bij na te denken, zo laat ik me vertellen door enkele online communicatiedeskundigen in een 'pitch talk', een korte, overtuigende voorstelling. (We hebben het juk van de Franse taaloverheersing afgeworpen en persen onszelf nu vrolijk en onbedachtzaam onder een Engelse dominantie. Dit terzijde.) We moeten dus shinen om ons te onderscheiden van de anderen. Alleen dan krijgen we écht het gevoel dat we betekenisvol bezig zijn. Heel even dan toch, want de tijd is ongenadig.

God gebiedend danken

Ook in het Joodschristelijke geloof bestaat deze tendens om belangrijk te zijn. De wereld beïnvloedt ons geloof altijd, minstens op subtiele wijze. Zich onderscheiden van de anderen kan zich veruitwendigen in het neerkijken in Gods Naam: de rest is dan slecht. God, die staat dus aan mijn kant, want ik ben goed.  (Lucas 18, 11a) Zo eigent het ego zich Gods bevestiging toe, en tegelijk ook Gods gerechtigheid. Het ego beslist in Gods plaats. 

Uit de Verenigde Staten komen tegenwoordig best wat zorgwekkende geluiden uit die hoek. De Schrift hoeft een goede 'pitch' niet in de weg te staan. Rijkdom en Jezus: waarom niet? Rassenongelijkheid, vreemdelingenhaat en Jezus: het lijkt allemaal te kunnen wanneer de slogans voldoende herhaald en gedeeld worden. Wanneer standpunten in de samenleving botsen met (een versie van) de christelijke visie, dan wordt er moord en brand geschreeuwd, gevolgd door enkele Schriftverzen. Maatschappelijk onrecht in het eigen voordeel moet dan weer wél kunnen. En dat klopt niet. Dan blijft er geen Gods-dienst over, maar een systeem van zichzelf de hemel in te prijzen. God wordt herleid tot een middel en is niet langer het ultieme doel. Dan zitten we goed fout.

Jezus uit kritiek op al dat ijdel en zelfgenoegzaam vertoon. Lucas situeert de parabel al meteen in een inleidende zin. Deze gelijkenis gaat over mensen die zichzelf vanzelfsprekend-rechtvaardig vinden en anderen minachten. (Lucas 18, 9) Het gaat dan algauw over de eigen verdiensten waarop men roemt: "ik doe, ik geef." (Lucas 18, 12) De meest essentiële vraag wordt daarbij echter niet benaderd: "Wie bén ik voor God?" Hoe verhoud ik mij tot God? Wie is God? Waar liggen mijn grenzen?

Inzicht

Wie zichzelf looft en prijst, komt niet tot bij die vragen omdat de zelf vooropgestelde antwoorden het uitgangspunt vormen. "Natuurlijk doe ik het prima, uiteraard voldoe ik aan Gods Wet", klinkt het axioma van de zelfvoldaanheid. Zo wordt God in een egocentrisch, oneerlijk en onrechtvaardig keurslijf gewrongen. "'t  Is moeilijk bescheiden te blijven wanneer je zo goed bent als ik", om het met een lied van Peter Blanker te zeggen. 

Niet iedereen begaat deze fout uiteraard, maar alertheid is geboden: het gebeurt vaker en vlugger dan we vermoeden. IJdelheid werkt geniepig. Soms sluipt dit ego-denken ongezien in ons gebed en in onze geloofsvisie. En soms wordt het gewoon ongegeneerd en uitdrukkelijk gedaan, ten koste van anderen. (Lucas 18, 11b) Narcisme kent geen grenzen. Je kunt er in verdrinken.

Jezus houdt ons geen spiegel voor opdat we onszelf zouden kunnen bewonderen zoals Narcissus in het weerspiegelende water. Hij vertelt deze gelijkenis om ons wakker te schudden. God komt alle eer toe. God alleen: zonder een vlugge verwijzing naar ik, mij en mezelf. De gelijkenis confronteert ons meteen met onze menselijke imperfectie. Het is helemaal geen schande: we zijn niet perfect, want we zijn God niet. De gelijkenis is juist een oproep om dichter bij God en het goede te komen.

Vernedering en verheffing

Om dichter bij God te komen, moeten we onze eigen onvolmaaktheid kunnen aanvaarden. Dat wil helemaal niet zeggen dat we zuchtend en klagend horen te strompelen door het aardse tranendal totdat niets nog zinvol lijkt, alsof het leven niets waard zou zijn. Het is eerder een waarschuwing dat we ons het tegendeel niet mogen toeëigenen, namelijk: zelfgenoegzaamheid. Wanneer Jezus het heeft over 'zichzelf vernederen', dan bedoelt Hij dat we onze kleinheid moeten aanvaarden en Gods grootheid erkennen.

Bescheidenheid siert. Het maakt ons tot betere mensen. Zelfverheerlijking gaat ten koste van anderen en uiteindelijk ook ten koste van onszelf. Wie enkel op zichzelf bouwt, die heeft een illusie als fundament. Je zult niet altijd sterk staan. De heerlijkheid komt toe aan de Heer, zo schrijft Timoteüs terecht. (Timoteüs 4, 18) Op Hem kunnen we bouwen.

Bescheidenheid siert, maar het is vaak moeilijker in de dagelijkse praktijk dan we soms vermoeden en veronderstellen. 't Is moeilijk bescheiden te blijven. Peter Blanker heeft gelijk (wat de titel van zijn lied betreft). Toch is bescheidenheid eigen aan het volgen van Christus. Het is een kwestie van bewust in ons geloof te staan en daar niet zelfvoldaan over te doen. Soms kan dat moeilijk zijn, maar "moeilijk gaat ook".