Welkom op de blog "Geloof en Spiritualiteit".
Neem zeker eens een kijkje in het blogarchief!

Dit is de komende tekst:
- God en mens, ideaal en realiteit (8-9 februari 2025).

06 maart 2021

De tempelreiniging (7 maart 2021)

Het verhaal van de tempelreiniging kent zowat iedereen. Het heeft alle eigenschappen van een goede actiescène: goeden en slechteriken, woede, spanning en geweld. Dergelijke animositeit is weinig terug te vinden in de evangeliën. We volgen de versie van Johannes. 

  • Om de Schriftlezingen van de derde zondag in de Veertigdagentijd te lezen: klik hier.

Het decor is een tempel, het huis van de Heer, dat echter ontsierd wordt door offerdieren en door geldwisselaars. Er is keuze genoeg wat offerdieren betreft: duiven, schapen, runderen. De geldwisselaars en verkopers hebben een prima verdienste. En dat in het huis van de Heer. De spanning neemt toe. Jezus ergert zich, sterker nog: Hij wordt woedend. Volgens Johannes knoopt Hij koorden aan elkaar tot een zweep, waarmee Hij de dieren de tempel uit jaagt. Hij gooit de tafels met muntstukken met veel lawaai tegen de vlakte. Het moet een ravage zijn geweest. Jezus schreeuwt dat ze van het huis van de Heer een markt hebben gemaakt: een stevig verwijt. Verbijstering alom. Wie denkt Hij wel dat Hij is, om zo’n vernieling aan te richten? “Breek deze tempel af en Ik zal hem in drie dagen weer oprichten,” zegt Jezus. Een tempel waar 46 jaar aan is gebouwd? Onmogelijk! Einde van de scène. “Cut!”, hoor je een regisseur haast roepen. Veel drama in dit verhaal, op het eerste zicht. Maar eigenlijk is er vooral veel dubbele bodem. Er staat niet wat er staat. Daar is Johannes heel sterk in.

De tempelreiniging is bij Johannes een flash-forward naar de verrijzenis.

De tempelreiniging komt bij de vier evangelisten voor: Matteüs 21, 10-13, Marcus 11, 15-18, Lucas 19, 45-48 en Johannes 2, 13-28. Aan de hoofdstukken merk je al een bijzonder verschil tussen Johannes en de andere evangelisten. Bij hem staat het verhaal helemaal aan het begin, terwijl de anderen het verhaal naar het einde toe plaatsen. Dat is geen toeval. De tempelreiniging is bij Johannes enkel een vooruitwijzing naar de verrijzenis. Hij illustreert dat meteen door de oppervlakkige verstaanders aan het woord te laten en daarna vooruit te wijzen naar de leerlingen, die de dieptesymboliek pas na Jezus’ verrijzenis begrijpen: een korte, maar belangrijke flash-forward. Al vanaf het begin van het evangelie van Johannes is de uitkomst duidelijk. Het evangelie is opgebouwd naar de realisatie van dit geloofsmysterie toe.

Jezus' optreden in de tempel is bij Johannes niet de directe aanleiding tot zijn lijden en dood, maar het begin van een spanning tussen Jezus en de gevestigde waarden. De symboliek van de tempel blijft daardoor zuiver op de verrijzenis van de Heer gericht. Bij de andere evangelisten komt de tempelreiniging aan het einde van Jezus’ optreden en is het een aanleiding tot zijn arrestatie. Niet bij Johannes.

Johannes schrijft zijn evangelietekst geruime tijd na de verwoesting van de tempel.

In tegenstelling tot de andere evangelisten, zegt Jezus in het Johannesevangelie ook: “Laten jullie deze tempel afbreken en Ik zal hem in drie dagen weer oprichten.” Johannes schrijft zijn evangelietekst als laatste van de vier, omstreeks 90 na Christus, geruime tijd na de verwoesting van de tempel. Dat wordt ook geïllustreerd wanneer Jezus tot de Samaritaanse zegt: “Er komt een ogenblik dat je niet meer naar de tempel zal kunnen gaan.” (Johannes 4, 21).

De tempel is niet door Christus vernield, maar door de Romeinen tijdens de Joodse opstand, 70 na Christus. Merkwaardig detail: op het ogenblik van de tempelreiniging is er al 46 jaar gebouwd aan het nieuwe tempelcomplex. Het tempelgebouw zelf is zo goed als af. Dat staat in het antwoord te lezen van de Joden in vers 20. Het gebouw met de voorhoven is pas volledig afgewerkt rond 64 na Christus.

Al die minutieuze regeltjes weerhouden je ervan om je geloof te verdiepen.

Jezus reinigt de tempel. Eigenlijk reinigt Hij het geloof van alle betekenisloze regeltjes en gewoontes. Dat doet Hij voortdurend. De oprechtheid van je geloof wordt niet bepaald door plichtsgetrouw regels op te volgen. Sterker nog: al die minutieuze regels weerhouden je ervan om je geloof te verdiepen en een liefdevolle band met de Vader te ontwikkelen. Voor Jezus is de tempel eigenlijk overbodig. Hij reinigt de tempel niet alleen, Hij heft de functie van de tempel op. Waartoe dient de tempel nog als er geen offers meer gebracht worden?

Jezus heft de functie van de tempel op.

De ware spirituele ruimte wordt het geloof in Christus, de Verrezene, of nog preciezer: Christus zelf. Wanneer Jezus zegt dat Hij de tempel zal oprichten, wordt het Griekse werkwoord “egeirein” gebruikt. Dit werkwoord wordt in koinè-Grieks ook aangewend voor de verrijzenis. Hetzelfde werkwoord komt bij Johannes terug in het verhaal over Lazarus (Johannes 12, 1.8.17), ook daar in de context van een vooruitwijzing naar zijn eigen verrijzenis.  

In die mysterieuze spirituele ruimte mogen we verwijlen, biddend in de Veertigdagentijd: “Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt.” (1 Korintiërs 11, 26 en 1 Petrus 1, 3)


Volgende post: dinsdag 9 maart. Thema: "De dooppericopen van Johannes".