Jeremia schenkt de mensen hoop van Godswege. De Heer zal een “berit chadashah” aangaan, een Nieuwe Verbond. Het oorspronkelijke verbond is vervaagd, door het Volk. Ze keerden zich af van God en zijn geboden. God grijpt hier in de tijd in. Niet alleen in de woestijn was de Heer met zijn Volk onderweg, Hij is altijd met hen. Op zijn initiatief komt er daarom een Nieuwe Verbond.
- Om de lezingen van de vijfde zondag van de Veertigdagentijd te lezen: klik hier.
De eenheid is verscheurd.
Het Verbond komt niet nu meteen, maar te gepasten tijde: “de dag komt”. Het is niet zo dat de mensen vragen om een verbond. God biedt het hen weldra aan. Dat Hij het verbond moet sluiten met “bét Yishraël we-èt bét Yehudah”, het huis van Israël én het huis van Juda, geeft meteen aan dat het Verbond met zijn ooit zo sterk verenigde volk niet meer bestaande is. Het Volk is verdeeld in twee koninkrijken ten tijde van de profeet Jeremia, de eenheid is verscheurd.
Het eerste verbond, dat bij de aanvang van
het Nieuwe Verbond het “oude verbond” zal heten, werd door de Heer gesloten met
het Volk in de woestijn, nadat Hij ze bij de hand had genomen en had weggeleid
uit Egypte. Dat verbond bleek niet duidelijk genoeg. Het Nieuwe Verbond staat
niet haaks op het vorige. Het eerste verbond bevatte geen fouten, het hoeft
niet geschrapt te worden uit de heilige Boeken. Het Nieuwe Verbond is de vervollediging,
de vervulling, voor eens en voor altijd.
Een verschuiving van gehoorzaamheid naar bekering.
Het grote verschil tussen de beiden
verbonden is het volgende: de wetten worden niet in steen gegrift, maar geschreven
in de geest en het hart van de mensen. Het krijgt een diepere dimensie, het
vraagt een grotere persoonlijke betrokkenheid. In de aanvaarding van dit Nieuwe,
altijddurende Verbond, wordt de bevestiging ervan verschoven van gehoorzaamheid
naar “metanoia”, of: bekering. Hun geloof zullen de mensen veruitwendigen vanuit
hun hart.
Dan zal niemand zijn naaste of zijn broer
nog moeten opdragen om de Heer te kennen, want de Heer zal het Verbond in hun
harten schrijven. Daartoe zal Hij iedereen hun zonden en tekorten vergeven en
ze niet meer onthouden. Denk aan onze uitdrukking: “vergeven en vergeten”. Met
een schone lei zal het komende Verbond worden aangevat.
Het Nieuwe Testament verhaalt het Nieuwe Verbond
Jeremia’s voorspelling wordt wel eens de “grote
Messiaanse profetie” genoemd. Terecht: de aanvang het Nieuwe Verbond wordt door
Jezus aangekondigd tijdens het Laatste Avondmaal (Matteüs 26, 28 - Lucas 22, 20
- Marcus 14, 24). Jezus spreekt over “haima tès diathèkès”, het Bloed van het Verbond,
bij Matteüs en Marcus. Bij Lucas: “hè kainè diathèkè”, het Nieuwe Verbond, en
niet toevallig ook de Griekse benaming voor het Nieuwe Testament. Bij Matteüs
wordt het verband met de vergeving van de zonden expliciet vernoemd door Jezus.
En wanneer Jezus zegt: “Dit is mijn Bloed.”, dan is de link met het “hart” waar
de Heer langs Jeremia over spreekt, ook meteen duidelijk. Het rechtstreeks
verband tussen Jeremia en Jezus’ woorden tijdens het Laatste Avondmaal hoefde
men niet ver te zoeken: het wordt letterlijk uitgelegd in de Hebreeënbrief
(Hebreeën 8, 6-13).
Aan dat Verbond in Christus zijn we nu nog
steeds deelachtig. Door de Zoon mogen we de genade van de Vader ontvangen en
worden we aangestuurd door de Geest. Het Nieuwe Verbond is bezegeld in de
Drievuldigheid. God heeft bij monde van Jeremia alvast een nieuwe tijd
aangekondigd. Die tijd brak aan met Pasen. Na het lijden, de dood en de
opstanding van Christus, werd de Geest over ons, mensen, gezonden. In onze
geest en in ons hart is het Woord van Liefde geschreven. Daarvoor mogen we
dankbaar zijn, elke dag!
Volgende post: maandag 22 maart. Thema: "Jezus schrijft in het zand".